Wat merkt u als een kind schisis heeft?
Kinderen met schisis kunnen soms problemen met hun spraak en gehoor hebben. Door gehoorverlies kan uw kind concentratieproblemen hebben waardoor hij of zij mogelijk een achterstand kan oplopen.-
Operaties laten, hoe goed ze ook uitgevoerd zijn, vaak zichtbare littekens achter en geven soms een platte neus. Het kind kan er dus anders uitzien dan andere kinderen.
lees meer
Uiterlijk
Meestal vindt nog voordat het kind 1,5 jaar oud is een operatie plaats om lip en gehemelte te sluiten. Hiervoor zijn bijna altijd meerdere operaties nodig, door een schisischirurg. Operaties laten, hoe goed ze ook uitgevoerd zijn, vaak zichtbare littekens achter en geven soms een platte neus. Het kind kan er dus anders uitzien dan andere kinderen en daarmee makkelijker het onderwerp zijn van speciale aandacht. -
Kinderen met een schisis hebben vaker dan andere kinderen gehoorproblemen. Vaak is het nodig om trommelvliesbuisjes te plaatsen.
lees meer
Gehoor
Kinderen met een schisis hebben vaker dan andere kinderen gehoorproblemen. Doordat de buis van Eustachius niet voldoende kan openen, loopt het vocht in het middenoor niet goed weg. Hierdoor is er minder lucht in het middenoor en kan het trommelvlies niet goed trillen. Het kind gaat daardoor slechter horen. Bovendien krijgen kinderen met vocht in hun oren eerder middenoorontstekingen. Medicijnen kunnen dit soms verhelpen, maar vaak is het nodig om trommelvliesbuisjes te plaatsen. -
Omdat de mondholte bij het kind met een schisis anders is en er soms ook gehoorproblemen zijn, kan de spraak en spraakontwikkeling bij een kind met schisis afwijkend zijn.
lees meer
Spraak
Omdat de mondholte bij het kind met een schisis anders is en er soms ook gehoorproblemen zijn, kan de spraak en spraakontwikkeling bij een kind met schisis afwijkend zijn. Bij een goede spraak wordt de neusholte van de mondholte afgesloten door het gehemelte. Het zachte gehemelte wordt hierbij opgetrokken. Een kind met een afwijking in dit gebied kan dit niet en heeft dan ook moeite met de uitspraak van bepaalde klanken: het kind praat door zijn neus. Dit wordt een open neusspraak genoemd. Een gestoorde werking van de lippen kan ook moeilijkheden bij het praten veroorzaken. -
Bij kinderen met een complete lip-, kaak- en verhemeltespleet groeit de bovenkaak vaak niet goed uit. De kaak blijft dan te smal en ligt naar achteren ten opzichte van de onderkaak.
lees meer
Kaak en tanden
Bij kinderen met een complete lip-, kaak- en verhemeltespleet groeit de bovenkaak vaak niet goed uit. De kaak blijft dan te smal en ligt naar achteren ten opzichte van de onderkaak. Dit is dan ook aan het gezicht te zien. De blijvende voortanden in de bovenkaak komen bijna altijd scheef door. Meestal verbreden we dan eerst de bovenkaak met een beugel. Deze orthodontische behandeling stellen we zo mogelijk uit tot het moment dat de kaakchirurg de spleet in de bovenkaak operatief opvult met bot. Het kind is dan ongeveer 9 jaar oud. Daarna kan de orthodontist de tanden rechtzetten. Dit kan vaak zo, dat van de spleet niets meer te zien is. -
Kinderen met een schisis hebben een normale intelligentie. Door gehoorverlies kan het kind concentratieproblemen hebben waardoor hij of zij een achterstand kan oplopen.
lees meer
Intelligentie
Kinderen met een schisis hebben een normale intelligentie. Door gehoorverlies kan het kind concentratieproblemen hebben waardoor hij of zij een achterstand kan oplopen. Met de juiste begeleiding is dit te verhelpen.
Aandachtspunten voor school
Ouders maken zich vaak zorgen over hoe het kind het naar school gaan ervaart en hoe de klasgenoten en leerkrachten op hun kind reageren. Het is goed om hier als leerkracht bewust van te zijn en dit te bespreken met de ouders en samen te kijken naar manieren om het kind te ondersteunen. lees meerAandachtspunten voor school
Vanaf het vierde levensjaar neemt het leven van een kind een belangrijke wending. Vanaf die tijd gaat het kind naar school en moet hij of zij de vertouwde thuissituatie gedeeltelijk loslaten. Ook voor ouders is dit een belangrijk moment.Ouders maken zich vaak zorgen over hoe het kind het naar school gaan ervaart en hoe de klasgenoten en leerkrachten op hun kind reageren. Bovendien zijn veel ouders bang dat hun kind minder zal presteren dan ‘normale’ kinderen. Deze angst is meestal groter als de afwijking van het kind duidelijker zichtbaar is. Daardoor gaan sommige ouders hun kind meer in bescherming nemen tegen teleurstellingen, verdriet en andere onplezierige ervaringen. Het is goed om hier als leerkracht bewust van te zijn en dit bespreekbaar te maken met ouders om zo samen te kijken naar manieren om het kind zo te ondersteunen in zijn ontwikkeling en omgang met klasgenoten.