Echo

Het doel van een IVF/ICSI behandeling is om meerdere eiblaasjes te laten groeien. Om te zien hoe de eierstokken op de medicijnen reageren, worden gemiddeld twee tot drie echo’s verricht. Het kan voorkomen dat u vaker moet komen. Voor het onderzoek moet de blaas leeg zijn. Tijdens het echo onderzoek wordt de grootte van de eiblaasjes en de dikte van het baarmoederslijmvlies gemeten. Indien nodig kan er na de echo bloed geprikt worden om meer informatie te krijgen over de ontwikkeling van de eiblaasjes. Groeien er te weinig of teveel eiblaasjes? Dan adviseren we in sommige gevallen om de behandeling te stoppen en opnieuw te beginnen. 
Patiëntenzorg Behandelingen IVF en ICSI Hoe ziet mijn behandeltraject eruit?
Verloop van de behandeling
Afspraak op het spreekuur
Plannen van het starten van de behandeling
Medicijnen en echo's
ongeveer twee weken
Follikelpunctie
drie dagen
Terugplaatsing
ongeveer twee weken
Zwangerschapstest

Verloop van de behandeling


Medicijnen

Hieronder vindt u de spuitinstructies voor de verschillende soorten medicijnen. In de lijst kunt u het medicijn selecteren waarover u meer informatie zoekt.

Niet alle medicatie hoeft in de koelkast bewaard te worden. Wel is het beter koel en donker te bewaren.

lees meer

Medicijnen

Informatie en toedienen

In een normale cyclus wordt meestal één eicel helemaal rijp. Bij IVF willen we meer eicellen laten rijpen, zodat de kans op zwangerschap groter wordt. Daarvoor krijgt u medicijnen. Uw behandelend arts beslist welk behandelschema u gaat gebruiken en welke dosering hormonen noodzakelijk is. Alle hormoonpreparaten worden via een injectie in het onderhuids vetweefsel (subcutaan) toegediend. U krijgt van te voren een instructie waarbij u zichzelf leert injecteren. Ook krijgt u een op maat gemaakt schema waarin beschreven is wanneer u de verschillende hormonen moet gebruiken.

Voor het starten van de behandeling

Tijdens de IVF/ ICSI-behandeling moet u beschermd vrijen. Vanaf de dag dat de punctie afgesproken wordt tot en met de terugplaatsing is het advies om geen gemeenschap te hebben.
Voorafgaand aan de hormoonbehandeling is het van belang dat u start met het gebruik van foliumzuur. Foliumzuur helpt afwijkingen bij het kind (zoals een open ruggetje) te voorkomen.

Om de behandeling beter te kunnen plannen wordt tijdelijk de anticonceptiepil (Microgynon 30 of Levonorgestrel / Ethinylestradiol) gebruikt. Veel voorkomende bijwerkingen van de anticonceptiepil zijn hoofdpijn, misselijkheid en doorbraakbloedingen.

Uw behandelend arts beslist of u de pil mag gebruiken.

Stimulatie van de eierstokken

Tijdens een IVF/ICSI behandeling is het van belang dat er meerdere eiblaasjes groeien. Voor de stimulatie van de eierstokken wordt follikel stimulerende hormoon  gebruikt; Gonal-F, Rekovelle, Ovaleap Menopur en Meriofert. Gonal-F, Ovaleap en Rekovelle worden geleverd in een vooraf gevulde injectiepen. Menopur en Meriofert worden geleverd in ampullen die u thuis oplost. De toedieningsvorm voor deze medicatie is nagenoeg gelijk, alleen de bereiding is verschillend.  Klachten die op kunnen treden tijdens het gebruik van deze hormonen zijn; een opgeblazen en gevoelige buik, vermoeidheid, lichte misselijkheid of hoofdpijn.

Tijdens de stimulatie is het van belang dat er geen vroegtijdige eisprong optreedt. Voor het tegenhouden van een vroegtijdige eisprong (zg LH antagonist) worden de volgende middelen gebruikt; Decapeptyl, Cetrotide, Fyremadel of Orgalutran.

Decapeptyl, Fyremadel en Orgalutran worden geleverd als losse injecties. Cetrotide wordt geleverd in ampullen en dient voor gebruik nog opgelost worden. Bijbehorende bijwerkingen van deze LH antagonisten kunnen zijn: hoofdpijn, wisselende stemmingen, vermoeidheid, opvliegers, roodheid of jeuk op de injectieplek.

