

Controle op de polikliniek
Bij ontslag wordt een afspraak voor uw eerste poliklinische controle gemaakt. De controles vinden plaats op de polikliniek Inwendige Specialismen, rechts naast de hoofdingang (ingang 8). Op maandagmorgen en dinsdagmorgen is er spreekuur voor patiënten in het eerste jaar na de niertransplantatie. lees meerControle op de polikliniek
Controle
Bij ontslag wordt een afspraak voor uw eerste poliklinische controle gemaakt, of u krijgt deze thuis gestuurd. De controles vinden plaats op de polikliniek Inwendige Specialismen (hoofdingang, gebouw A, 1e verdieping).
Op de polikliniek kunt u zich melden bij de balie route 648, of elektronisch bij een scan apparaat dat bij de ingang staat. Op maandagmorgen en dinsdagmorgen is er spreekuur voor patiënten in het eerste jaar na de niertransplantatie. In het begin wordt u de ene week door de arts (nefroloog) gecontroleerd en de andere week door de verpleegkundige (verpleegkundig specialist niertransplantatie). Er wordt naar gestreefd om u zoveel mogelijk bij dezelfde arts te laten komen. Daarbij is het dan wel noodzakelijk dat u steeds op dezelfde dag in de week komt.
Op de polikliniek zal er bloed afgenomen worden en vult u een potje met urine.
Voor of na het bloedprikken bezoekt u de arts of verpleegkundige. Na de controle bekijken de arts en verpleegkundige de bloeduitslagen. Als de uitslagen niet in orde zijn neemt de arts of verpleegkun- dige telefonisch contact met u op.
De eerste weken komt u een à twee keer per week op controle. Na verloop van tijd wordt de frequentie van de controlebezoeken verminderd. Uiteindelijk worden de controles na ongeveer een jaar meestal weer uitgevoerd in het ziekenhuis waar u voorheen behandeld werd.
Voorbereiding
Op de polikliniek wordt, als u tacrolimus (Adport of Dailiport), ciclosporine (Neoral), sirolimus (Rapamune), of everolimus (Certican) gebruikt, de medicijnspiegel in het bloed bepaald. U mag daarom die dag deze medicijnen ‘s ochtends niet innemen vóór het bloedprikken.
Als u deze medicijnen meeneemt naar de polikliniek, kunt u ze na het bloedprikken innemen. Voor tacrolimus (Adport), ciclosporine (Neoral) en everolimus (Certican) geldt dat u deze medicijnen de avond voor het polibezoek 14 uur voor de afspraak inneemt. Bijvoorbeeld: als u om 09.00 uur een afspraak hebt, neemt u de avond hieraan voorafgaand deze medicijnen om 19.00 uur in. Voor Dailiport en sirolimus (Rapamune), die beiden eenmaal daags worden ingenomen, geldt dat u deze op de dag voorafgaande aan de controle op het voor u gebruikelijke tijdstip inneemt, maar op de dag van de controle pas na het bloedprikken.
De dosering van de verschillende medicijnen wordt nogal eens gewijzigd. Daarom is het noodzakelijk om bij iedere afspraak uw medicijnoverzicht mee te nemen. De arts of verpleegkundige schrijft de verandering dan op dit overzicht.
Shunt en katheter
- Dialyseshunt: na de transplantatie stolt uw bloed beter. Daarom gaat de dialyseshunt na een tijdje soms dicht zitten. Als de transplantaatnier goed werkt, laten we dat zo.
- Katheter voor hemodialyse: deze wordt na een geslaagde transplantatie zo snel mogelijk verwijderd.
- Buikkatheter voor peritoneaaldialyse: bij een donornier van een levende donor verwijderen we die tijdens de transplantatie-operatie. Bij een donornier van een overleden donor korten we de buikkatheter in vóór uw ontslag en wordt hij gewoonlijk zo’n drie maanden na de transplantatie verwijderd. Tot die tijd moet u de katheterpoort verzorgen zoals u vóór de transplantatie deed.
Vervoer: poliklinische controle
Kort na transplantatie is het vaak niet mogelijk om zelf auto te rijden, met name over langere afstand. Mogelijk kunt u in aanmerking komen voor een machtiging zittend ziekenvervoer. lees meerVervoer: poliklinische controle
Kort na transplantatie is het de eerste weken niet mogelijk om zelf auto te rijden, met name over langere afstand.
