Het kraambed

Meestal ga je snel na de bevalling weer naar huis. Het kan zijn dat je nog moet blijven vanwege veel bloedverlies, een ernstige hoge bloeddruk of een keizersnede. De verpleegkundigen hebben ervaring met het begeleiden van ouders in dezelfde situatie. Ook is het mogelijk over je emoties te praten met een psycholoog, maatschappelijk werker of geestelijk verzorger.

De verzorging in het kraambed

In principe heb je recht op kraamzorg, ook als je vroeg in de zwangerschap bevalt en er geen kind is om voor te zorgen. De officiële regel is dat het gaat om een bevalling waarbij ‘kind en moederkoek apart worden geboren’. Vanaf een zwangerschapsduur van 15-16 weken is dat het geval. Als je al kraamzorg had geregeld zijn er over het algemeen geen problemen te verwachten. Als je nog geen kraamzorg geregeld had, dan neemt het ziekenhuis contact op met de kraamzorgorganisatie. Vooral als je nog andere kinderen thuis hebt, kan kraamzorg erg prettig zijn. Als het mogelijk is kiest de kraamzorgorganisatie iemand uit met ervaring met het verlies van een pasgeboren kind.

Als een verloskundige je tijdens de zwangerschap controleerde, bezoekt zij jou ook in het kraambed. In andere gevallen kan het Radboudumc jouw verloskundige vragen om de medische controles in het kraambed te doen. Vaak komt ook de huisarts langs.

Klachten in het kraambed

Je lichaam vertoont de normale reacties na een bevalling: naweeën, vloeien en misschien ook pijn van hechtingen. Hierdoor voel je het gemis mogelijk des te meer. Verpleegkundigen, verloskundigen of de kraamhulp begeleiden en adviseren je hierbij. Na de bevalling kan ook borststuwing ontstaan. Stuwing na de bevalling zonder kind om te voeden kan een pijnlijke ervaring zijn. De arts kan je als je wil medicijnen voorschrijven die de melkproductie tegen gaan. Je kunt de voor- en nadelen van de medicatie met je arts bespreken.

Het verlies van een kind

Het verlies van een kind is een van de meest ingrijpende verliezen waarmee een mens te maken kan krijgen. Helaas overlijdt ongeveer 1 op de 100 kinderen tijdens de zwangerschap of rond de bevalling. lees meer

Het verlies van een kind

Niets is aangrijpender dan geboorte en dood. Als een kind vóór de geboorte, tijdens de bevalling of kort daarna overlijdt, vallen deze gebeurtenissen samen. Het verlies van een kind is een van de meest ingrijpende verliezen waarmee een mens te maken kan krijgen. Helaas overlijdt nog ongeveer 1 op de 100 kinderen tijdens de zwangerschap of rond de bevalling.

Wanneer je kind overlijdt

  • Een bevalling via de natuurlijke weg is belangrijk voor het rouwproces. De geboorte wordt werkelijkheid en niet iets wat je vaag overkomt.

    lees meer


    De bevalling

    De eerste reactie na het slechte nieuws is vaak om ‘het kind er zo snel mogelijk uit te halen’, het liefst via een keizersnede. Het idee om een dood kindje te dragen of een ‘gewone bevalling’ te moeten doormaken, is vaak te pijnlijk. Medisch gezien is een onnodige operatie niet verantwoord. De ervaring leert dat een bevalling via de natuurlijke weg belangrijk is voor het rouwproces. De geboorte wordt werkelijkheid en niet iets wat je vaag overkomt. Sommige moeders houden aan de bevalling ook het gevoel over écht iets voor hun kind gedaan te hebben.

    Je kunt opzien tegen een bewust meegemaakte bevalling. Bespreek dit met de behandelend arts en/of andere hulpverleners zoals de maatschappelijk werker zodat zij jou zo goed mogelijk kunnen ondersteunen.

    Ook voor jouw partner is dit een moeilijke tijd. Partners voelen zich soms overbodig, onzeker en machteloos tijdens de bevalling en geboorte. Naast hun eigen verdriet moeten zij toezien hoe hun geliefde pijn lijdt. Partners denken soms dat zij sterk moeten zijn, maar het is belangrijk dat ook zij hun emoties tonen en delen.

    In het ziekenhuis

    Als de bevalling vanzelf op gang komt, als je besluit tot het inleiden van de bevalling of als er een medische noodzaak bestaat, nemen we je op in het Radboudumc. Je bevalt in een verloskamer. Daar bespreken de verpleegkundige en de gynaecoloog nogmaals wat je die dag(en) te wachten staat.

    Je kunt op de afdeling soms geconfronteerd worden met andere vrouwen die aan het bevallen zijn. Het horen of zien van pasgeboren kinderen is mogelijk pijnlijk voor je. Toch is het belangrijk om daar te bevallen waar de beste medische zorg voor handen is.

    Weeën opwekken

    Als de weeën worden opgewekt, gebeurt dit met een infuus met oxytocine of met vaginale tabletten (Misoprostol). Meestal vindt de bevalling binnen 24 uur plaats. Soms kan het langer duren. Dit betekent niet dat je de hele tijd pijnlijke weeën hebt. Vaak duurt het een tijd voordat de weeën op gang komen.

