Alle zorgverleners, van huisarts tot medisch specialist, hebben een rol in het laagdrempelig bespreken en registreren van behandelwensen van patiënten. Klinkt logisch, en zal vooral huisartsen en specialisten ouderengeneeskunde een vanzelfsprekendheid zijn. Maar ervaring in met name de acute zorg leert dat op dit vlak verbetering nodig is in de keten.
In de acute zorg, zoals op onze Spoedeisende Hulp, komen bij uitstek gesprekken over behandelwensen aan de orde. We zagen hier echter dat dit gesprek vaak ophield bij de vraag naar wel of niet reanimeren. Een vraag die je dus eigenlijk al snel platslaat tot een registratie, een administratieve handeling. In het Rijnstate ziekenhuis hebben we onderzoek gedaan onder patiënten, hoe zij het vinden als een onbekende zorgverlener die vraag op zo’n onverwacht moment stelt. Ongepast, vond het een deel van de patiënten. Ook artsen vinden het belastend om deze vraag uit het niets te stellen aan een voor hen onbekende patiënt. Bovendien: die vraag is tegenwoordig ook minder relevant. Er vinden steeds minder reanimaties in het ziekenhuis plaats, onder meer door betere diagnostiek bij opname en betere bewaking van vitale functies.
In het Radboudumc hebben we ons protocol ‘behandelwensen en reanimatie’ op basis van deze bevindingen grondig vernieuwd. In een notendop komt het erop neer dat behandelwensen in een vroege fase met de patiënt worden besproken, door de artsen die het dichtst bij hen staan. Niet op een statische wijze met een afvinklijstje, maar telkens opnieuw als de gezondheid van de patiënt verandert. Verpleegkundigen krijgen hierbij een belangrijke rol, en we betrekken de huisarts er meer bij.
We moeten hier dus over blíjven praten, met de patiënt maar ook met elkaar als collega’s in de zorg. Want mensen en dus wensen kunnen veranderen. Ik merk en begrijp ook wel dat het gesprek hierover voor artsen lastig is, vooral in het ziekenhuis en vooral voor beginnend artsen. “Hoe kijk je tegen de toekomst aan”, vind ik zelf een goede beginvraag. Door corona is dit gesprek wel makkelijker geworden, overigens. De dood was overal en dus ook het gesprek over leven en dood. De richtlijn advance care planning, waar huisartsen al heel pro-actief mee bezig zijn, heeft toen enorm geholpen. Ons advance care planning formulier is nu hetzelfde als in de huisartspraktijk.
Daarbij is het natuurlijk wel belangrijk dat we deze behandelwensen, -grenzen of -afspraken goed vastleggen. Het helpt om deze te delen, over de grenzen in de zorg heen. Gelukkig wordt daar in Nederland nu in verschillende projecten aan gewerkt. Ik ben zelf betrokken bij een project om met zorginformatie-bouwsystemen onderwerpen als allergie, probleemlijst en behandelwensen goed te registreren en makkelijk te kunnen delen.
Kortom, laten we blijven vragen, blijven praten en meer delen. Ons voorspellend vermogen voor de individuele mens is beperkt. Het zou ons bescheiden moeten maken.
Frank Bosch,
hoogleraar Acute Interne Geneeskunde, Radboudumc
Benieuwd naar het nieuwe protocol ‘behandelwensen en reanimatie’ van het Radboudumc en de manier waarop het gesprek hierover gevoerd kan worden? Kijk dan het webinar met Frank Bosch terug.
Dit voorwoord verscheen in het Radboudumc Nieuws voor partners uit eerste en tweede lijn, mei 2022. Bekijk deze nieuwsbrief.