Tijdens de eerste controle na de niertransplantatie op de polikliniek kunt u met de arts of verpleegkundig specialist overleggen wanneer u zelf weer kunt autorijden.
In verband met de controles in het ziekenhuis kunt u contact opnemen met uw zorgverzekeraar om te informeren of een machtiging voor zittend ziekenvervoer mogelijk is. Deze machtiging is nodig voor het krijgen van een vergoeding voor eigen vervoer, taxi-/ rolstoelvervoer of het openbaar vervoer.
U kunt de zorgverzekeraar vragen hoe u een machtiging voor vervoer kunt aanvragen.
Een eerder verkregen machtiging voor vervoer naar dialyse komt na transplantatie te vervallen. U moet dan opnieuw een machtiging aanvragen voor vervoer na transplantatie. Afhankelijk van hoe en waar u verzekerd bent wordt er wel of geen machtiging voor vervoer afgegeven.
Mocht u geen vergoeding krijgen vanuit de basisverzekering voor zittend ziekenvervoer op basis van controle na transplantatie, informeer dan bij uw zorgverzekeraar of u in aanmerking komt voor de hardheidsclausule. Dat is een uitzonderingsregel waarmee je in sommige gevallen alsnog de vervoerskosten vergoed krijgt. U kunt dit het beste doen zodra de operatiedatum bekend is. Houd er rekening mee dat u per kalenderjaar een eigen bijdrage moet betalen voor vervoer. Bovendien gaat de vergoeding ook van uw verplicht eigen risico af (indien deze nog niet volledig gebruikt is).
Mocht vervoer via de zorgverzekeraar niet (meer) mogelijk zijn, dan kunt u proberen de reiskosten op te voeren bij de aftrekpost bijzondere ziektekosten bij uw belastingaangifte.
Hiervoor kunt u een overzicht met alle data dat u een bezoek heeft gebracht aan het Radboudumc opvragen via de afdeling kosten van zorg of via mijn Radboud.
Dit overzicht kunt u gebruiken om een onkostenvergoeding te vragen aan uw zorgverzekeraar of voor belastingteruggave.
Voor vervoer naar het Radboudumc zijn er ook nog de volgende mogelijkheden:
- u vraagt familie/kennissen om te rijden
- u maakt gebruik van het openbaar vervoer
- u maakt gebruik van stadregiotaxi
- wanneer u verder van het ziekenhuis af woont, dan is Valys (boven regionaal vervoer) soms een mogelijkheid.
Indien u vragen heeft of graag ondersteuning wil bij het regelen van een machtiging voor vervoer, dan kunt u contact opnemen met het Medisch Maatschappelijk Werk. U kunt mailen naar: mmw.nier@radboudumc.nl of bellen via secretariaat van de dialyseafdeling: 024-3615410
Voeding
Voeding na niertransplantatie
‘Eindelijk geen dieetbeperkingen meer’, dit is een veel gehoorde uitspraak over de voeding na een niertransplantatie, maar dit betekent niet dat u alles onbeperkt kunt eten. Bij een goede nierfunctie vervallen de beperkingen zoals de kalium- en fosfaatbeperking. Een verandering is dat de eetlust behoorlijk kan toenemen doordat de afvalstoffen weer goed worden uitgescheiden in combinatie met het gebruik van bepaalde medicatie.
Na een transplantatie is het van belang een gezonde voeding te gebruiken met niet te veel calorieën. Overgewicht is een gezondheidsrisico en verhoogt de kans op het ontstaan van diabetes en hart- en vaatziekten en heeft een ongunstig effect op de levensduur van de transplantaatnier.
Gezonde leefstijl na niertransplantatie
Een gezonde voeding is één van de onderdelen van een gezonde leefstijl. Hieronder volgen belangrijke aandachtspunten voor een gezonde voeding na een niertransplantatie.
Drink voldoende, 1,5 tot 2 liter per dag. Dit is nodig om de donornier optimaal te laten werken. Het is mogelijk dat u van de nefroloog (soms mede op advies van een andere specialist) een ander, persoonlijk advies krijgt over de hoeveelheid vocht. Kies bij voorkeur voor dranken zonder suiker, zoals water, thee of koffie, mineraalwater, light frisdranken en magere of halfvolle melkproducten zonder toegevoegde suikers.
