Patiëntenzorg Behandelingen Scheelzienoperatie Scheelziensoperatie bij kinderen

Over de behandeling

Bij een scheelziensoperatie bij kinderen geldt een aantal specifieke uitzonderingen.

lees meer

Over de behandeling

Als uw kind jonger dan twaalf jaar is, heeft de arts daarvoor uw toestemming nodig. Is uw kind twaalf jaar of ouder dan is behalve uw toestemming ook de toestemming van uw kind zelf nodig. Vanaf zestien jaar mag uw kind zelfstandig over een medische behandeling beslissen. Toestemming kunt u alleen geven nadat de arts u geïnformeerd heeft over, onder andere, de aandoening, mogelijke onderzoeken en behandeling(en), de gevolgen, de mogelijke risico’s en vooruitzichten en eventuele alternatieven. Ook uw kind zelf heeft recht op informatie van de arts, passend bij zijn bevattingsvermogen. Daarentegen heeft de arts ook informatie van u nodig en rekent hierbij op uw volledige medewerking. Met behulp van de informatie die de arts u heeft gegeven, beslist u of u wel of niet toestemt in het onderzoek of de behandeling

Wat is scheelzien?
Een andere naam voor scheelzien is strabismus. Bij scheelzien kijken beide ogen niet in dezelfde richting. Bij sommigen staat één oog naar binnen (naar de neus) gedraaid of naar buiten (naar het oor) gedraaid. Anderen kijken afwisselend scheel met het ene en het andere oog. En soms is er een verticale afwijking. Sommige kinderen zien daarbij dubbel en maar de meeste kinderen niet.

Wat gebeurt er bij een scheelziensoperatie?
Een scheelziensoperatie is een operatie aan de oogspieren om de oogstand te verbeteren. Deze spieren die het oog bewegen bevinden zich aan de buitenkant van de oogbol. Tijdens de operatie worden één of meer oogspieren verplaatst of ingekort, door deze los te maken van de oogbol en op een nieuwe plaats weer aan oogbol vast te zetten. De operatie duurt ongeveer drie kwartier als het om één spier gaat en ongeveer dertig minuten extra per spier als meerdere spieren worden geopereerd. Er zijn mensen die denken dat het oog uit de oogkas wordt gehaald of dat er in het oog wordt geopereerd. Dit is niet zo. Er wordt alleen aan de spieren aan de buitenkant van het oog geopereerd. In de meeste gevallen is één operatie voldoende om een goede oogstand te krijgen, maar soms zijn meerdere ingrepen nodig. Op langere termijn kan de oogstand verslechteren en kan er weer een operatie nodig zijn.

Nuchter blijven vanwege de narcose
Uw kind moet een aantal uren voor de ingreep 'nuchter' zijn. Hij of zij mag dan niets eten. Dit is nodig om te voorkomen dat uw kind tijdens de anesthesie overgeeft en er vervolgens maaginhoud in de longen terecht komt.

Sommige kinderen ervaren het niet mogen eten als een straf. Leg uw kind daarom niet uit waarom het niet mag. U kan dan vertellen dat dan de misselijkheid toeneemt als de narcose uitgewerkt is en dat niet prettig is.

Hoe lang uw kind voor de anesthesie geen voeding mag hangt af van zijn of haar leeftijd.

0-6 maanden:
De laatste borst- of fles voeding mag tot 4 uur voor een operatie of onderzoek gegeven worden. Bij pasgeborenen die nog 8 voedingen per 24 uur krijgen mag dit zelfs tot 3 uur voor een operatie of onderzoek.

Vanaf 6 maanden:
Tot 6 uur voor een operatie of onderzoek mag nog licht verteerbaar voedsel gegeten worden (dus geen vet voedsel, boter of vlees) bijvoorbeeld:
- Sneetje brood
- Cracker
- Beschuitje
- Zoet beleg
- Melkproduct (boter mag niet)

Alle kinderen:
Alle kinderen mogen tot vlak voor een operatie of onderzoek nog waterige vloeistoffen drinken zoals:
- (Suiker) water
- Appelsap
- Aanmaaklimonade
- (Koolzuurhoudende) frisdrank
- Thee zonder melk (suiker mag wel)

Uw kind mag géén drank met pulp of vezels, of melkproducten drinken.

