Patiëntenzorg Onderzoeken Punctie van de nier met een CT-scan

Over een punctie van de nier nierbiopsie

Tijdens dit onderzoek wordt met behulp van de CT-scanner of het echoapparaat een stukje weefsel of vocht uit uw nier gehaald om dit te onderzoeken.

Over het onderzoek


Voor het onderzoek

Voor het onderzoek houdt u rekening met een aantal zaken.

lees meer

Voor het onderzoek

U blijft vanaf 4 uur voor het onderzoek nuchter. Als het onderzoek in de middag plaatsvindt mag u licht ontbijten en bent u 4 uur van tevoren nuchter. Ga vlak voor de ingreep nog even naar het toilet, omdat u na afloop nog 6 uur in bed moet blijven liggen. Neem comfortabele kleding, bijvoorbeeld een pyjama, mee naar het ziekenhuis voor tijdens het onderzoek.

Als u nog niet bent opgenomen in het ziekenhuis, wordt u voor dit onderzoek opgenomen. In dat geval moet u zich voorafgaand aan de punctie melden op de afdeling waar u wordt opgenomen. Meestal wordt voorafgaand aan de punctie bloed geprikt om te controleren of de stollingswaarden in uw bloed goed zijn. Soms gebeurt dit op de afdeling waar u wordt opgenomen. Als dit niet het geval is kunt u van tevoren bloed laten prikken bij de prikpost of bij een van de verpleegkundigen. Een afspraak hiervoor wordt voor u gemaakt.

U wordt voor de punctie ruim op tijd in een bed naar de afdeling Beeldvorming gebracht. Hier wacht u in een beddenwachtruimte. Het is moeilijk in te schatten hoe lang een punctie duurt, daarom kan het zijn dat u iets eerder of later opgehaald wordt dan uw afspraaktijd. 

Pijnstilling

Wij adviseren u om vooraf pijnstillers in te nemen. U neemt deze in 1 uur voordat het onderzoek of de behandeling begint. Neemt u dan 2 tabletten paracetamol 500 mg.

Pijnstillers waar Acetylsalicylzuur in zit (zoals in Aspirine) zijn niet toegestaan, net zoals ibuprofen, diclofenac of naproxen, omdat deze pijnstillers invloed hebben op de stolling van het bloed.

Gebruikt u al pijnstilling? Overleg dan met uw behandelaar wat u dan het beste kunt doen.

Bloedverdunners / medicijngebruik

Als u bloedverdunners gebruikt overlegt u met uw behandelend arts of u met deze medicijnen tijdelijk stopt. Als blijkt dat u moet stoppen met bepaalde medicatie, spreek dan duidelijk af wanneer u deze weer mag innemen. Let op: aspirine is ook een bloedverdunner. In overleg met uw behandelend arts mag u andere medicijnen die u altijd gebruikt gewoon innemen. 

Begeleiding

Komt u samen met familie, vrienden of andere begeleiding naar het onderzoek, dan kunnen zij tijdens een CT-geleide punctie helaas niet bij u blijven vanwege de röntgenstraling. Zij kunnen op u wachten op de afdeling waar u wordt opgenomen, of in de wachtkamer van de afdeling Radiologie. Tijdens een punctie op de echokamer mag er wel iemand bij u blijven.

Infuus

Voor het onderzoek krijgt u een waakinfuus: een kleine infuusnaald in een ader van uw arm. Mogelijk wordt dit infuus tijdens het onderzoek gebruikt voor het geven van contrastmiddel, vocht of medicatie.


Tijdens het onderzoek

Om de exacte plek te bepalen waar de radioloog moet prikken, wordt een echoapparaat of een CT-scanner gebruikt, afhankelijk van hoe de plaats het best te zien is.

lees meer

Tijdens het onderzoek

Om de exacte plek te bepalen waar de radioloog moet prikken, wordt een echoapparaat of een CT-scanner gebruikt, afhankelijk van hoe de plaats het beste zichtbaar is.

Wanneer de punctie uitgevoerd wordt met de CT-scanner, wordt u liggend op de CT-tafel in de CT-scanner geschoven. Wanneer de punctie uitgevoerd wordt met een echoapparaat, ligt u in bed of op de CT-tafel. De radioloog kan zo de plaats van de punctie bepalen. De huid wordt ontsmet en de prikplaats wordt verdoofd met een plaatselijke verdoving (vergelijkbaar met de verdoving bij de tandarts). Stap voor stap zal met de CT-scanner of het echoapparaat gekeken worden of de prikplaats juist benaderd wordt. 