    Pijnstilling

    Meestal krijg je pijnstillende middelen als je daar om vraagt. Het is belangrijk dat je zelf op tijd aangeeft wanneer de pijn te hevig wordt. Er zijn verschillende middelen om de pijn te verlichten: medicijnen via een infuus of een ruggenprik. Bij een ruggenprik verdoven we het onderste deel van je lichaam. Bij een ingeleide bevalling met Misoprostol verloopt de ontsluiting (het opengaan van de baarmoedermond) vaak anders dan bij een gewone bevalling. Lange tijd lijkt er nauwelijks iets te gebeuren, en dan vrij plotseling is er sprake van volledige ontsluiting en persdrang.

    Het komt vaker voor dat de placenta (moederkoek) na de bevalling in de baarmoeder vast zit, zeker als de zwangerschap nog niet zo ver gevorderd was. De gynaecoloog verwijdert de placenta dan tijdens een korte ingreep onder narcose op de operatiekamer.

    Een bevalling thuis

    Als jouw kind rond de uitgerekende datum is overleden en je van plan was thuis te bevallen, kun je in overleg met de verloskundige nog steeds thuis bevallen. Je hebt dan wel eerst een gesprek met een gynaecoloog. We kunnen een thuisbevalling niet inleiden. Ook is pijnstilling over het algemeen niet mogelijk. Na de bevalling kan je kind, als je dat wil, wel in het ziekenhuis worden onderzocht om de oorzaak van het overlijden te achterhalen.

  • Rouw

    Iedereen maakt in zijn leven verliesmomenten mee. Hoewel de zwaarte en de omstandigheden ervan verschillen, gaan ze altijd samen met gevoelens van rouw en verdriet. De verschillende gevoelens zijn mogelijk niet alleen kort na het slechte nieuws aanwezig, maar komen ook later nog vaak voor.

    Ongeloof, ontkenning, verdoving

    De meest gehoorde reactie van ouders, wanneer zij te horen krijgen dat hun kind overleden, is: ‘Dat kan niet waar zijn!’ ‘Dat overkomt óns toch niet?’ Soms is het moeilijk om te beseffen dat je kind niet meer leeft. Het gevoel van ongeloof en ontkenning gaat nogal eens gepaard met grote leegte. Meestal wordt dit gevoel wel minder heftig.  Dit betekent niet dat je het gevoel nooit meer ervaart. Op latere momenten kun je er weer mee geconfronteerd worden.

    Zoeken naar een schuldige, woede en protest

    Ouders zoeken vaak een schuldige voor de dood van hun kind. Zij kunnen de arts, de verloskundige, hun partner, de werkgever, maar ook het kind of zijzelf de schuld geven. Ook kan hun boosheid zich richten op een hogere macht zoals God of het noodlot. De vraag naar het ‘waarom’ staat dan op de voorgrond. Ouders zoeken oorzaken voor de slechte afloop. Vooral vrouwen hebben soms een gevoel van schuld of tekortschieten. Probeer deze gevoelens te uiten bij vrienden, familie en hulpverleners.

    Verdriet

    Bijna alle ouders ervaren hevig verdriet met gevoelens van wanhoop en leegte. Zij zijn bezig met het beeld van het dode kind en het verlies van toekomstverwachtingen. Als een zwangerschap tot stand kwam na een medisch traject, kan de hoop op een volgende zwangerschap vervlogen zijn.

    Verdriet is een gezond, natuurlijk en noodzakelijk onderdeel van het rouwen. Vaak treden ook lichamelijke of psychische klachten op. Verdriet kan ook later weer de kop op steken, zoals bij de uitgerekende geboortedatum, bij de overlijdens- of geboortedatum, of bij de geboorte van een nieuw eigen kind of kind in de nabije omgeving.

    Slecht nieuws

    Vaak komt het slechte nieuws zeer onverwachts. Je kind blijkt tijdens de geboorte onverwacht te zijn overleden, krijgt na de geboorte zoveel problemen dat het overlijdt of tijdens de zwangerschapscontrole blijkt dat de arts of verloskundige de hartslag van het kind niet kan vinden. In een gesprek met een arts krijg je, voor zover mogelijk, meteen informatie over de oorzaak van het overlijden. Soms is de oorzaak niet meteen duidelijk en bieden we verder onderzoek aan om aanwijzingen te vinden voor de doodsoorzaak. De arts bereidt je ook voor op de bevalling. Vaak maak je dan ook kennis met een maatschappelijk werker van het Radboudumc. Deze praat over wat er allemaal op je af gaat komen en bespreekt mogelijkheden om op je eigen manier afscheid te nemen van je kind.

    Als er geen medische reden is voor een directe ziekenhuisopname, kun je wachten tot de bevalling spontaan op gang komt. Hoe lang dit duurt, is meestal moeilijk te voorspellen: soms gebeurt het na een paar dagen, maar het kan ook een paar weken duren. Een andere mogelijkheid is het op gang brengen (inleiden) van de bevalling. Voordat dit gebeurt, krijgen jij en je partner vaak het advies nog enige tijd naar huis te gaan.

    Zo krijg je de kans de eerste schok zo goed mogelijk te verwerken in je eigen omgeving. Je kunt beslissen wie je alvast wilt informeren. Ook kun je bespreken welke hulp of steun je op prijs stelt. Meestal zijn er een aantal praktische zaken te regelen, zoals werkzaamheden buitenshuis, de opvang van andere kinderen tijdens de bevalling of contact met een uitvaartondernemer. Vanuit het Radboudumc licht de verloskundige of gynaecoloog jouw eigen verloskundige en/of huisarts in.

