Hoe werkt een Port-A-Cath?

De katheter wordt ingebracht in een grote ader in de borst en vervolgens opgeschoven tot de kathetertip een punt bereikt heeft precies boven het hart. Het reservoir komt onder de huid te liggen. Als de wondjes van het inbrengen genezen zijn, kunt u het reservoir zien en voelen als een harde bobbel onder uw huid. Om toegang tot het systeem te krijgen wordt een speciale Port-A-Cath Grippernaald door de huid en door het siliconenmembraan geprikt tot op de bodem van het reservoir. U voelt dit als een kleine prik.
Op de naald wordt een infuus aangesloten. Medicijnen en vloeistoffen gaan door het infuus, via de Port-A-Cath-naald in het Port-A-Cath-reservoir via de katheter naar het bloedvat en zo naar de rest van het lichaam. Ook kan bloed worden afgenomen via de Port-A-Cath. Dit gebeurt alleen bij uitzondering, omdat dit de kans op infectie of stolsels via de Port-A-Cath vergroot.
Patiëntenzorg Behandelingen Port-A-Cath (PAC)

De ingreep

Hier vindt u informatie over de voorbereiding en de procedure van de ingreep, maar ook over de kans op complicaties na de ingreep en hoe u de Port-A-Cath het beste kunt verzorgen en onderhouden.
  • Hier vindt u informatie over de voorbereiding op de ingreep.

    lees meer


    Voorbereiding

    Niet scheren

    Scheer het gedeelte van uw lichaam waar u wordt geopereerd niet met een scheermes vanaf 5 dagen vóór de ingreep. Dit verlaagt de kans op een infectie. Als uw chirurg scheren nodig vindt, gebeurt dit op de operatiekamer.

    Vette crème

    Gebruik geen vette crèmes op de dag van de operatie. Vette crème zorgt er namelijk voor dat het te opereren gebied niet goed gedesinfecteerd kan worden.

    Sieraden, piercings etc.

    Nagellak, make-up, contactlenzen, bril, gebitsprotheses en sieraden (ook piercings) mag u niet dragen tijdens de operatie. Indien u acryl- of gelnagels heeft, moet u deze vóór de operatie van de wijsvinger laten verwijderen.

    Veiligheid

    Rondom uw operatie zijn verschillende veiligheidsmomenten ingebouwd. Vlak voordat de operatie van start gaat, neemt het hele operatieteam een zogenaamde ’Time out’. Tijdens dit moment controleert het team uw naam, uw geboortedatum, het te opereren lichaamsdeel en de operatiebenodigdheden.

    Medicijnen

    De anesthesioloog bepreekt met u welke medicijnen u mag blijven gebruiken en welke u moet stoppen. Indien u bloedverdunners gebruikt, overlegt uw behandelend arts met u of u deze kunt door gebruiken of moet stoppen. Heeft u hierover vragen, stel ze dan aan uw behandelend arts.

  • Inbrengen van de Port-A-Cath

    Het inbrengen van de Port-A-Cath is een kleine chirurgische ingreep en gebeurt onder plaatselijke verdoving. U komt helemaal plat te liggen en u krijgt een rolletje onder uw rug. De chirurg maakt 2 kleine sneetjes. Via het ene sneetje wordt de katheter in het bloedvat gebracht. Via het andere sneetje wordt het reservoir zelf onder de huid geplaatst.
    De ingreep duurt meestal 30 tot 60 minuten. U blijft een dag en een nacht - afhankelijk van het tijdstip van inbrengen- in het ziekenhuis voor de nazorg rondom de Port-A-Cath. De wondjes bij de inbreng- en insteekplaats worden gecontroleerd. De wondjes kunnen nog een beetje nabloeden. Dit is normaal. Na het inbrengen kunt u spierpijn en een stijf gevoel hebben in uw schouder, aan de kant van de Port-A-Cath. U kunt hiervoor een pijnstiller krijgen. Na verloop van tijd blijven er 2 kleine littekens en een bobbel onder de huid zichtbaar. Er worden 2 röntgenfoto’s gemaakt, één direct na het inbrengen van de Port-A-Cath op de operatiekamer, de ander op een later tijdstip. Dit is om te kijken of de Port-A-Cath op de goede plaats zit en er geen complicaties zijn opgetreden. Als de Port-A-Cath goed ligt, kan het reservoir meteen aangeprikt worden.

    Plaats van de Port-A-Cath

    Bij het plaatsen van de Port-A-Cath letten we op:
    • de plaats van de schouderbandjes van uw BH
    • de plaats bij gebruik van uw autogordel
    • of u links- of rechtshandig bent
    • de bereikbaarheid van het reservoir voor uzelf als het de bedoeling is dat u de Port-A-Cath zelf gaat aanprikken
    Als u een Port-A-Cath krijgt en er is al een opname voor u gepland, kan het inbrengen van de katheter tijdens die opname plaatsvinden.

