Nieuws Preventieonderzoek: een zaak van de lange adem 

27 februari 2024

Leef gezond, en je verkleint de kans op een heleboel ziekten. Dát weten we inmiddels uit wetenschappelijk onderzoek. Maar verlaagt het ook de kans op dementie? Hoogleraar Neurologie Edo Richard: ‘Er zijn aanwijzingen, maar het bewijs is nog niet onomstotelijk geleverd.’ 

‘Preventie is een modewoord. Wij, hier in de academie, moeten zorgen voor wetenschappelijk bewijs.’ Edo Richard, neuroloog in het Radboudumc, valt meteen met de deur in huis. ‘Tuurlijk, van veel aandoeningen is wetenschappelijk aangetoond dat een ongezonde leefstijl het risico erop verhoogt. Denk bijvoorbeeld aan hart- en vaatziekten. Maar in de maatschappij leggen we soms verbanden die nog helemaal niet zijn aangetoond.’ 

Een goed voorbeeld hiervan is dementie, legt Richard uit. Er zijn namelijk veel aanwijzingen dat een ongezonde leefstijl het risico op dementie vergroot, maar het oorzakelijk verband is nog niet onomstotelijk vastgesteld. ‘We kunnen niet zeggen: als we die risicofactoren wegnemen, dan voorkomen we daarmee ook dementie. Want dat weten we simpelweg nog niet.’ 

Het lijkt er wel op dat factoren zoals hoge bloeddruk, hoog cholesterol, overgewicht, roken en weinig beweging op middelbare leeftijd, het risico op dementie op hoge leeftijd vergroten. Maar, zegt neuroloog Richard, daar zit dus een enorme tijd tussen. ‘Middelbare leeftijd, dat is ongeveer tussen de 50 en de 70. Pas vanaf 75 jaar schiet het risico op dementie omhoog. In die tussenliggende jaren kan er veel veranderen. Zo lijkt een láge bloeddruk op hoge leeftijd juist verband te houden met een hóger risico op dementie.’ 

Zandkorreltjes stapelen

Dat is verwarrend, én uitdagend. Wil je weten of een verandering in leefstijl leidt tot minder kans op dementie, dan moet je eerst vaststellen hoe je die leefstijlverandering teweegbrengt. En dat is al moeilijk genoeg, weten we uit ervaring. Áls gezonder leven al lukt, ontwikkelen mensen tien of twintig jaar later dan ook daadwerkelijk minder dementie? Het is zandkorreltjes stapelen, vertelt Edo Richard. ‘Elk onderzoek draagt bij aan onze kennis. Stapje voor stapje hopen we zo te achterhalen wat de relatie is tussen leefstijl en dementie.’ 

Samen met promovenda Anne Roos van der Endt focust Richard zich in studieverband op de aanpak van de risicofactoren voor dementie. In het bijzonder richten ze zich op mensen met een lage sociaaleconomische status of migratieachtergrond. Van der Endt: ‘Het is bekend dat deze groepen een verhoogd risico lopen op dementie én dat zij moeilijk bereikt worden met de huidige preventie-initiatieven. Een meer persoonsgerichte aanpak is nodig.’ 

Een motiverende coach

Dit onderzoek, in samenwerking met Maastricht University en gefinancierd door ZonMw, draait om de app MIND-PRO. Deze app bevat leefstijladviezen, persoonlijke doelen en een leefstijlcoach. Deze coach voorziet de deelnemers van tips en motiveert hen om met hun doelen aan de slag te gaan. De coach hoeft niet per definitie een professionele achtergrond in beweging of voeding te hebben. ‘Iemand moet met name motiverend zijn, de deelnemers enthousiasmeren. Als de coach dezelfde achtergrond heeft, helpt dat ook.’  

Deelnemers krijgen bij de start een persoonlijk gesprek met hun coach, samen stellen ze hierin de persoonlijke doelen vast. Van der Endt: ‘Wil een deelnemer meer bewegen, dan stelt diegene een doel. Bijvoorbeeld zoveel stappen of minuten bewegen per dag. Dit wordt vastgelegd in de app. De deelnemer krijgt dan via de app adviezen en kan zijn voortgang bijhouden. De coach moedigt aan, via een chat of videobellen.’  