    De eerste tijd na het slechte nieuws is vaak onwerkelijk. In je lichaam verandert er meestal niets. Sommige vrouwen hebben het gevoel dat het kind toch nog beweegt. Veel vrouwen voelen zich door hun lichaam in de steek gelaten.

  • Nacontrole in het ziekenhuis

    De nacontrole bij de gynaecoloog is voor veel ouders van een overleden kind een belangrijk moment. Het kan confronterend zijn om weer in het ziekenhuis te zijn waar het verlies heeft plaatsgevonden. Het kan ook helpen om over alle feiten en emoties te spreken.

Onderzoek naar de doods­oorzaak

Wanneer de oorzaak van het overlijden van je kind niet duidelijk is, kan onderzoek naar de doodsoorzaak mogelijk een verklaring bieden. Tegenwoordig maken we steeds vaker gebruik van technieken als MRI- en CT-scans waarmee we onderzoek kunnen doen zonder fysieke ingrepen. lees meer

Onderzoek naar de doods­oorzaak

Wanneer de oorzaak van het overlijden van je kind niet duidelijk is, kan onderzoek naar de doodsoorzaak mogelijk een verklaring bieden. Vroeger gebeurde dit voornamelijk door obductie. Veel ouders vinden dit geen fijn idee. Tegenwoordig maken wij in het Radboudumc steeds vaker gebruik van technieken als MRI- en CT-scans waarmee we onderzoek kunnen doen zonder fysieke ingrepen. Mogelijk kan ook chromosoomonderzoek gedaan worden. De arts neemt alle opties met je door en kan je meer informatie geven over de verschillende onderzoeken.

De uitslag

Hoe lang het duurt voordat de uitslag bekend is, hangt af van het onderzoek. De uitslagen van eventuele onderzoeken kunnen je helpen bij het verwerkingsproces. Soms zijn uitkomsten belangrijk om de oorzaak van het overlijden te achterhalen of om de kans op herhaling in een volgende zwangerschap in te schatten. Het onderzoek kan ook bijdragen aan de wetenschap. Het is jouw eigen beslissing of je toestemming geeft voor onderzoeken. Als je er bezwaar tegen hebt, respecteert iedereen dat.

Bij kinderen die dood geboren worden, vinden we vaak geen duidelijke oorzaak voor het overlijden. Bloedonderzoek, obductie en eventueel chromosoomonderzoek leiden dan vaak niet tot afwijkende bevindingen. Dit geeft gemengde gevoelens: aan de ene kant is er opluchting omdat het kind gezond was. Meestal is er dan geen verhoogde kans op herhaling. Aan de andere kant blijft er de pijnlijke werkelijkheid van het verlies.

Begraven of cremeren

Het is belangrijk om goed na te denken over de manier waarop je de uitvaart wil houden. Je kunt je kind mee naar huis nemen tot de dag van de begrafenis of crematie. lees meer

Begraven of cremeren

Je kunt kiezen voor een begrafenis of crematie in eigen omgeving. Een uitvaartverzorger kan dit voor je regelen, maar je kunt ook zonder een uitvaartondernemer, direct contact opnemen met de beheerder van een begraafplaats of crematorium. Het is belangrijk om goed na te denken over de manier waarop je de uitvaart wil houden. Voor steun en adviezen kun je een geestelijk verzorger of uitvaartondernemer inschakelen.

Misschien vraag je jezelf af of jouw andere kinderen aanwezig kunnen zijn bij de uitvaart. Meestal is dit aan te raden. Het helpt hen het verlies van hun broertje of zusje als werkelijkheid te beleven en het verlies te verwerken. Je kind hoeft niet in een kistje te worden begraven; je mag hem of haar ook in een rieten mandje of iets dat u zelf heeft gemaakt leggen.

Je kunt kiezen voor een begrafenis of crematie in eigen omgeving als je kind voor de 24ste week van de zwangerschap geboren is. Wanneer je kind voor de 24 weken zwangerschapsduur in het Radboudumc geboren is, kun je hem of haar ook via een gezamenlijke crematie laten cremeren. Deze vindt 6 keer per jaar plaats in crematorium Jonkerbos in Nijmegen. Bij de crematie kun je niet aanwezig zijn, wel bij de verstrooiing van de as. Hier zijn geen kosten aan verbonden. Wanneer je in een ander ziekenhuis bevalt, kun je navraag doen naar de mogelijkheden daar. Als jouw kind voor een zwangerschapsduur van 24 weken geboren is en langer dan 24 uur geleefd heeft, dan is crematie via het Radboudumc niet mogelijk. Je draagt dan zelf zorg voor een crematie of begrafenis.

Je kunt je kind ook ter beschikking stellen aan de wetenschap. De arts kan je hier mee over vertellen.

Kosten

De kosten voor crematie of begrafenis via een uitvaartondernemer variëren. Je kunt een offerte laten maken zodat je niet voor onverwachte kosten komt te staan. In de meeste begrafenisverzekeringen zijn ook begrafenis- of crematiekosten voor een levenloos geboren kind meeverzekerd. Je kunt hiervoor contact opnemen met de uitvaartverzekeraar. Als je zelf alles regelt, kunnen de kosten lager zijn.