Om te veel gewichtstoename te voorkomen is het beter om de maaltijden goed te verdelen over de dag en niet te veel tussendoortjes te gebruiken. Tussendoortjes bevatten vaak meer vet en calorieën dan verwacht. Hoeveel calorieën per dag nodig zijn, verschilt per persoon. Voor meer informatie zie ook: https://www.voedingscentrum.nl/nl/service/vraag-en-antwoord/gezonde-voeding-en-voedingsstoffen/hoeveel-calorie-n-heb-ik-nodig-.aspx. Door de medicatie kan het zijn dat u de hele dag zin heeft in eten. Probeer de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden van Het Voedingscentrum (https://www.voedingscentrum.nl/Assets/Uploads/voedingscentrum/Documents/Professionals/Schijf%20van%20Vijf/ADH%20totaal.pdf ) aan te houden. Wees zuinig met de inname van vet en suiker. Kies bij voorkeur een zoutbeperkte (maximaal 5 gram) voeding, met vezelrijke producten en zorg voor voldoende calciuminname. Vraag indien u diabetes heeft of ontwikkelt, uw arts om een verwijzing naar de diëtist.
Voor overige leefstijladviezen zie: https://www.radboudumc.nl/afdelingen/nierziekten/onze-aandachtsgebieden/niertransplantatie/voorbereiding-deniertransplantatie-nazorg/nazorg/leefadviezen
Voeding en medicatie na een niertransplantatie
Vanwege de wisselwerking met medicatie Tacrolimus(Prograft®, Dailiport®, Advagraf®), Ciclosporine(Neoral®),
Sirolimus(Rapamune®), Everolimus(Certican®) is het af te raden om de volgende producten te gebruiken: grapefruit, mineola, pomelo, ugli en producten met St Janskruid.
Indien u aanvullende supplementen wenst te gebruiken, overleg dit altijd eerst met uw nefroloog.
Hepatitis E- virus(HEV)
Hepatitis E is een virus wat voor kan komen in vlees van varken of wildzwijn en edelhert. Met name varkenslever en producten (varkensleverworst of varkenspaté) hiervan kunnen besmet zijn. Bij gezonde mensen is dat geen probleem, maar bij personen met een verminderde weerstand of bij het gebruik van afweer onderdrukkende medicatie, zoals na een niertransplantatie, kan dit gevaarlijk zijn. Daarom gelden na een niertransplantatie onderstaande adviezen: Voor meer info over het hepatitis E-virus, zie https://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/hepatitis.aspx
- Gebruik GEEN van onderstaande producten en GEEN levensmiddelen waarin onderstaande producten verwerkt zijn. De volgende producten worden zowel verhit als rauw afgeraden:
- Varkens-, zwijnen- en hertenlever. Let op controleer de ingrediëntendeclaratie (kalfsleverworst kan bijvoorbeeld ook varkenslever bevatten).
- Varkensbloed en varkensbloedproducten. Varkensbloedproducten die zijn gebruikt als ingrediënten in voedingsmiddelen zijn op het etiket vermeld als varkenseiwit of varkenshemoglobine.
- Voedingsmiddelen met varkenslever of -bloed: leverkaas, likkepot, hoofdkaas, balkenbrij, Gentse kop, bloedworst, alle soorten terrines die varkens, zwijnen- of hertenlever bevatten, gebakken pastei.
Onderstaand product mag mits door en door verhit, wel gebruikt worden:
- Varkensvlees. Let op in gedroogde of gefermenteerde worsten (zoals boeren metworst, salami, chorizo en fuet) kan rauw varkensvlees verwerkt zijn
Hygiëne
Rauwe of half rauwe producten kunnen meer bacteriën bevatten. Voorzichtigheid en een goede hygiëne bij deze producten is dan ook wenselijk.
Voorbeelden van rauwe producten:
- Rauw vlees zoals tartaar, carpaccio, half doorbakken biefstuk, rauwe kip.
- Rauwe of gedroogde vleeswaren zoals filet americain, ossenworst, rosbief, rauwe ham, parmaham, coburger ham, serranoham, bacon, gerookt spek.
- Rauwe vis (waaronder haring en sushi), of gerookte kant- en klare vis uit de koeling, zoals gerookte zalm en makreel, ook niet als dit vacuüm verpakt is of als dit op een andere manier verpakt is.