  • Complicaties

    Het inbrengen van een Port-A-Cath kent een aantal risico’s.

    Complicaties op korte termijn

    • Soms ontstaat een grote blauwe plek (hematoom). Deze plek is pijnlijk, maar trekt vanzelf weg.
    • (Spier) pijn en een stijf gevoel in uw schouder, aan de kant waar de katheter zit. U kunt hiervoor eventueel een pijnstiller krijgen.
    • Een klaplong. Het bloedvat waarin de katheter wordt ingebracht ligt dicht bij de longen. Tijdens het aanprikken van het bloedvat bestaat er kans op het per ongeluk aanprikken van de bovenkant van de long, waarbij een zogenaamde klaplong ontstaat. Met een röntgenfoto wordt gekeken of er sprake is van een klaplong.

    Complicaties op langere termijn

    • Kans op een infectie bij de Port-A-Cath. Het gevolg kan zijn dat de Port-A-Cath verwijderd moet worden.
    • De Port-A-Cath kan verstopt gaan zitten door een bloedstolseltje. Als het niet lukt om de Port-A-Cath weer doorgankelijk te maken, dan zal de Port-A-Cath verwijderd moeten worden.

  • Verzorging inbrengplaats

    Na het plaatsen van de Port-A-Cath heeft u 2 wondjes. De hechtingen mogen na ongeveer 1 week worden verwijderd. De hechting zit vaak onderhuids en lost vanzelf op. Tot de hechtingen weg zijn verzorgt u de wondjes met een steriel gaasje met chloorhexidine (een desinfecterend middel) erop. Na het schoonmaken, plakt u deze af met een schoon gaasje. Het is belangrijk om de huid rondom de wondjes te inspecteren op tekenen van een infectie, zoals roodheid, warmte, jeuk, vocht, pus en pijn.  Voor en na het verzorgen is het belangrijk om uw handen te wassen met zeep. Met douchen plakt u een voorgeschreven doorzichtige plakpleister over de wondjes, zodat deze niet nat kunnen worden.
    Bovenstaande geldt alleen als er nog wondjes aanwezig zijn, gedurende ongeveer de eerste week.

  • Leefregels

    Waarschijnlijk heeft u nauwelijks last van de Port-A-Cath. Als de wondjes van het inbrengen genezen zijn, zijn er geen speciale voorzorgsmaatregelen nodig en kunt u alles doen. Wanneer de Port-A-Cath is aangesloten op een infuus, dan wordt het aanprikpunt uit voorzorg voor het douchen afgeplakt.
    U kunt met een Port-A-Cath gewoon door het beveiligingspoortje in de winkel en op de luchthaven. Ook zwemmen, baden en douchen zijn geen probleem. U kunt gewoon een MRI-scan laten maken, ondanks het feit dat de Port-A-Cath van metaal is gemaakt. In het ziekenhuis krijgt u een implantatiebewijs. Draag dit kaartje altijd bij u (bijvoorbeeld in uw portemonnee), zodat u de informatie over uw Port-A-Cath direct bij de hand heeft.

  • Onderhoud: het heparineslot

    De Port-A-Cath moet doorgespoten worden met natriumchloride 0.9% oplossing (een zoutoplossing) en heparine (een antistollingsmiddel) om te voorkomen dat de katheter verstopt raakt door een bloedstolsel. Door het doorspuiten van de Port-A-Cath ontstaat een zogenaamd heparineslot. De Port-A-Cath moet na elke gebruik doorgespoten worden met natriumchloride 0.9% oplossing en heparine. Als de Port-A-Cath niet in gebruik is, moet deze één keer in de maand worden doorgespoten. U maakt daarvoor een afspraak bij de dagbehandeling.

Direct contact opnemen

Bij de volgende verschijnselen of klachten is het belangrijk dat u direct contact opneemt met het ziekenhuis. lees meer

Direct contact opnemen

Bij de volgende verschijnselen of klachten is het belangrijk dat u direct contact opneemt met het ziekenhuis.

  • bij tekenen van infectie:
    • de huid boven het reservoir (de aanprikplaats) is rood, warm, pijnlijk, gezwollen en/of er komt wat pus uit
    • als u koorts (een temperatuur 38.5 graden Celcius of hoger) en/of koude rillingen krijgt
  • als bij de aanprikplaats blauwe plekken ontstaan en de plaats pijnlijk is
  • bij pijn en/of zwelling van het gebied rondom de aanprikplaats, bijvoorbeeld uw arm of hals
  • als u denkt dat het Port-A-Cath systeem is verschoven

Heeft u vragen of bent u van bepaalde klachten en/of verschijnselen niet zeker, aarzel dan niet om contact op te nemen.

Telefoonnummer afdeling Heelkunde: (024) 361 38 08


Hoe werkt een Port-A-Cath?