Voor en na de punctie

Voor de laatste uitrijping van de eicellen en het plannen van de follikelpunctie gebruiken we middelen die zwangerschapshormoon (hCG) bevatten; Gonasi of Ovitrelle. Ovitrelle wordt kunstmatig bereid en geleverd in een injectiepen. Gonasi dient u zelf op te lossen met een vooraf gevulde spuit met oplosmiddel. Soms kan er op de injectieplek licht jeukende rode huiduitslag ontstaan. Ook gespannen borsten kunnen voorkomen.

Na de punctie wordt er gedurende 18 dagen Progesteron gebruikt. Dit kan zijn Utrogestan, Duphaston of Cyclogest. Deze medicatie wordt gebruikt om het baarmoederslijmvlies te ondersteunen zodat het embryo zich in kan nestelen en houdt de menstruatie tegen. Elk medicijn heeft zijn eigen toediening, er zijn vaginale capsules of tabletten die u oraal in dient te nemen.

Mogelijke bijwerkingen van Progesteron zijn maagdarmklachten, gespannen borsten, hoofdpijn, duizeligheid of slaperigheid.



Echo

Om te zien hoe de eierstokken op de medicijnen reageren, wordt er een aantal echo’s verricht. lees meer

Follikelpunctie

In de eiblaasjes bevinden zich de eicellen. Het aanprikken van deze eiblaasjes wordt follikelpunctie genoemd.

lees meer

Follikelpunctie

In de eiblaasjes bevinden zich de eicellen. Het aanprikken van de eiblaasjes wordt follikelpunctie genoemd. De punctie wordt verricht op de punctiekamer op de poli Voortplantingsgeneeskunde.

Voorbereiding

Vanaf de dag dat de punctie afgesproken wordt tot en met de terugplaatsing is het advies om geen gemeenschap te hebben of maatregelen te nemen zodat u niet zwanger kunt worden.

  • Op de dag van de punctie mag u gewoon ontbijten. Het is zelfs aan te raden om te eten ivm de medicatie die krijgt u tijdens de punctie. Door deze verdoving zou u met een lege maag eerder misselijk kunnen worden. Wij adviseren iets te eten mee te nemen voor na de punctie!
  • U mag een uur voor de punctie 1 tablet Oxazepam (10 mg) en 1.000 mg paracetamol innemen.
  •  
  • Het zaad wordt door masturbatie verkregen en opgevangen in een steriel plastic potje. Dit is een speciaal potje wat verkrijgbaar is op de afdeling Voortplantingsgeneeskunde.
  • Voor een zo optimaal mogelijke zaadkwaliteit adviseren wij een onthoudingsperiode van een tot vier dagen. Voor de zaadproductie is een speciale ruimte beschikbaar bij het IVF-laboratorium. U kunt er ook voor kiezen het zaad thuis te produceren.
  • Een half uur voor aanvang van de punctie dient uw partner het zaad in te leveren bij het IVF-laboratorium. Zorg ervoor dat het potje op lichaamstemperatuur vervoerd wordt en het semen mag niet ouder zijn dan een uur voor inleveren op het laboratorium.
  •  

Ingreep / follikelpunctie

Het aanprikken van de eiblaasjes wordt follikelpunctie genoemd. De punctie wordt verricht op de punctiekamer op poli Voortplantingsgeneeskunde.

U wordt samen met uw partner verwacht, meldt zich aan de balie. U krijgt een identificatiebandje om en kunt daarna plaatsnemen in de wachtkamer.

Uw partner heeft op de afgesproken manier en tijd zijn semen ingeleverd.

Bij binnenkomst op de punctiekamer is er een arts, een verpleegkundige/doktersassistente en een analist aanwezig. Er worden op dat moment bij u en uw partner een aantal zaken gecontroleerd zoals naam, geboortedatum, soort behandeling, allergieën etc.

Aan u beiden wordt gevraagd een contract te ondertekenen indien u embryo's wil laten invriezen, hiervan staat een voorbeeld exemplaar op de website. Aan het bewaren van ingevroren embryo’s zijn jaarlijkse kosten verbonden. U krijgt een doorslag mee voor uw administratie. 