- Rauwe schaal- en schelpdieren zoals kreeft, garnalen, krab, mosselen, oester, coquilles, kokkels. Gebakken of gekookt of uit blik of glas mogen deze producten wel gegeten worden Het beste kunt u producten zoals vlees, vis, kip en ei door en door verhitten.
Het gebruik van medicatie tegen afstoting van de nier heeft invloed op uw weerstand, een goede hygiëne rondom voeding is daarom extra belangrijk. Enkele tips om een voedselinfectie te voorkomen:
- Was uw handen regelmatig.
- Neem iedere dag een schone vaatdoek en was de vaatdoekjes op minimaal 60ºC.
- Zorg dat de temperatuur in de koelkast 4ºC is.
- Voorkom kruisbesmetting. Kruisbesmetting is het overbrengen van bacteriën van rauwe voedingsmiddelen op bereide gerechten. Dit gaat via de handen, het keukenmateriaal of bestek.
Zie ook: https://webshop.voedingscentrum.nl/producten/veilig-en-duurzaam/veilig-eten-voorkom-een-voedselinfectie/
Probiotica
Gebruik het eerste jaar na transplantatie geen producten met probiotica, zoals Yakult of yoghurtdranken met probiotica(bijvoorbeeld Vifit, Activia). Dit is vanwege mogelijke interacties met tacrolimus of door mogelijke verandering van de darmflora wat van invloed kan zijn op de opname van medicatie. Indien u deze producten na het eerste jaar wenst te gebruiken, kunt u dit overleggen met uw nefroloog.
Verminderde nierfunctie na een niertransplantatie
Gebruik bij een verminderde nierfunctie geen sterfruit(carambola).
Aanvullende informatie
https://www.nieren.nl/bibliotheek/184-voeding-na-transplantatie/293-voeding-na-niertransplantatie
Medicijnen tegen afstoten
Ondanks krachtige medicijnen komt het toch voor dat de nier wordt afgestoten. Waarschijnlijk voelt u hier niets van, dit is echter wel aan te tonen in het bloed of doormiddel van een transplantaatbiopsie.-
Azathioprine is verkrijgbaar in tabletten van 25 mg en 50 mg. U neemt het in 1 dosering per dag in.
naar de behandeling -
De tabletten zijn verkrijgbaar in 0,25 mg en 0,75 mg. U neemt de tabletten 2 keer per dag in.
lees meer
Certican/Everolimus®
De tabletten zijn verkrijgbaar in 0,25 mg en 0,75 mg.Bijwerkingen
- algemeen onwel voelen
- slechte wondgenezing
- buikpijn
- misselijkheid
- diarree
- bloedarmoede
- hoog cholesterol
- suikerziekte
- mondzweertjes
Het gebruik
U neemt de tabletten 2 x per dag in. Op dagen dat u een bezoek brengt aan de poli neemt u de ochtenddosis pas in na bloedafname. -
Ciclosporine is verkrijgbaar in capsules en als drank. De voorgeschreven hoeveelheid berekenen we op basis van uw lichaamsgewicht.
naar de behandeling -
Mycofenolaat mofetil is verkrijgbaar in tabletten van 500 mg en capsules van 250 mg. De gebruikelijke dosis is 1500 tot 2000 mg per dag.
naar de behandeling -
Prednison is verkrijgbaar in tabletten van 5 en 20 mg. Prednison neemt u bij voorkeur 1 keer per dag in. Het liefst ‘s morgens.
naar de behandeling -
Sirolimus/Rapamune® zijn verkrijgbaar in tabletten 1 mg en 2 mg. Tijdens uw bezoekdagen aan de poli neemt u de ochtenddosis pas in na bloedafname.
lees meer
Sirolimus/Rapamune®
Sirolimus/Rapamune® zijn verkrijgbaar in tabletten 1 mg en 2 mg.Bijwerkingen
- algemeen onwel voelen
- slechte wondgenezing
- buikpijn
- misselijkheid
- diarree
- bloedarmoede
- hoog cholesterol
- suikerziekte
- mondzweertjes
Het gebruik
U neemt de tabletten 1 x per dag in met water of sinaasappelsap. Tijdens uw bezoekdagen aan de poli neemt u de ochtenddosis pas in na bloedafname. -
Dit geneesmiddel is verkrijgbaar in capsules. De capsules neemt u 1 of 2 keer per dag in.
naar de behandeling
Ziek worden na transplantatie
Wanneer moet ik contact opnemen met de nefroloog? lees meerZiek worden na transplantatie
Wat moet ik doen als ik heb overgegeven?Wanneer u moet overgeven binnen 30 minuten na medicijninname, kunt u de medicatie opnieuw innemen. Braakt u later dan 30 minuten na inname van de medicijnen, dan mag u deze niet opnieuw innemen. Neem contact op met uw behandelend arts als u zoveel braakt dat u onvoldoende vocht binnenhoudt.