Je kind mee naar huis

Je kunt je kind mee naar huis nemen tot de dag van de begrafenis of crematie. Je mag het kindje zelf vervoeren. Je krijgt dan een verklaring van levenloze geboorte of een verklaring van overlijden uit het ziekenhuis mee. Je kunt je kind in een reiswiegje, mandje of kistje vervoeren, maar je mag hem of haar ook vasthouden.

Bespreek met je partner of dierbaren hoe je de thuiskomst van je kind voor je ziet. Wil je hem of haar in de wieg leggen, op de bedoelde babykamer, in de woonkamer, wil je dat anderen jouw kind kunnen zien? Als je jouw kind niet mee naar huis neemt, wordt het gekoeld in het mortuarium van het ziekenhuis of van de uitvaartverzorger. Daar kun je hem of haar ook bezoeken.

Het kraambed

Meestal ga je snel na de bevalling weer naar huis en heb je recht op kraamzorg. Vooral als je nog andere kinderen thuis hebt, kan kraamzorg erg prettig zijn. Na de bevalling kun je last krijgen van naweeën, vloeien en misschien ook pijn van de hechtingen. lees meer

Afscheid nemen

Kennismaken en tegelijkertijd afscheid nemen van je kind is ontzettend belangrijk. Je hebt maar weinig tijd om beelden en herinneringen vast te leggen. lees meer

Afscheid nemen

Kennismaken en tegelijkertijd afscheid nemen van je kind is ontzettend belangrijk. Je hebt maar weinig tijd om beelden en herinneringen vast te leggen. De medewerkers in het Radboudumc steunen je hierbij.

Het zien en vasthouden van jouw overleden kind, ook als het zichtbare afwijkingen heeft, is één van de mogelijkheden om een zo goed en duidelijk mogelijk beeld van het kind te krijgen. De meeste ouders hechten achteraf veel waarde aan het feit dat zij hun kindje hebben gezien. Dat het kind bijvoorbeeld haartjes en nageltjes heeft, kan diepe indruk maken en ontroeren. Veel ouders vinden het fijn om in hun kind gelijkenissen te zoeken met zichzelf of hun andere kinderen. Vaak leidt dit, ondanks het grote verdriet, tot een gevoel van trots.

Als een kind enkele dagen overleden is, kan de huid wat loslaten. Ook de schedel is vaak slap. Uit ervaring weten we dat veel ouders ook in deze situatie hun kind willen zien. De verpleging kan jullie hierbij begeleiden. Afhankelijk van de zwangerschapsduur is het mogelijk je kind zelf te wassen of erbij te zijn als de verpleegkundige dat doet. Als je wil kun je kleertjes, een omslagdoek of een mandje/kistje meenemen. Je baby blijft er goed uitzien als we hem of haar koelen. Dit kan door een koelplaatje of door de baby in water te leggen.

De watermethode

De watermethode is een manier om het overleden kind mooi te houden tot de begrafenis of crematie. De ervaring leert dat bij het opbaren van uw baby in water de huid lichter wordt, ook als deze donker verkleurd was. Ook neemt de huid wat water op, waardoor de baby er goed uit blijft zien. Bij het opbaren in water treedt er geen vervorming op en de huid beschadigt niet door aan- of uitkleden van je baby, of door hem of haar in of uit bakje of dekentje halen. Ook kun je foto’s (laten) maken. Eventuele afwijkingen kunnen wel zichtbaarder worden. Het is belangrijk dat je zelf goed de afweging maakt wat hierin voor jou belangrijk is.

Als je van de watermethode gebruik wil maken, dan raden wij aan de baby binnen een half uur tot een uur in koud water te leggen. Je kunt dat zelf doen of het laten doen door de verpleegkundige. Wij gebruiken een plastic bak(je) voor het opbaren, maar je mag ook zelf een kom, schaal of vaas meenemen. Het kindje moet helemaal onder water liggen. Het water kan wat roze worden doordat er mogelijk nog wat bloed van de geboorte op je kind zit. Het advies is om het water elke dag te verversen. Soms is het nodig het water wat vaker te verversen. Als je kindje in het water is opgebaard, kun je hem of haar er altijd weer even uitnemen.

Thuis of in het mortuarium

Je kunt je kindje bij jou op de kamer houden of je kunt hem of haar in het mortuarium, op afspraak, bezoeken. Er zijn aparte, sfeervol ingerichte ruimtes, waar je bij je kind kunt zijn. Als je meer informatie wil over de mogelijkheden in het mortuarium, vraag hier dan naar bij de verpleegkundige. Als je zelf in het ziekenhuis bent opgenomen dan is het ook mogelijk dat je jouw kindje naar de afdeling laat komen. De verpleegkundigen en de medewerkers van het mortuarium denken graag met je mee en nemen de verschillende keuzemogelijkheden met je door.

Het is goed als jouw andere kinderen en dierbaren je kind ook nog willen zien. Je kunt er later dan gemakkelijker over praten. Je kunt met vragen over het betrekken van kinderen en dierbaren terecht bij een van de maatschappelijk werkers. Zij hebben hier ervaring mee.

Foto’s

Misschien vind je het maken van foto’s van je overleden kind in eerste instantie een raar of eng idee. Toch blijkt het voor veel ouders prettig te zijn om foto’s te hebben. Foto’s zijn vaak de meest tastbare en kostbare herinneringen. Ouders die vele jaren geleden een kind verloren, vertellen vaak hoe zij deze herinnering missen. Ook wanneer zij hun kind wel gezien hebben, vervaagt het beeld na verloop van tijd.
 