Ook wordt gevraagd of u pijnstilling via het infuus wenst. In dat geval wordt er voorafgaand aan de punctie een infuusnaaldje in een ader in de elleboogsplooi gebracht. Door deze pijnstiller (Rapifen) kunt u zich wat suf voelen.

Tijdens de punctie controleren we uw hartslag en zuurstofopname via een saturatiemeter op uw vinger.
Uw partner is tijdens de punctie aanwezig en zit naast u.

De eiblaasjes worden via de vagina aangeprikt. De echo wordt voor de punctie steriel ingepakt en voorzien van een naaldgeleider. Dit kunt u voelen tijdens het inbrengen van de echo. De eierstokken worden beiden aangeprikt waarna de eiblaasjes één voor één worden leeg gezogen. Het vocht uit de eiblaasjes wordt opgevangen in reageerbuisjes en na afloop naar het laboratorium gebracht. Daar gaan ze zoeken naar eicellen.

Na de punctie

Na afloop van de punctie gaat u naar de rustkamer om de pijnstilling te laten uitwerken. Hier verblijft u ongeveer een tot twee uur. Er kunnen in totaal drie patiënten tegelijk in de rustkamer verblijven.

Binnen een uur na de punctie krijgt u van de analist te horen hoeveel eicellen er zijn verkregen en hoe de zaadkwaliteit is.

Het kan zijn dat er minder eicellen worden gevonden dan aanvankelijk verwacht werd. Soms zit er geen eicel in het eiblaasje of is de eicel nog niet rijp genoeg om uit het eiblaasje los te komen. Soms vinden we helemaal geen eicellen. Wij zullen dan een afspraak binnen een week proberen te maken voor u met uw hoofdbehandelaar.

Ook kan het zijn dat de zaadkwaliteit tegen valt, u heeft na enige tijd een afspraak hierover met uw hoofdbehandelaar om dit te bespreken.

Ook kan het zijn dat er geen zaadcellen gevonden worden, ter plekke zal er dan naar oplossinge gezocht worden om de verkregen eicellen toch te kunnen bevruchten.

Na enige tijd wordt u door de punctie-arts ontslagen.

Medicijnen na de punctie

Direct na de punctie start u met Progesteron ( Utrogestan, Duphston of Cyclogest). Dit is medicatie die u in mag nemen of vaginaal in moet brengen tot aan de zwangerschapstest, u krijgt de informatie over de toediening via de apotheek.  De medicatie moet over de dag verdeeld worden. 

Wanneer de menstruatie duidelijk door breekt kunt u eerder stoppen. Progesteron zorgt ervoor dat de menstruatie even uitblijft en geeft ook zwangerschapsverschijnselen.

Klachten na de punctie

Wij raden u aan rust te nemen op de dag van de punctie, u kunt niet werken en ook niet aktief deel nemen aan het verkeer. U mag na de punctie niet zelf auto rijden.

Na afloop van de punctie kunt u last hebben van vaginaal bloedverlies (een inlegkruisje is meestal toereikend) en menstruatie-achtige buikpijn waarvoor u uitsluitend Paracetamol mag gebruiken.

Neem contact met ons op via de spoedlijn:

  • u heeft veel bloedverlies
  • Paracetamol helpt niet tegen de pijn.
  • U heeft koorts, temperatuur 38.5 °C of hoger.

Ovarieel hyperstimulatiesyndroom (OHSS, overstimulatie):

De kans op overstimulatie is verhoogd wanneer er veel eicellen worden gevonden na de punctie. Na de punctie kunnen de eierstokken erg opgezet zijn en kunnen de kleine bloedvaten in de buik meer vocht doorlaten dan normaal. Hierdoor kan het bloed stroperig worden en kan de doorbloeding van bepaalde organen aangetast worden.

Bijbehorende klachten zijn: een opgezette buik, sterke gewichtstoename, buikpijn, een vol gevoel, misselijkheid, braken, kortademigheid en trombose (bloedstolsels in de bloedvaten).

Neem contact op met het IVF-team wanneer er sprake is van deze klachten. Wanneer overstimulatie wordt geconstateerd, dan is het van groot belang dat u veel drinkt (2 tot 3 liter per dag) en voldoende rust neemt.
In de eiblaasjes bevinden zich de eicellen.