Wat moet ik doen als ik diarree heb?
Drink voldoende water, thee, bouillon en gebruik geen Norit tabletten. Neem contact op met uw arts als u gedurende twee dagen meer dan drie keer per dag waterdunne ontlasting heeft.
Wat moet ik doen als ik pijn heb?
Wanneer u pijn heeft kunt u één of twee paracetamol van 500 mg innemen, maximaal vier keer per dag. Behalve wanneer u nieuwe of onduidelijke pijnklachten heeft. Neem dan contact op met uw arts.
NSAID’s pijnstillers kunt u beter niet nemen. Deze hebben een negatieve invloed op de nierfunctie. Denk aan Diclofenac, Naproxen, Ibuprofen, Aleve, Nurofen, Sarixell, Advil en Voltaren.
Wanneer neem ik contact op met de nefroloog?
- Bij een temperatuur boven 38 graden Celsius
- Als u minder plast
- Bij pijn
- Bij kortademigheid
- Bij diarree
- Als u braakt
- Als u onvoldoende kunt drinken
- Bij erg dikke voeten
- Hoge of juist hele lage bloeddruk
- Als u vergeten bent uw medicijnen in te nemen
- Alle andere plotseling ontstane klachten
Voorlichting: in eigen beheer
Informatie over drinken, medicatie, suikers en bloeddruk in eigen beheer. lees meerPsychosociale en maatschappelijke ondersteuning
Een niertransplantatie is een ingrijpende gebeurtenis in uw leven. Niet alleen lichamelijk. lees meerPsychosociale en maatschappelijke ondersteuning
Een niertransplantatie is een ingrijpende gebeurtenis in uw leven. Niet alleen lichamelijk.
Psychische gevolgen
Bij een niertransplantatie kunt u vreugde en dankbaarheid voelen, maar ook angst voor afstoting of infecties. En het kan lastig zijn om uw leven na de transplantatie opnieuw vorm te geven. Of u heeft te hoge verwachtingen vooraf waardoor het herstel tegenvalt. Een medisch maatschappelijk werker kan u helpen tijdens de voorbereidingen op een transplantatie en/of de periode na de transplantatie om hiermee om te gaan.
Emotionele aspecten
Als de transplantatie heeft plaatsgevonden, breekt er een spannende en onzekere tijd aan. Gaat het allemaal goed en zal het goed blijven gaan? Duiden de klachten die ik heb op afstoting?
Het vraagt het nodige van uw incasseringsvermogen om eventuele tegenslagen aan te kunnen. Als er bijvoorbeeld kortdurend dialyse nodig is, kan dit verwarring en zorgen opleveren. Ook een langere opname dan verwacht kan de nodige zorgen opleveren voor u, maar ook voor uw directe omgeving. Ook voor gezinsleden en uw naasten is het een spannende tijd.
Als de transplantatie goed gaat kan voor u het nieuwe leven nogal plotseling beginnen. U mag weer meer, u kunt weer meer en u wilt weer meer. U bent waarschijnlijk heel dankbaar dat u een nier hebt ontvangen en u wilt dit graag uiten. Wanneer u een donor hebt die bij leven een nier aan u wilt geven, dan kunt u met de donor de verwachtingen over hoe om te gaan met dankbaarheid al voor de transplantatie bespreken. Wanneer u een nier hebt ontvangen van een overleden donor, dan bestaat de mogelijkheid dat u een anonieme brief / kaart stuurt naar de nabestaanden. Deze brief kunt u afgeven aan de verpleging, arts of medisch maatschappelijk werker.