De verpleegkundigen kunnen je helpen met het maken van foto’s. Je kunt de foto’s op een DVD of USB-stick mee krijgen. Soms vragen we of we foto’s van je overleden kind in je digitale medische dossier mogen opnemen. Deze blijven dan altijd tot je beschikking. Je kunt ook contact opnemen met een professionele fotograaf. Hij of zij komt kosteloos foto’s maken, in het ziekenhuis of thuis:

  • Make a memory maakt belangeloos professionele foto’s voor familie van ernstig zieke, stervende of overleden baby’s of kinderen (vanaf 23 weken zwangerschapsduur), zowel in ziekenhuizen als op andere locaties.
  • Stichting still maakt belangeloos professionele foto’s voor familie van overleden baby’s vanaf het tweede trimester van de zwangerschap.

Andere tastbare herinneringen

Als je wil geven wij je ook andere herinneringen mee naar huis: een naamkaartje, zo mogelijk een haarlokje, maar ook hand- en/of voetafdrukken afgedrukt in inkt of gips.

Veel ouders maken een herinneringsboek over hun kind. Daarin kun je alle tastbare herinneringen, zoals brieven of kaarten, een dagboek en tekeningen van andere kinderen samenvoegen.

Een naam

Veel ouders geven hun kind een naam. Zo voorkom je dat je achteraf over ‘hem of haar’ of over ‘de baby’ moet praten. Met een naam wordt het kind ook voor mensen uit je omgeving echt jullie zoon of dochter.

Wanneer je 24 weken of langer zwanger was, is het geven van een naam verplicht. Voor de 24ste week is het in Nederland niet verplicht om een kind een naam te geven.

Geboorte/overlijdenskaartje

Als je ervoor kiest geen geboortekaartje te sturen of overlijdensbericht te plaatsen, kan dat mogelijk zorgen voor pijnlijke vragen of opmerkingen. Bij alles in het proces van afscheid nemen van je kind is het belangrijk keuzes te maken die bij jou passen. Er is geen goed of fout. Maak keuzes die waardevol zijn voor jou en waar je zelf achter staat.


Verder leven na overlijden van je kind

  • Vaak komt de moeilijkste periode na de begrafenis of crematie als je omgeving weer doorgaat met de gewone bezigheden.

    lees meer


    Thuis zonder kind

    Veel vrouwen willen zo snel mogelijk na de bevalling naar huis. Sommige vrouwen beleven het ontslag uit het ziekenhuis ook als een vertrek uit een veilige omgeving met mensen die weten wat er gebeurd is en die meeleven met het verlies en verdriet.

    Soms is het lege huis een beangstigend vooruitzicht. Als mensen uit je omgeving weinig of geen contact met je hebben gehad, begrijpen zij het verdriet soms niet. Het kan helpen hen te betrekken bij het afscheid. Thuiskomen betekent vaak ook dat je te maken krijgt met de kinderkamer en alle babyspullen, het huis dat al op de komst van je kind was voorbereid. Het opruimen van de babyspulletjes (na verloop van tijd), is een van de stappen in het rouwproces.

    Vaak komt de moeilijkste periode na de begrafenis of crematie als je omgeving weer doorgaat met de gewone bezigheden. Wellicht krijg je het gevoel dat iedereen jou, je verdriet en je kind vergeten is. Als je weer thuis bent, zoek je mogelijk steun en troost. Familieleden, vrienden en kennissen vinden het soms moeilijk een gesprek te beginnen over het verlies. Probeer het zelf ter sprake te brengen. Vaak blijkt dan ook dat anderen daar behoefte aan hebben, maar er zelf niet over durven te beginnen.

    Als je probeert de draad weer op te pakken ervaar je mogelijk steeds wisselende emoties die je misschien in de war brengen. Het is heel normaal dat verdriet, opluchting, schuldgevoel, boosheid en ook gelukkige momenten elkaar afwisselen. Vaak zeggen ouders na verloop van tijd: ik zou zo graag willen dat alles weer was zoals vroeger. Dat kan niet: je bent zelf veranderd. Het leven zonder je kind zal nooit meer zijn zoals het daarvoor was. Dat hoeft niet negatief te zijn. Sommige ouders zeggen dat zij uiteindelijk door hun verdriet als mens rijker zijn geworden en meer naar elkaar zijn toe gegroeid.

    Schuldgevoelens

    Vrouwen voelen zich vaak machteloos en geven zichzelf vaak de schuld, vooral als er geen duidelijke oorzaak voor het overlijden of de aangeboren afwijking wordt gevonden. Zij denken bijvoorbeeld dat ze tijdens de zwangerschap iets fout gedaan hebben. Veel vrouwen hebben het gevoel te falen als vrouw, partner of moeder. Ook mannen voelen zich vaak machteloos en kunnen zich afvragen of ze het wel goed gedaan hebben. Het is ook mogelijk dat u anderen de schuld geeft. Misschien heb je het gevoel dat er niet zorgvuldig naar je geluisterd is. Het is belangrijk deze emoties met anderen te delen. Neem zo nodig contact op met je huisarts, maatschappelijk werker, psycholoog, verloskundige of gynaecoloog.