Terugplaatsen van embryo('s)

Twee dagen na de follikelpunctie krijgt u via mijnRadboud bericht of er bevruchting is opgetreden en wordt de tijd van de terugplaatsing aangepast.

lees meer

Terugplaatsen van embryo('s)

Twee dagen na de follikelpunctie krijgt u via mijnRadboud een bericht of er bevruchting heeft plaats gevonden, meer informatie is er op dat moment nog niet. Ook wordt de tijd van de terugplaatsing via mijnRadboud aangepast. 
De terugplaatsing van embryo(’s) vindt plaats op de derde dag na de punctie. Op de dag van de terugplaatsing krijgt u te horen hoeveel embryo’s er zijn ontstaan en informatie over de kwaliteit van de embryo's. 

Over de kwaliteit van de overige embryo(’s) kunnen we op de dag van de terugplaatsing niets zeggen. Als u ervoor kiest om embryo’s in te vriezen dan wordt de kwaliteit op dag 5 na de punctie beoordeeld. Alleen de embryo’s die van zeer goede kwaliteit zijn kunnen worden ingevroren.

 

U krijgt op dag6 via mijnRadboud en enige dagen later per post te horen of er embryo’s zijn ingevroren.


Soms is er geen bevruchting of is de embryokwaliteit zodanig slecht dat er niets teruggeplaatst kan worden. In dat geval krijgt u een afspraak bij uw behandelend arts.

De terugplaatsing

De terugplaatsing vindt plaats op de punctiekamer en wordt gedaan onder geleide van een echo via de buik. Om een goed beeld te krijgen is een halfvolle tot volle blaas nodig. Dit vergemakkelijkt over het algemeen de terugplaatsing, echter is het maken van de echo niet noodzakelijk voor de kans van slagen van de behandeling.

Er wordt een speculum (eendenbek) ingebracht waarna de baarmoedermond schoon wordt gepoetst. Vervolgens wordt er een dun slangetje (de buitencatheter) via de baarmoederhals tot in de baarmoederholte gebracht. Als de catheter op zijn plek zit wordt het laboratorium gebeld.

Het embryo wordt dan door de analist in een nog dunner slangetje (binnencatheter) geplaatst en naar de punctiekamer gebracht.  Vervolgens wordt de binnencatheter via de buitencatheter in de baarmoeder-holte gebracht. Het embryo wordt met een zeer kleine hoeveelheid vloeistof in de baarmoederholte gespoten.

Na afloop bekijkt de analist onder de microscoop of er niets in de catheter is achtergebleven. Blijkt het embryo nog in de binnencatheter te zitten dan wordt de procedure herhaald. Als de catheter “leeg” is, wordt het speculum verwijderd. U kunt zich hierna aankleden en eventueel naar het toilet.
 
Het is de bedoeling dat uw partner bij het terugplaatsen aanwezig is. Kan dit niet? Dan dient er schriftelijk toestemming gegeven te worden voor de terugplaatsing middels deze brief.  


Na de behandeling

Na de embryo terugplaatsing hoeft u zich niet anders dan normaal te gedragen. Vijftien dagen na de terugplaatsing dient u thuis een zwangerschapstest doen. U geeft de uitslag door aan ons via mijnRadboud.

lees meer

Na de behandeling

Na een embryo terugplaatsing hoeft u zich niet anders te gedragen. U gaat door met het gebruik van Foliumzuur en Progesteron, dit gebruikt u tot aan de zwangerschapstest. Ook indien u wat afscheiding krijgt of beetje bloedverlies dient u door te gaan met de medicatie tot aan de test datum. Neemt u in dat geval contact op met het team Voortplantingsgeneeskunde.

Zwangerschapstest

Vijftien dagen na de terugplaatsing dient u thuis een zwangerschapstest te doen, niet eerder ivm vals positieve uitslag. De bevinding geeft u door via mijnRadboud. Wij vragen u altijd een test te doen, ook al bent u eerder gaan vloeien.

  • Is de zwangerschapstest positief? Dan maken wij voor u een afspraak voor een zwangerschapsecho. Wij proberen deze afspraak bij uw hoofdbehandelaar te plannen, soms is dit niet mogelijk en kiezen wij voor u een arts.

Is de zwangerschapstest helaas negatief  en / of heeft u eerder al een duidelijke menstruatie, dan plannen wij een evaluatie gesprek in bij uw hoofdbehandelaar om de behandeling na te bespreken. 

  • Medewerkers
  • Intranet