Indien de transplantaatnier na donatie door een levende donor niet goed functioneert kunt u zich daarover schuldig gaan voelen. U kunt het heel erg vinden dat uw naaste, waar u een nier van heeft gekregen, dit voor uw gevoel voor niets heeft gedaan. En dat hij verder moet leven met één nier. Het risico dat dit kan gebeuren, wordt met de donor besproken in het voortraject. Over het algemeen is de donor zich van dit risico bewust, maar toch kiest de donor er voor om de nier af te staan. De donor vindt over het algemeen ook niet dat de getransplanteerde zich hierover schuldig hoeft te voelen. Op de afdeling weten de verpleegkundigen hoe spannend het allemaal is voor u als ontvanger en zij zullen u daar zo goed mogelijk in begeleiden. U kunt hierover altijd praten met de verpleegkundigen of artsen, geestelijk verzorger, maar u kunt ook begeleiding krijgen van een medisch maatschappelijk werker verbonden aan de afdeling Nierziekten.
Eén van de medewerkers van het medisch maatschappelijk werk komt enkele dagen na de operatie kennis met u maken.
Relationele en sociale gevolgen
Sommige patiënten hebben moeite met reacties van vrienden of bekenden na een transplantatie. Hun gevoelens en gedachten sluiten niet altijd aan bij die van uzelf. Voor hen is het soms lastig te begrijpen dat u na de transplantatie nog steeds beperkingen heeft. Probeer hierover met hen te praten. Vindt u dat lastig of weet u niet goed hoe dat aan te pakken? Dan is het mogelijk hierbij begeleiding te ontvangen van een medisch maatschappelijk werker.
Maatschappelijke gevolgen
Een transplantatie kan ook effect hebben op uw maatschappelijke positie. Omdat u bijvoorbeeld uw werk of studie weer oppakt of op zoek zult gaan naar een nieuwe baan. Ook hierbij kan een medisch maatschappelijk werker u helpen.
Hulpverlening
Een medisch maatschappelijk werker kan u op verschillende manieren ondersteunen:
- Begeleiding bij het verwerken van wat er gebeurd is en leren omgaan met de nieuwe werkelijkheid (psychosociale hulpverlening).
- Begeleiding bij praktische zaken.
- Informatie en advies.
Aanvragen medisch maatschappelijk werk
Zolang u onder behandeling bent bij het Radboudumc, dan kunt u begeleiding ontvangen van onze medisch maatschappelijk werkers. Zowel voor, tijdens als na de transplantatie. Ongeveer een jaar na de transplantatie gaat u terug naar het ziekenhuis in uw regio. De medisch maatschappelijk werker draagt uw begeleiding dan over naar het medisch maatschappelijk werk van uw ziekenhuis.
E mmw.nier@radboudumc.nl
T (024) 361 54 10
Daarnaast kunt u informatie terugvinden op onderstaande sites.
Belangrijke sites:
www.nieren.nl Zoek in bibliotheek op het woord: transplantatie
www.nierstichting.nl Zoek in folders particulieren
sport en beweging na transplantatie
Factsheet Niertransplantatie, donatie en wachtlijst
www.nierwijzer.nl kijk bij: Onderwerpen en behandelingen (filmpjes van ervaringsdeskundigen)
Leefstijladviezen
Na de transplantatie is het belangrijk dat u er een gezonde levensstijl op nahoudt. lees de adviezenLeefstijladviezen
Na de transplantatie is het belangrijk dat u er een gezonde levensstijl op nahoudt. Op deze pagina vindt u adviezen over uiteenlopende onderwerpen.
Beweging
Probeer elke dag minstens een half uur te wandelen, fietsen, tuinieren of iets dergelijks. Hiermee verbetert u uw conditie. Na een aantal weken voelt u zich meestal weer goed genoeg om te kunnen sporten. Soms wordt medische fitness (gedeeltelijk) vergoed door de zorgverzekeraar. Kies een activiteit die bij u past en bouw uw inspanningen geleidelijk op. Zorg dat u bij het sporten zo min mogelijk stoten of trappen tegen de transplantaatnier krijgt.
Ook kunt u eens per maand meewandelen met Walk & Talk. Dit is een beweegprogramma voor getransplanteerden waarin bewegen en ontmoeten centraal staat. Samen wandelen biedt de mogelijkheid om ervaringen en tips uit te wisselen. Daarnaast is het goed voor de conditie en draagt het bij aan een gezonde leefstijl. Je kunt hierover meer lezen op de website: www.walk-talk.nl. Als je wilt meewandelen, kun je een mail sturen naar: nijmegen@walk-talk.nl.