    Als je een gesprek niet meteen aandurft of aankunt, kun je ook een brief schrijven om je gevoelens en vragen alvast duidelijk te maken. Het is dan gemakkelijker om er later in een gesprek op door te gaan. Als deze gesprekken geen rust en duidelijkheid opleveren, kun je ook de mening van een andere deskundige vragen. Je kunt dit met de huisarts bespreken. Als je het gevoel hebt dat er fouten zijn gemaakt in het ziekenhuis, kun je een klacht indienen. Het Radboudumc heeft een onafhankelijke klachtencommissie die jouw klacht serieus beoordeelt.

    Rouwen

    Na de geboorte van een overleden kind gaat vaak de meeste aandacht naar de moeder. De partner richt zich de eerste periode meestal op het praktische en huishoudelijke werk. Daardoor lijkt deze soms niet zoveel last van verdriet te hebben. Partners lijden meestal net zo onder het verlies als moeders, maar op een andere manier. Partners uiten hun gevoelens vaak wat minder omdat zij vinden dat het steunen van hun vrouw belangrijk is. Dit betekent soms dat zij pas later aan het verwerken van hun verdriet toekomen, op een tijdstip dat hun vrouw er al veel beter mee kan omgaan.

    Mensen verwerken het verlies vaak in een verschillend tempo en op verschillende manieren. Wees hierover open tegenover elkaar: onbegrip en jezelf afsluiten voor elkaar of juist elkaar willen beschermen, kan tot onnodige verwijdering leiden. Mannen vertellen vaak dat zij het moeilijker vinden dan vrouwen om te praten over hun verdriet. Ze geven de indruk te vluchten in werk, sporten of nietsdoen om zo hun gevoelens de baas te worden.

    Soms willen partners hun vrouw beschermen door niet over het kind en het verdriet te praten. Probeer niet alleen te vertellen wat je voelt, maar ook met elkaar te bespreken hoe je elkaars gedrag beleeft. Dat helpt om het verlies, het verdriet en de leegte samen te dragen. Als je denkt er samen niet uit te komen, neem dan contact op met bijvoorbeeld de huisarts, een maatschappelijk werker of een psycholoog.

    Seksuele relatie

    Het seksuele contact met je partner hoeft niet hetzelfde te zijn als voor de zwangerschap. De meeste vrouwen hebben tijd nodig voordat ze weer echt zin hebben om te vrijen. Voor die tijd hebben ze vooral behoefte aan veel begrip en warme belangstelling van hun partner. Mannen beleven intimiteit vaak door seksualiteit en kunnen dit contact als een gemis ervaren.

    Als je weer aan vrijen toe bent, kan een eventueel het advies om voorbehoedsmiddelen te gebruiken als zeer tegenstrijdig worden beleefd. Ook hier is het belangrijk je eigen gevoel serieus te nemen en het eerlijk en open met je partner te bespreken, hoe moeilijk dat soms ook is.

    De andere kinderen in het gezin

    Volwassenen en zeker ouders willen kinderen beschermen voor pijn en verdriet. Toch merken kinderen, hoe jong ze ook zijn, dat hun ouders verdriet hebben. Hen buiten het verlies houden, kan onzekerheid en een schuldgevoel veroorzaken. Meestal hebben broertjes en zusjes meegeleefd met de zwangerschap en uitgekeken naar het nieuwe kindje. Het is dan ook goed om over het overlijden te vertellen en ze bij het afscheid te betrekken. Voorlezen uit kinderboeken over de dood en samen een herinneringsboek maken, kan hen hierbij helpen.

    Kinderen brengen het onderwerp vaak onverwacht en spontaan ter sprake. Dit biedt de ouders vaak troost. Uit onverwachte opmerkingen en tijdens spel merk je dat zij met het overleden broertje of zusje bezig zijn en zo het verlies verwerken. Probeer  vragen op een eenvoudige manier te beantwoorden. Je kunt met (grotere) kinderen bespreken of zij misschien iets aan hun broertje of zusje mee willen geven: een knuffeltje, een brief of een tekening in het kistje bijvoorbeeld.

  • Familie, vrienden, kennissen en lotgenoten

    Ouders van doodgeboren kinderen hebben vaak behoefte aan steun van mensen uit hun omgeving. Reacties zijn erg verschillend: lieve en troostende woorden van mensen, soms uit onverwachte hoek.
    Mensen die uw kind niet gekend hebben, vinden het vaak moeilijk je verdriet te begrijpen. Zij denken bijvoorbeeld dat je nog niet zo’n band met het kind had. Onbegrip kan een gevoel van eenzaamheid veroorzaken. Daarom is het, zoals eerder beschreven, belangrijk familie en vrienden bij het afscheid te betrekken. Aanvaard ook de praktische hulp die zij aanbieden. Dit blijkt u vaak harder nodig te hebben dan u had verwacht. 

    Lotgenoten

    Je kunt in contact komen met andere gezinnen die iets dergelijks hebben meegemaakt. Deze lotgenoten kunnen een grote steun zijn en zij begrijpen vaak beter wat je doormaakt. Eenmaal per jaar vindt een herdenking plaats voor alle kinderen die in het Radboudumc zijn overleden. Het biedt een moment om uw kind te herdenken en je kunt ook andere ouders spreken.