De katheter wordt ingebracht in een grote ader in de borst en vervolgens opgeschoven tot de kathetertip een punt bereikt heeft precies boven het hart. lees meer

Lokale anesthesie Plaatselijke verdoving

Bij lokale anesthesie wordt een klein stukje huid plaatselijk verdoofd, bijvoorbeeld om een wond te hechten. lees meer

Lokale anesthesie Plaatselijke verdoving

Bij lokale anesthesie wordt een klein stukje huid plaatselijk verdoofd. De plek waar u geopereerd wordt, wordt verdoofd door middel van meerdere prikken (vergelijkbaar met tandarts verdoving). Tijdens de ingreep bent u bij bewustzijn.

Soms wordt deze vorm van anesthesie gecombineerd met sedatie. Om een gedeelte van uw lichaam te verdoven, injecteert de anesthesioloog een verdovend middel rond de zenuwen die op pijn reageren. Meestal zijn de zenuwen die ander gevoel en bewegen mogelijk maken ook tijdelijk uitgeschakeld.

Bijwerkingen

Onvoldoende pijnstilling
Het kan gebeuren dat de verdoving niet voldoende werkt. Als het mogelijk is, krijgt u dan extra verdoving. Helpt dat niet, dan kiest de anesthesioloog samen met u een andere vorm van anesthesie. Bijvoorbeeld extra pijnstillers of algehele anesthesie.

Na de operatie
Het is normaal dat u na de behandeling tintelingen voelt in uw arm of been. Dit komt meestal omdat de verdoving nog niet helemaal is uitgewerkt. Ook kan het zijn dat de zenuw door de verdoving wat geïrriteerd is geraakt.

Toxische reacties
Tijdens of na het aanbrengen van de verdovingsvloeistof kan een deel hiervan in uw bloed terechtkomen. Dit merkt u door een metaalachtige smaak, tintelingen rond de mond, oorsuizen of een onrustig gevoel.

Na de verdoving

Als de verdoving is uitgewerkt krijgt u langzaam weer gevoel terug. Uw wond gaat geleidelijk aan pijn doen. Hiervoor kunt u pijnstillers innemen.


Over Port-A-Cath (PAC)

Een Port-A-Cath, afgekort PAC, is een katheter die in een grote ader onder uw huid komt te liggen. Het is een volledig implanteerbaar toedieningsysteem zodat we medicijnen en andere vloeistoffen direct in uw bloedvat kunnen toedienen. lees meer

Over Port-A-Cath (PAC)

Een Port-A-Cath, afgekort PAC, is een katheter die in een grote ader onder uw huid komt te liggen. Het is een volledig implanteerbaar toedieningsysteem zodat we medicijnen en andere vloeistoffen direct in uw bloedvat kunnen toedienen. Een PAC ligt in zijn geheel onder de huid, meestal op een geschikte, maar onopvallende plaats op de borst. Een Port-A-Cath systeem bestaat uit twee onderdelen:
  1. het reservoir: een kleine metalen injectiekamer van boven afgesloten door een zelfsluitend siliconenmembraan
  2. de katheter: een dun lang hol, flexibel slangetje van siliconen of polyurethaan (een soort rubber)

Waarom een Port-A-Cath?

Bij uw behandeling kan het regelmatig nodig zijn dat medicatie of andere vloeistoffen direct in een bloedvat worden toegediend. Dit kan op verschillende manieren. lees meer

Waarom een Port-A-Cath?

Bij uw behandeling kan het regelmatig nodig zijn dat medicatie of andere vloeistoffen direct in een bloedvat worden toegediend. Dit kan op verschillende manieren. Meestal gebeurt dit via een infuus in uw arm. Wanneer u vaak en/of lang medicatie toegediend krijgt, kunt u in overleg met uw arts een Port-A-Cath overwegen. Een PAC heeft enkele voordelen:
  • er is minder kans op irritatie van het bloedvat, omdat de PAC wordt ingebracht in een groot bloedvat waar veel bloed doorheen stroomt
  • er is minder kans op het krijgen van een infectie, omdat het systeem onder de huid ligt
  • de PAC kan vaak worden aangeprikt
De Porth-A-Cath blijft zitten tot de behandeling afgelopen is. Dat kan soms enkele jaren duren. Soms blijft de PAC zitten om in de toekomst opnieuw te kunnen gebruiken. Bij een infectie of als de katheter verstopt raakt door een bloedstolsel wordt de PAC verwijderd.

Zelf aanprikken

Het kan dat u, in overleg met uw behandelend arts, zelf het reservoir gaat aanprikken en vloeistoffen of medicijnen gaat toedienen. lees meer

Zelf aanprikken

Het kan dat u, in overleg met uw behandelend arts, zelf het reservoir gaat aanprikken en vloeistoffen of medicijnen gaat toedienen. Dit is afhankelijk van de soort vloeistoffen of medicijnen en de duur van de toediening. Hierbij gelden extra aandachtspunten. Deze worden op de afdeling met u besproken.
  • Medewerkers
  • Intranet