Gewicht
Veel patiënten komen aan na een niertransplantatie. Probeer gewichtstoename te beperken. Door overgewicht heeft u namelijk een verhoogd risico op hoge bloeddruk, suikerziekte en hart- en vaatziekten. Deze aandoeningen zijn niet goed voor uw algemene gezondheid en uw nieuwe nier. Lees hier meer over een gezonde voeding.
Mondverzorging
Door de medicijnen wordt uw afweer onderdrukt en heeft u meer kans op mondinfecties. Poets daarom twee maal per dag met een fluoridetandpasta. En gebruik van flossdraad, tandenstokers of ragers om uw gebit goed schoon te houden. Poets niet meteen na een maaltijd, fruit of vruchtensap. U kunt dan de glazuurlaag op uw tanden makkelijk wegpoetsen waardoor uw gebit sneller slijt. Ga ook eens per jaar voor controle naar de tandarts. Wanneer u een behandeling moet ondergaan waarbij het kan bloeden in uw mond, adviseren we uit voorzorg antibiotica in te nemen. Uw arts kan u hiervoor een recept voorschrijven.
Alcohol, roken en drugs
De meeste patiënten kunnen zonder problemen een tot twee alcoholische drankjes per dag gebruiken. Roken en drugs daarentegen wordt streng afgeraden. Wilt u deze middelen toch gebruiken, overleg dan zeker met uw arts of verpleegkundige.
Vakantie
Overleg met uw arts of verpleegkundige wanneer u naar het buitenland wilt reizen. U kunt niet alle vaccinaties krijgen die voor sommige bestemmingen vereist zijn. Wel krijgt u een Engelstalige brief mee voor eventuele calamiteiten met betrekking tot uw gezondheid.
Zonnen
De medicijnen tegen afstoting verhogen uw kans op huidkanker. Daarom adviseren we u fel zonlicht zoveel mogelijk te mijden. Zoek met zonnig weer zoveel mogelijk de schaduw op. Gebruik zonnebrandcrème met een hoge beschermingsfactor en een pet/hoed en bedekkende kleding. Het gebruik van een zonnebank wordt afgeraden.
Vruchtbaarheid
Vrouwen
Vóór een niertransplantatie hebben vrouwen vaak een onregelmatige menstruatiecyclus. Of u menstrueert helemaal niet. Na een geslaagde transplantatie herstellen de menstruatie en vruchtbaarheid zich vaak. Vanwege risico’s voor de transplantatienier wordt afgeraden de eerste anderhalf jaar na de transplantatie zwanger te worden. Ook kunnen de medicijnen die u na de niertransplantatie gebruikt ernstige afwijkingen aan een ongeboren kind veroorzaken. Overleg met uw arts of verpleegkundige welke anticonceptie u kunt gebruiken. Meestal is de pil of een spiraaltje toegestaan. Heeft u een kinderwens? Bespreek het dan met uw arts of verpleegkundige. Als uw gezondheid het toelaat kunnen zij u helpen bij het aanpassen van uw medicatie en tijdens de eventuele zwangerschap.
Mannen
Mannen met een slechte nierfunctie zijn vaak minder vruchtbaar. Na een geslaagde niertransplantatie kan zich dat weer herstellen.
Seksualiteit
Mensen met een ernstig verslechterde nierfunctie hebben soms seksuele problemen zoals verminderde seksuele behoefte, erectiestoornissen of vaginale droogte. Vaak speelt vermoeidheid daarbij een rol. Na een geslaagde transplantatie kunnen deze problemen verdwijnen, maar dat hoeft niet. U kunt seksuele problemen bespreken met uw arts of verpleegkundige. En we kunnen u doorverwijzen naar de polikliniek Urologie of medische seksuologie van ons ziekenhuis.
Veelgestelde vragen en antwoorden
Moet ik mijn nier beschermen? Mag ik zwanger worden? Wat als ik mijn medicijnen vergeten ben? Lees alle veel gestelde vragen en antwoorden. lees meerVeelgestelde vragen en antwoorden
Algemeen
Kan ik familie of vrienden vragen om een nier aan mij te geven?
