Behandeling Vagina creëren met dilatatie (pelottetherapie)

De behandeling

Je gaat zelf met de pelottes druk uitoefenen in het kuiltje op de plek van je vagina. Dit doe je op het moment dat je daaraan toe bent. Hierbij word je begeleid door de gynaecoloog. Het is van belang om het juiste moment te kiezen om hiermee te starten. Dit moment bepaal je zelf en is voor iedereen anders. 

De pelottes die je krijgt via de polikliniek Gynaecologie zijn van kunststof, maar ze zijn ook verkrijgbaar in een zachter materiaal (silicone) en in verschillende kleuren. Voor de werkzaamheid maakt het niet uit of je pelottes van kunststof of siliconen gebruikt. 

Bij de eerste keer start je vaak met een klein bloedbuisje, omdat de pelotte van de set te groot is. Het bloedbuisje gebruik je tot je deze bijna helemaal kan inbrengen. Daarna ga je over op een groter bloedbuisje en dan over op de pelotte. De grootste maat van een pelotte-set is vaak te groot. Die heb je dus meestal niet nodig.

Oefenen 

Je oefent iedere dag maximaal 3 keer per dag met de pelottes. Ongeveer 15-30 minuten per keer. Dit is ook afhankelijk van hoe makkelijk de pelotte iedere keer teruggaat. Je kunt bijvoorbeeld twee keer 15 minuten oefenen, of bijvoorbeeld 1 keer 30 minuten. Doe dit in een rustige en prettige omgeving. Het is niet de bedoeling dat het pijn doet, maar de pelotte mag wel op spanning ingebracht worden. Eventueel kun je enkele minuten van tevoren een licht verdovend glijmiddel (Instillagel®) aanbrengen. De gynaecoloog kan hiervoor een recept uitschrijven.

Als de diepte van de vagina ongeveer 6-7 cm is, is dat meestal voldoende om te kunnen vrijen. De vagina wordt daarna met het vrijen nog wel wat dieper. De breedte van de vagina is meestal voldoende.  

Uitleg van de gynaecoloog

De eerste keer oefen je met de gynaecoloog. Het risico met de pelotte therapie is namelijk dat je de plasbuis (urethra) oprekt in plaats van het vaginale kuiltje. Het is niet goed voor de plasbuis als dat gebeurt, het doet pijn en geeft vaak het gevoel dat je moet plassen. De eerste paar keren oefen je met een buisje. Het is belangrijk dat je het buisje in een bepaalde richting in het vaginale kuiltje duwt. Dit legt de gynaecoloog aan je uit. 

Duur van de behandeling

Hoelang het duurt voordat je een normale vaginadiepte bereikt is heel wisselend. Soms lukt het binnen enkele maanden, maar soms heeft het meer tijd nodig en duurt het langer dan een jaar. Als je een vriendje of vriendinnetje hebt gaat het vaak makkelijker en sneller als hij of zij op een prettige manier betrokken is of als starten met vrijen aan de orde is.

Als de vagina weer wat kleiner wordt, kun je die vaak vrij makkelijk weer wat meer oprekken. Het is dus niet nodig om elke dag de pelotte te gebruiken.

Op de lange termijn kan de vagina verzakken. Dan is er niet genoeg steunweefsel rond de vagina. Je kunt niet veel doen om dat te voorkomen. Als er een verzakking optreedt kan bekkenfysiotherapie helpen of je kunt proberen een vaginale ring te dragen. Soms is een operatie nodig.

 

10 tips

• 1. Een steunteam

  Het is een goed idee om een steunteam te maken voordat je begint met de pelottes. Zij kunnen je helpen en adviseren. Het team in het ziekenhuis, een goede vriend(in), familie en andere meiden die hetzelfde hebben meegemaakt kunnen jou ondersteunen bij alles wat je tegenkomt.

• 2. Zorg voor de juiste spullen

  Normaal gesproken krijg je een set met pelottes in het ziekenhuis, maar je kunt ook online andere sets kopen. Zoek naar een set waar jij je goed bij voelt. Gebruik je handen of een warm washandje om de pelotte warm te maken voordat je het gebruikt. Het is een goed idee om wat glijmiddel (eventueel met verdovingsmiddel) te gebruiken als je je daar prettig bij voelt. Na gebruik kun je de pelotte schoonmaken met zachte zeep.

• 3. Zorg voor de juiste instelling

  Het aan de slag gaan met de pelottes werkt het beste als je je vrij voelt met je lijf en als je wilt beginnen om je lijf te ontdekken. Meestal is het makkelijker als je start als je wat ouder bent, of wanneer je denkt aan seksuele intimiteit.

• 4. Plan ‘me-time’

  Je kunt op elk moment van de dag dilateren. Probeer het 30 minuten per dag te doen. Sommige meiden vinden het fijn om het 2 keer 15 minuten te doen of 1 keer een half uur. Zorg voor privacy, dat voelt prettiger. Sommigen vinden het makkelijker om meteen ’s ochtends met de pelottes te beginnen, dan is hun lichaam ontspannen en warm. Maar het is vooral belangrijk dat je een tijdstip kiest dat voor jou uitkomt en bij je past.

• 5. De juiste houding

  In het ziekenhuis krijg uitleg over proces en over het werken met de pelottes. Het is belangrijk dat je je lichaam in de goede houding hebt. Als je wilt beginnen terwijl je ligt helpt het soms om een kussen onder je onderrug te leggen. Wanneer je dan weet wat je moet doen, kun je de houding kiezen die het meest prettig voelt.

• 6. De juiste techniek

  Gebruik wat glijmiddel op de top van de pelotte. Geef met de pelotte lichte druk op de plek die in het ziekenhuis is aangewezen. Druk in het begin niet recht naar binnen, maar meer in de richting van je onderrug of stuitje, zodat je de plasbuis niet oprekt. Ga door met drukken totdat je op het randje bent van wat onprettig voelt en houd moed. Als je het gevoel hebt dat je moet plassen, drukt de pelotte misschien op je blaas. Richt de pelotte dan lager, meer naar je stuitje. Je moet het misschien een paar keer proberen voordat je het gevoel hebt dat het goed gaat. Zorg dat je goed blijft ademen. 

• 7. Zie vooruitgang

  Hoe vaker je dilateert en met pelottes werkt, hoe sneller je resultaat ziet. Veel meiden zien verbetering of zijn klaar met dilateren na 3 tot 6 maanden, maar soms kan het ook wat langer duren. Voel je niet ontmoedigt als het iets minder snel gaat dan verwacht, probeer ook dan zo goed mogelijk door te gaan.

• 8. Maak het leuk

  Dilateren kan een goede manier zijn om je lichaam te ontdekken en om te leren waar het fijn is om aan te raken. Het proces kan ook makkelijker zijn als je opgewonden bent. Sommige meiden vinden het fijn om een vibrator te gebruiken in plaats van een pelotte. Of ze ontdekken het dilateren met hun partner. Zo kun je het leuker maken.

• 9. Vier kleine successen

  Maak je geen zorgen als je een dag mist. Start de volgende dag gewoon weer opnieuw. Vier alle keren dat je dilateert en beloon jezelf. Bedenk hoe ver je al bent gekomen.

• 10. Je hoeft het niet alleen te doen

  Er zullen momenten zijn die moeilijk zijn. Je kunt ook zorgen of vragen hebben. Schrijf deze vragen op zodat je ze later kunt bespreken met de mensen uit je steunteam. Je hoeft het niet alleen te doen.