Als uw kind langer nuchter moet blijven, hoort u dat van de anesthesioloog.

Opname
Op de dag van de operatie wordt u met uw kind op de dagbehandeling operatie kamers (DOK) verwacht . Volg route 798 om deze afdeling te vinden. Onder begeleiding mag één van de ouders of verzorgers met het kind mee naar de operatiekamer. U mag bij uw kind blijven totdat hij of zij onder narcose is. Vervolgens verlaat u de operatiekamer. U wordt verwittigd als u weer bij uw kind mag op de  verkoeverkamer (uitslaapkamer) en hoort van de oogarts hoe de operatie is verlopen. Daarna wordt u met uw kind weer naar verpleegafdeling Q 0B gebracht.
 

Na de operatie
Op de dag van de operatie krijgt u druppels en informatie mee voor de nabehandeling.
Na de operatie is het wit van de ogen rood en u kunt last hebben van prikkende ogen die moeilijk open te houden zijn. Een beetje pijn na de operatie hoort erbij en indien nodig kan uw kind paracetamol, volgens dosering, gebruiken.
De hechtingen die in de ogen komen, lossen vanzelf op. Het is belangrijk dat na de operatie de ogen goed in alle blikrichtingen beweegt.

•  5 keer per dag de ogen naar links, rechts, naar boven, naar beneden en naar het puntje van de neus bewegen. 

Voordat u naar huis vertrekt, kijkt meestal de oogarts nog even naar uw ogen en zal de behandeling voor ná de operatie uitgelegd worden. De eerste dagen na de operatie zitten er meestal wat korstjes in de ogen en ’s morgens bij het wakker worden kunnen de ogen dichtgeplakt zitten. Het beste kunt u dit met vers leidingwater schoonmaken.
• Zorg ervoor dat er niets in de ogen komt dat irriteert, bijvoorbeeld stof of zand.
• Drie weken niet zwemmen.
• Douchen en haren wassen kan wel, mits u de shampoo naar achteren uitspoelt.

Verdere beperkingen zijn er niet.

Tobradex druppels worden vaak gegeven voor nabehandeling. Vaak volgens afbouwschema: (eerste week 3 keer per dag in het geopereerde oog/ogen druppelen, 2e week 2 keer per dag, 3e week 1 keer per dag, daarna stoppen)
Een week na de operatie is  er een controle bij de orthoptist en oogarts.

Complicatie
Over het geheel genomen komen bij scheelziensoperaties maar weinig complicaties voor. Een zeer zeldzame complicatie van de operatie is een inwendige oogontsteking. Deze uit zich in koorts, zwelling van de oogleden, pijn, slechter zien met het geopereerde oog en een toenemend verschil in roodheid van de beide ogen. Neem in dit geval direct contact op met de polikliniek oogheelkunde via een van onderstaande telefoonnummers.
Een intensieve behandeling met antibiotica is dan nodig.

Vragen
Als u na het lezen van deze informatie nog vragen heeft, neem dan contact op met de medewerkers van oogheelkunde. Zij geven u graag informatie.

Indien u vragen heeft over de wachtlijst van de operatie kunt u bellen met het planbureau van oogheelkunde. Zij zijn bereikbaar iedere werkdag van 9.00 uur tot 16.30 uur via polikliniek oogheelkunde.

  • Polikliniek oogheelkunde tijdens kantooruren: 024 - 361 67 00.
  • Spoedeisende hulp (buiten kantoortijden): 024 - 361 41 87.
  • U kunt ook vragen stellen via Mijnradboud.

 

 

  • Medewerkers
  • Intranet