  • Weer aan het werk

    Ga zorgvuldig om met de beslissing weer aan het werk te gaan. Bij een overlijden na een zwangerschapsduur boven 24 weken is het niet ongewoon om het normale zwangerschaps- en bevallingsverlof van 16 weken op te nemen. Bespreek dit met de bedrijfsarts, met het UWV of rechtstreeks met je werkgever. Schakel bij problemen de huisarts of een hulpverlener van het ziekenhuis in. Je kunt overwegen de eerste periode weer op therapeutische basis te beginnen: je bepaalt dan zelf wanneer en hoeveel uur je werkt, afhankelijk van hoe jij je lichamelijk en geestelijk voelt. Sommige vrouwen willen juist eerder weer aan het werk omdat het de afleiding geeft die hen helpt het verlies te verwerken.

    Voor partners is het ook belangrijk tijd te nemen voor hun verdriet. Werkgevers houden hier vaak weinig rekening mee. Voor partners kan werkhervatting problemen geven als de werkgever verwacht dat zij snel weer beginnen. Ook zij kunnen het beste contact opnemen met de bedrijfsarts of hulpverleners van het ziekenhuis.

  • Lichamelijke en psychische klachten

    Lichamelijke en psychische klachten zijn normale uitingen van rouw. Die klachten verschillen van persoon tot persoon. Vaak voorkomende klachten zijn:
    • slecht slapen
    • geen eetlust hebben of juist overmatig eten
    • hoofdpijn of buikpijn
    • onrust (het niet stil kunnen zitten en steeds met iets nieuws bezig willen zijn)
    • voortdurende vermoeidheid en steeds terugkerende somberheid en huilbuien.
    Als je het gevoel hebt dat slaapproblemen te lang aanhouden, bespreek dit dan met de huisarts. Als je uitgerust bent, kun je het rouwproces beter aan.

Meer lezen

Er zijn veel boeken over het verliezen van een kind. Ook zijn er boeken die kinderen helpen met rouwen.

lees meer

Meer lezen

  • Marit Leeuwenhart – Dag meisje. "Dag meisje" vertelt in veertig columns het verhaal van een moeder die besluit om haar zwangerschap af te breken als blijkt dat het kindje een ernstige genetische afwijking heeft. Eerlijk en op lichte toon schrijft ze over rouw en de liefde voor haar kindje.
  • M. van den Berg – Je kind verliezen.
  • Elisabeth McCracken – Hersenspinsel. Over het overlijden van haar zoontje tijdens de zwangerschap.
  • M. Cuisinier – Als je baby sterft.
  • Christine Geerinck-Vercammen – Stille baby's. Rouwverwerking bij doodgeboorte en zwangerschapsafbreking.
  • Johan de Boer – Een klein wit kistje. Over een tweelingzwangerschap waarbij een baby overlijdt tijdens de zwangerschap.
  • Peter Euler – Drie keer vette niks. Over een echtpaar dat in 3 jaar tijd 3 baby’s verliest.
  • Irene van Wesel – Kusje in de wind. Over het rouwproces en praktische zaken rondom doodgeboorte. Het besteedt ook aandacht aan de impact op het leven en het gezin.
  • Irene van Wesel – Liever bij mij. Over 33 ouders en paren die een kindje, soms meerdere kindjes, verloren tijdens of na de zwangerschap. Zij namen daarmee niet alleen afscheid van hun baby, maar ook van alle dromen en wensen die zij voor hem of haar hadden.
  • Jeannette Rietberg & Maria Pel – Altijd een kind te kort. Handboek voor ouders die zwanger zijn of willen worden nadat zij eerder een baby verloren rond de geboorte.
  • Casper van Koppenhagen – Ik had je gedacht mijn kind. Over het verlies van 2 zoons kort na de geboorte.
  • Jan Bleijen – Doodgeboren. Boek over ervaringen van ouders van een doodgeboren baby.
  • Dora Rovers – Isabella - een gelukkig afscheid. Journaliste schrijft over het afscheid van haar doodgeboren dochtertje.

Kinderen en rouw

  • Marja Bos-Meeuwsen – Samen verdrietig. Rouwverwerking voor ouders en kinderen.
  • Riet Fiddelaers-Jaspers – Jong verlies.
  • Riet Fiddelaers-Jaspers – Ik weet niet wat ik weten moet. Twee boeken als handreiking voor het omgaan met rouwende kinderen.
  • H. Debacker – Een kind in rouw. Adviezen aan ouders hoe met hun kinderen te praten over de dood.
  • Yvonne van Emmerik – Als vlinders konden spreken. In korte eenvoudige teksten wordt rouw voor kinderen bespreekbaar gemaakt.
  • M. Leist – Kinderen en de ervaring van de dood. Hoe kinderen van verschillende leeftijden het sterven en de dood kunnen ervaren.
  • R. Wells – Kinderen met verdriet. Voor ouders, begeleiders en hulpverleners.

