Scholing VRA Hand en polsletsel, armamputaties en reductiedefecten

Over de cursus

De online cursus staat open 7 januari t/m 7 februari 2021. De onderdelen kunnen op een eigen gekozen tijdstip gevolgd worden, met uitzonderling van de Live Virtual Classrooms van 4 februari 2021 van 09.00 - 11.00 uur en van 13.30 - 15.30 uur en 5 februari 2021 van 09.00 - 11.00 uur en van 13.30 - 15.30 uur. De studiebelasting bedraagt ongeveer 24 uur, waarvan 8 uur live via de Virtual Classroom.

De cursus bestaat uit een mix van zelfstudie en interactie tijdens de online bijeenkomsten. Van de deelnemer wordt verwacht dat de lesstof op de online (leer)omgeving (Brightspace) voorafgaand aan de cursus bestudeerd wordt, en dat de online toetsen worden gemaakt. Voorafgaand aan de cursus is er mogelijkheid tot het stellen van vragen via een forum.

Dag 1:  Hand en pols: letsels, aandoeningen en revalidatiegeneeskunde

Dit onderdeel behandelt hand- en polsletsels en een selectie van hand- en polsaandoeningen, waarbij we vooral ingaan op de revalidatiegeneeskundige behandelaspecten. Er wordt aandacht besteed aan de revalidatieaanpak bij hand- en polsaandoeningen, zowel met betrekking tot de diagnostiek, de prognostiek en het behandeltraject. In de workshops worden de theoretische achtergronden geïllustreerd met praktijkvoorbeelden en kan klinisch redeneren worden geoefend.

Na de cursus kan de deelnemer:

• het (functionele) herstelproces van hand- en polsletsels/aandoeningen beschrijven
• de rol van de paramedische disciplines toelichten
• de samenwerking met (hand)chirurgen beschrijven
• de indicatie stellen voor handtherapeutische interventies

De cursus sluit aan bij de beschrijving van de leerdoelen zoals voornamelijk geformuleerd in EPA 9: ‘Arm-handvaardigheden diagnosticeren en behandelen’ en Thema 5: Aandoeningen van het spierskelet systeem.

Dag 2: Armamputaties en reductiedefecten

Deze cursusdag behandelt de multidisciplinaire behandeling van kinderen en volwassenen met verworven amputaties en congenitale reductiedefecten van de bovenste extremiteit. Naast de operatieve aspecten en de mogelijkheden van prothesen en adaptaties, wordt aandacht besteed aan de indicatiestelling voor de verschillende behandelmogelijkheden in theorie en praktijk. Zo delen naast revalidatieartsen en een chirurg, ook ergo/handtherapeuten, een technicus, een psycholoog en ervaringsdeskundigen hun kennis en ervaring. Er wordt op interactieve wijze aandacht aan diverse aspecten van armamputaties, reductiedefecten en prothesiologie van de bovenste extremiteit.

Na de cursus kan de deelnemer:

• de terminologie rondom amputaties en reductie-effecten benoemen
• de epidemiologie van verworven amputaties en congenitale reductiedefecten beschrijven
• de chirurgische behandelmogelijkheden en revalidatiemogelijkheden (indicatiestelling en behandeltraject) bepalen
• de (on)mogelijkheden van prothesen en adaptaties beschrijven en nieuwe ontwikkelingen in de prothesiologie benoemen
• bepalen welke functionele training nodig is, met en zonder een prothese.
• de gevolgen van een verworven amputatie voor een patiënt beschrijven, niet alleen op lichamelijk, maar ook op psychisch en sociaal gebied.
• Kan beschrijven hoe de specialistische zorg voor de patiënt met een armdefect georganiseerd is in Nederland.

De cursus sluit aan bij de beschrijving van de leerdoelen zoals geformuleerd in EPA 9: ‘Arm-handvaardigheden diagnosticeren en behandelen’ en Thema 4: Amputatie en Prothesiologie (de leerdoelen die relevant zijn voor de bovenste extremiteit) en Thema 7: Aandoeningen bij kinderen, jeugdigen en adolescenten