Ja dat kan. Hoe u dit bespreekbaar maakt is persoonlijk. Sommige mensen vragen dit makkelijk, maar de meeste mensen vinden het moeilijk. Als u dit moeilijk vindt dan kunt u contact opnemen met het Nierteam aan huis. Klik hier als u meer wilt weten over het vinden van een nierdonor.
Hoe lang gaat een nier mee?
Gemiddeld functioneert een nier van een overleden donor zo’n 10 à 15 jaar. Een nier van een levende donor 20 à 25 jaar. Er zijn echter geen garanties. Veel factoren beïnvloeden of een nier goed blijft werken. Het komt voor dat een gedoneerde nier helemaal stopt met werken. U moet dan (weer) met dialyse behandeld worden of een nieuwe transplantatie ondergaan.
Kun je vaker een nieuwe nier krijgen?
Ja, dat kan. Als u aan de voorwaarden voldoet doorloopt u opnieuw het transplantatieproces.
Na de operatie
Mag ik alternatieve medicijnen gebruiken?
Wilt u homeopathische of andere alternatieve geneesmiddelen gebruiken? Overleg dit dan met uw behandelend arts. Sommige middelen beïnvloeden de werking van uw medicatie, bijvoorbeeld st. janskruid.
Wat moet ik doen als er bijwerkingen optreden?
Stop nooit zonder overleg medicijnen. Neem altijd contact op met uw behandelend arts of verpleegkundige.
Wat moet ik doen als ik mijn medicijnen vergeten ben?
- Medicijnen die u twee keer per dag inneemt: ontdekt u binnen vier uur dat u de medicijnen vergeten bent, neem ze dan alsnog in. Is het langer dan 4 uur geleden dat u de medicijnen in had moeten nemen, neem dan contact op met uw behandelend arts of verpleegkundige. Neem nooit een dubbele dosis in!
- Medicijnen die u een keer per dag inneemt: als u binnen 8 uur ontdekt dat u een dosis vergeten bent, kunt u ze alsnog innemen.
Wat kan ik doen als ik moeite heb met het doorslikken van pillen?
Probeer de pillen in te nemen met vla, appelmoes of iets dergelijks. Eventueel kunt u pillen fijnmalen. Behalve capsules, deze moet u altijd in zijn geheel doorslikken.
Wat moet ik doen als de apotheker andere medicatie aflevert dan ik gewend ben?
Voor de meeste medicijnen is dit geen probleem, omdat een ander merk dezelfde werkzame stof bevat. Behalve bij:
- tacrolimus (Prograft / Advagraf);
- ciclosporine (Neoral).
Bij deze medicijnen kan een extra controle van uw bloedspiegel nodig zijn. Vraag de apotheker om contact op te nemen met uw behandelend arts.
Moet ik mijn nier beschermen?
Alleen bij sporten waarbij u een trap of klap kunt oplopen, raden we aan een nierschildje aan te schaffen. Vraag ernaar bij uw arts of verpleegkundige.
Wanneer mag ik weer autorijden?
Zodra u zich daar lichamelijk en geestelijk goed genoeg voor voelt en in overleg met uw arts.
Moet ik antibiotica gebruiken bij een operatieve ingreep?
Bij een kleine ingreep zoals het verwijderen van een kleine huidtumor is dit niet nodig. Bij een grotere ingreep of een tandheelkundige behandeling waarbij u veel bloed verliest, adviseren we preventief een antibioticum te gebruiken. Informeer hiervoor bij uw arts.
Moet ik meewerken aan de oproep voor de griepprik?
Nierpatiënten horen tot de risicogroepen die in aanmerking komen voor de griepprik. Maar de medicijnen tegen afstoting kunnen de werking van de griepprik beïnvloeden. Is de transplantatie minder dan een half jaar geleden? Overleg dan met uw behandelend arts of de griepprik zinvol is. Als de transplantatie langer dan een half jaar geleden is, kunt de griepprik het beste wel halen.
Wanneer kan ik weer gaan werken?
Dit is afhankelijk van uw herstel en werksituatie. Bespreek het bij twijfel met uw arts of verpleegkundige.
Mag ik zwanger worden na een niertransplantatie?
Als uw nierfunctie goed is en er zijn geen andere grote problemen kan het meestal wel. Maar pas anderhalf jaar na de transplantatie. Bespreek uw kinderwens met uw behandelend arts of verpleegkundig specialist.