Boeken voor kinderen

  • D. Bruna – Lieve oma Pluis. De hele familie komt bij elkaar om oma Pluis te begraven. Voor peuters.
  • Daan Remmerts de Vries – Willis het doet er niet toe hoe. Het broertje van Willis, Thomas, is te vroeg geboren en dood gegaan. Sinds die tijd is alles veranderd in huis. De sfeer is loodzwaar en het lijkt alsof Willis voor zijn ouders niet bestaat. Vanaf 9 jaar.
  • Richard van Lingen en Marjet van der Linde – Mijn zusje is een sterretje. Peter krijgt een zusje, Inge. Maar op een dag vertellen zijn vader en moeder dat Inge zo ziek is dat ze dood gaat. Dit prentenboek voor kinderen van 1,5 tot en met 6 jaar kan een handvat geven aan ouders die zich afvragen “hoe moet je uitleggen aan je kind, wat jezelf niet kan bevatten”.
  • Birgit van der Meulen – Bedje in de wolken. Als in de lente Joeps zusje Maike te vroeg geboren wordt, blijkt dat zij maar kort kan blijven leven. Al heel vlug moeten papa, mama en Joep afscheid nemen van haar. Een rijk geïllustreerd prentenboek dat hulp biedt bij het proces van verlies en verwerking bij het plotseling overlijden van een broertje of zusje in een gezin.
  • S. Varley – Derk Das blijft altijd bij ons. De vrienden van Derk Das komen na zijn dood samen om te praten over wat zij van hem allemaal hebben geleerd. Voor kleuters.
  • M. Velthuys – Kikker en het vogeltje. Kikker vindt een vogeltje aan de kant van de weg. Verdriet en verwarring rond de dood. Voor Peuters. Is ook op DVD uitgegeven.

Wettelijke bepalingen

Aangifte van geboorte en overlijden is verplicht bij kinderen die levend zijn geboren na een zwangerschapsduur van 24 weken. Zij moeten begraven of gecremeerd worden. 

lees meer

Wettelijke bepalingen

Elk kind dat levenloos wordt geboren na een zwangerschapsduur van 24 weken moet worden aangegeven bij de Burgerlijke Stand van de gemeente waar de bevalling plaatsvond. Dit is alleen een aangifte van overlijden. De Wet op de Lijkbezorging van 1991 bepaalt dat er dan een ‘Akte van een levenloos geboren kind’ wordt opgemaakt. Het Radboudumc geeft een verklaring af waaruit blijkt dat jouw kind levenloos geboren is. Deze akte neem je mee naar de gemeente.

Voor alle kinderen die levend geboren worden na een zwangerschapsduur van 24 weken of langer, maar komen te overlijden is aangifte van de geboorte verplicht. Ouders (of iemand anders die bij de bevalling aanwezig was) doen dan aangifte van geboorte en overlijden. Kinderen die geboren zijn na een zwangerschapsduur van 24 weken of langer en zijn overleden moeten begraven of gecremeerd worden. De Burgelijke Stand geeft schrijftelijk een ‘Verlof tot begraven of cremeren’. Voor alle kinderen die levend zijn geboren na een zwangerschapsduur korter dan 24 weken en komen te overlijden is dit niet verplicht, maar het mag wel.

Wanneer je kindje voor een zwangerschapsduur van 24 weken geboren wordt en is overleden of overlijdt, is “de wet op de lijkbezorging” niet van toepassing. Er zijn geen regels, niets is verplicht. Aangifte doen van je kindje beneden deze termijn is dus niet verplicht, maar het mag wel. Er wordt dan een akte opgemaakt bij de Burgerlijke Stand van de gemeente. 

Bijschrijven in het trouwboekje

Je mag als ouders, onafhankelijk van de duur van de zwangerschap, je kind bijschrijven in je trouwboekje. Je hoeft hiervoor niet naar de Burgerlijke Stand. Als je zelf de begrafenis of crematie gaat regelen, krijg je een verklaring mee waaruit blijkt dat je overleden kind geboren is vóór 24 weken zwangerschapsduur. Deze overhandig je aan de beheerder van de begraafplaats of het crematorium.

Als je niet getrouwd bent, kan jouw kind bij de Burgerlijke Stand alleen de naam van de partner krijgen als hij of zij het kind al tijdens de zwangerschap en voor het overlijden wettelijk erkend heeft. 


Een volgende zwangerschap

Je vraagt je mogelijk na een tijdje af wat nu het goede moment is om te proberen weer zwanger te worden. Een zwangerschap die volgt op de geboorte van een levenloos kind is voor elk ouderpaar een spannende periode. lees meer

Een volgende zwangerschap

Je vraagt je mogelijk na een tijdje af wat nu het goede moment is om te proberen weer zwanger te worden. Dit is moeilijk aan te geven en het is voor iedereen anders.

Rouwgevoelens kunnen terugkomen na de geboorte van een volgend kind. Misschien is het verstandig erover na te denken dat de volgende uitgerekende datum niet samenvalt met de sterfdag van je kind. Met de gynaecoloog of verloskundige kun je, bij een volgende kinderwens, bespreken of er risico’s zijn bij een nieuwe zwangerschap.

Een zwangerschap die volgt op de geboorte van een levenloos kind is voor elk ouderpaar een spannende periode. Er is vaak geen sprake van ‘een roze wolk’. De spannendste periode is meestal rond de tijd dat het de vorige keer fout ging. Overleg met degene die je zwangerschap controleert, of je in deze periode wat vaker voor controle kunt komt als je dat zelf wil.

De echte rust komt bij de meeste ouders pas als een volgend kind gezond in hun armen ligt. Niet alleen een volgende zwangerschap, maar ook de geboorte van jullie volgende kind kan alle herinneringen en verdriet om uw overleden kind weer oproepen. Veel ouders ervaren tijdens een volgende zwangerschap, of alleen al bij de gedachte eraan, schuldgevoelens ten opzichte van het overleden kind. Dit is begrijpelijk. Je wil niet dat het is alsof je het kind vergeten bent. Praat over deze gevoelens of zet ze op papier. Het kan opluchten een brief te schrijven aan je overleden kind.
  • Medewerkers
  • Intranet