Wanneer de plaats bereikt is neemt de radioloog meestal een aantal kleine stukjes weefsel uit de nier. Het onderzoek duurt ongeveer 1 uur. Ondanks de plaatselijke verdoving kan het zijn dat u wel pijn voelt tijdens de biopsie. Dit varieert heel erg per patiënt en is moeilijk te voorspellen. Sommige mensen merken er vrijwel niets van, anderen voelen enige pijn die wel goed te verdragen is, maar soms is de biopsie pijnlijk. Als u pijn voelt moet u dit aangeven, dan wordt hier rekening mee gehouden.


Na het onderzoek

Na een punctie in uw nier wordt u teruggebracht naar de afdeling waar u opgenomen was.

lees meer

Na het onderzoek

Na een punctie in uw nier wordt u teruggebracht naar de afdeling waar u opgenomen was. U houdt verplichte bedrust tot 6 uur na de punctie, om het risico op nabloedingen te verkleinen. U blijft plat op uw rug op bed liggen. Tijdens de eerste 3 uur meet de verpleegkundige uw bloeddruk, pols en het door de punctie ontstane wondje regelmatig. Daarna houdt u nogmaals 3 uur bedrust waarbij de hoofdsteun van uw bed een stukje omhoog mag. Tijdens de bedrust ligt er gedurende de eerste 3 uur een zandzakje op de punctieplaats. Dit is bedoeld om een eventuele nabloeding te voorkomen. U mag een pijnstiller vragen aan de verpleegkundige (paracetamol). U mag na het onderzoek alleen een lichte maaltijd eten en helder drinken. Na 7 uur mag het normale dieet weer opgestart worden. 

Naar huis

Als er na de punctie geen bloeding is kunt u na 6 uur bedrust weer bewegen. Na een biopsie van een transplantaat nier kunt na de bedrust weer naar huis. Na een biopsie van uw eigen nier blijft u opgenomen tot de volgende ochtend. Er is namelijk een kleine kans op een latere bloeding. Thuis kunt u na +/- 3 dagen de pleister verwijderen. Het is verstandig om pas de volgende dag te douche. We adviseren u thuis nog 2 dagen rustig aan te doen, maar bedrust is niet noodzakelijk.

Als u bent gestopt met het innemen van bloedverdunnende medicijnen, kunt u in overleg met uw behandelend arts weer starten met het innemen hiervan. U kunt een paar dagen een zeurende pijn voelen en de plek kan gevoelig blijven. Als u pijn heeft, kunt u paracetamol nemen. Kijk in de bijsluiter hoeveel en hoe vaak u de pijnstiller mag nemen. Gaat het niet beter? Neem dan contact op met uw behandelend arts.

Uitslag

Uw behandelend arts maakt een afspraak met u om de onderzoeksresultaten te bespreken.

Bijwerkingen en complicaties

Bij elke punctie is er kans op een bloeding. Afhankelijk van de ernst en hoe het verloopt, kan het zijn dat u hiervoor wordt opgenomen, omdat er een ingreep moet plaatsvinden om de bloeding te stoppen. Na de ingreep kunt u wat pijn hebben. Neem contact op met de Spoedeisende hulp (024) 361 41 87 of met uw behandelend arts als u:

  • Toenemende pijn heeft
  • Duizelig wordt
  • Een grote bloeduitstorting krijgt
  • Zich niet goed voelt
  • Koorts krijgt

Afspraak maken of verhinderd

Uw behandelend arts vraagt uw behandeling aan. U ontvangt een oproep.

lees meer

Afspraak maken of verhinderd

Uw behandelend arts vraagt uw onderzoek of behandeling bij ons aan. U ontvangt van ons een oproep.
Moet uw onderzoek of behandeling binnen 15 weken plaatsvinden, dan ontvangt u de oproep zo snel mogelijk.
Heeft u met uw arts afgesproken dat het (controle-)onderzoek pas over een paar maanden gaat plaatsvinden, dan ontvangt u de oproep ongeveer 15 weken voor het onderzoek, niet eerder.

Het is belangrijk dat u op tijd aanwezig bent, omdat anders het onderzoek niet kan doorgaan. Als u op de afgesproken tijd verhinderd bent, neem dan zo snel mogelijk contact met ons op. Belt u dan tijdens kantooruren van 8.30-17.00 uur met de afdeling Radiologie telefoonnummer (024) 361 45 29  We maken dan, als dat mogelijk is, meteen een nieuwe afspraak.

  • Medewerkers
  • Intranet