Anne Roos van der Endt onderzoekt waaraan de app, nu in ontwikkeling door het bedrijf Interactive Studios, moet voldoen. ‘Ik interview mensen uit de doelgroep, toon hen de eerste versie van de app. Ook probeer ik hun behoeftes te achterhalen. Iemand met een Surinaams-Hindoestaanse achtergrond heeft meer aan gezonde recepten uit de Hindoestaanse keuken dan een stamppot-recept. Belangrijk is dat mensen eten wat ze lekker vinden.’ Ook houdt ze rekening met een mogelijke taalbarrière, die zeker bij de eerste generatie migranten kan voorkomen.Van der Endt: ‘Daarom werken we ook veel met video's en foto's, en zorgen we voor korte en duidelijke teksten.’ 

De drempel over

De basis van dit onderzoek ligt in drie eerdere studies waarbij Edo Richard betrokken was: de eerder genoemde zandkorreltjes. Bij het eerste onderzoek onder 3500 ouderen kreeg de helft wel leefstijlinterventies aangeboden, en de andere helft niet. Daarna werd gekeken of er in de groep met interventies minder dementie voorkwam. Dat bleek niet het geval. Hoe dat kan? Richard: ‘Misschien was de groep te oud of waren de interventies niet intensief genoeg. Maar misschien werkt het gewoon niet, dat kan natuurlijk ook.’ 

In de studie daarna kregen 2700 ouderen in Finland, Frankrijk en Nederland een eHealth-platform met leefstijlverandering. ‘Het lukte om deze 65-plussers actief doelen te laten stellen. En ze hadden ook een heel klein beetje effect op bloeddruk, overgewicht en cholesterol. Dus het idee werkt. Maar hierbij keken we nog niet of dit ook echt op grote schaal ziektes gaat voorkomen', aldus Richard die zowel aan het Radboudumc als het Amsterdam UMC is verbonden.

Het derde onderzoek richtte zich specifiek op groepen met een hoog risico op dementie. Voor 1500 mensen uit Engeland met een laag inkomen en mensen uit de algemene bevolking in China werd een app gericht op leefstijlverandering ontwikkeld. Definitieve resultaten zijn er nog niet, maar deze mensen lijken de app wel behoorlijk goed te gebruiken, vertelt Edo Richard: ‘Het is heel moeilijk om mensen deel te laten nemen aan dergelijke leefstijlinterventies. Veel mensen willen niet, hebben weinig vertrouwen. Hun afstand tot de gezondheidszorg is enorm. Maar áls mensen meedoen, doen ze ook actief mee. Eenmaal over die drempel, dan lukt het om met een coach actief aan hun leefstijl te werken.’ 

Klein effect, grote gevolgen

Edo Richard is optimistisch ingesteld, maar waakt voor te hoge verwachtingen. ‘Het effect is waarschijnlijk klein, niet spectaculair op individueel niveau. Maar zoom je uit naar de gehele populatie, dan kan je over twintig jaar misschien wel een paar verpleeghuizen sluiten omdat er minder dementie is. Zo kunnen we toch een grote impact hebben op de algehele volksgezondheid.’  

Maar tot we het zeker weten, moeten we eerlijk zijn over waar we staan. Richard: ‘Het is onze taak het vertrouwen in instituties en de wetenschap bewaken. Dat vertrouwen kunnen we schaden door voorbarige claims die we later moeten nuanceren of intrekken, Onze rol moeten we heel serieus blijven nemen.’ 

Wat is dementie?

Dementie is een verzamelnaam van verschillende aandoeningen waarbij de hersenen informatie niet goed meer verwerken. De bekendste vormen zijn de ziekte van Alzheimer, waarbij eiwitten in de hersenen samenklonteren, en vasculaire dementie, waarbij sprake is van schade aan de hersenbloedvaatjes. De aandoening wordt over het algemeen door een huisarts, neuroloog, geriater of specialist ouderengeneeskunde vastgesteld via een gesprek met patiënt en mantelzorger. De arts neemt ook een geheugentest af, met vragen zoals ‘welke dag is het’. Een klok tekenen en woorden onthouden zijn andere opdrachten.

Uiteindelijk krijgt één op de vier mensen een vorm van dementie; drie op de vier mensen dus niet. Dementie is dan ook geen automatisch gevolg van ouderdom. Tot op heden is er geen behandeling of genezing mogelijk. Een medicijn dat in de Verenigde Staten is goedgekeurd ligt nu ter beoordeling bij de EMA, de Europese instantie die gaat over de toelating van geneesmiddelen. Op dit middel is echter veel kritiek vanwege de kosten, het beperkte effect op denkvermogen en de grote kans op bijwerkingen.

Dit artikel verscheen eerder in Radbode #1 van 2024. Illustratie: Monique Wijbrands. 

Meer informatie


Pauline Dekhuijzen

wetenschaps- en persvoorlichter

neem contact op

Meer nieuws

  • Medewerkers
  • Intranet