Patiëntenzorg Onderzoeken Punctie van het bot met een CT-scan

Over een punctie van het bot botbiopsie

Tijdens dit onderzoek nemen we met behulp van de CT-scanner 1 of meerdere kleine stukjes bot af om dit te onderzoeken.

Over het onderzoek


Voor het onderzoek

Voor het onderzoek houdt u rekening met een aantal zaken.

lees meer

Voor het onderzoek

Op de dag van de punctie mag u licht ontbijten. U mag vanaf 1 uur voor de punctie niets meer eten. Iets drinken kan wel, als dit een heldere vloeistof is (bijvoorbeeld water, thee, koffie zonder melk). Ga vlak voor de ingreep nog even naar het toilet, omdat u na afloop nog enkele uren in bed moet blijven liggen. Neem comfortabele kleding, bijvoorbeeld een pyjama, mee naar het ziekenhuis voor tijdens het onderzoek. 

Mogelijk vindt het onderzoek plaats tijdens een dagopname. In dat geval meldt u zich voorafgaand aan de punctie op de afdeling waar u wordt opgenomen. Meestal wordt voorafgaand aan de punctie bloed geprikt om te controleren of de stollingswaarden in uw bloed goed zijn. Soms gebeurt dit op de afdeling waar u wordt opgenomen, anders kunt u van tevoren bloed laten prikken bij de prikpost of bij een van de verpleegkundigen. Een afspraak hiervoor wordt voor u gemaakt. 

U wordt gevraagd op tijd op de afdeling Beeldvorming te zijn. Wanneer u bent opgenomen, wordt u in een bed naar de afdeling Beeldvorming gebracht. Hier wacht u in een beddenwachtruimte. Het is moeilijk in te schatten hoe lang een punctie duurt, daarom kan het zijn dat u iets eerder of later opgehaald wordt dan uw afspraaktijd. 

Pijnstilling

Wij adviseren u om vooraf pijnstillers in te nemen. U neemt deze in 1 uur voordat het onderzoek of de behandeling begint. Neemt u dan 2 tabletten paracetamol 500 mg.

Pijnstillers waar Acetylsalicylzuur in zit (zoals in Aspirine) zijn niet toegestaan, net zoals ibuprofen, diclofenac of naproxen, omdat deze pijnstillers invloed hebben op de stolling van het bloed.

Gebruikt u al pijnstilling? Overleg dan met uw behandelaar wat u dan het beste kunt doen.

Bloedverdunners / medicijngebruik

Als u bloedverdunners gebruikt overlegt u met uw behandelend arts of u met deze medicijnen tijdelijk stopt. Als blijkt dat u moet stoppen met bepaalde medicatie, spreek dan duidelijk af wanneer u deze weer mag innemen. Let op: aspirine is ook een bloedverdunner. In overleg met uw behandelend arts mag u andere medicijnen die u altijd gebruikt gewoon innemen. 

Begeleiding

Komt u samen met familie, vrienden of andere begeleiding naar het onderzoek, dan kunnen zij tijdens het onderzoek helaas niet bij u blijven vanwege de röntgenstraling. Zij kunnen op u wachten op de afdeling waar u wordt opgenomen, of in de wachtkamer van de afdeling Radiologie.


Tijdens het onderzoek

Om de exacte plek te bepalen waar de radioloog moet prikken, wordt een echoapparaat of een CT-scanner gebruikt, afhankelijk van hoe de plaats het best te zien is.

lees meer

Tijdens het onderzoek

U wordt liggend op de CT-tafel de CT-scanner ingeschoven, zodat de radioloog de plaats van de punctie kan bepalen. De huid wordt ontsmet en de prikplaats wordt verdoofd met een plaatselijke verdoving (vergelijkbaar met de verdoving bij de tandarts). Stap voor stap zal met de CT-scanner gekeken worden of de prikplaats juist benaderd wordt. Wanneer de arts bij de prikplaats is boort deze een klein gaatje in het bot en neemt meestal een aantal kleine stukjes weefsel uit het bot.

Het onderzoek duurt ongeveer 1 uur. Ondanks de plaatselijke verdoving kan het zijn dat u wel pijn voelt tijdens de biopsie. Dit varieert heel erg per patiënt en is moeilijk te voorspellen. Sommige mensen merken er vrijwel niets van, anderen voelen enige pijn die wel goed te verdragen is, maar soms is de biopsie pijnlijk. Als u pijn voelt moet u dit aangeven, dan wordt hier rekening mee gehouden.


Na het onderzoek

Als u opgenomen was op een verpleegafdeling wordt u na de botbiopsie teruggebracht naar deze afdeling. 

lees meer

Na het onderzoek

Indien u opgenomen was op een verpleegafdeling wordt u na de botbiopsie teruggebracht naar deze afdeling. U houdt 1 uur verplichte bedrust, om het risico op nabloedingen te verkleinen. Een verpleegkundige controleert dan regelmatig uw bloeddruk, hartslag en het door de punctie ontstane wondje. U mag een pijnstiller vragen aan de verpleegkundige (paracetamol). U mag na het onderzoek weer eten en drinken.

Als u zonder dagopname de punctie hebt gehad kan het zijn dat u na het onderzoek nog een uur op de afdeling Radiologie in een bed moet wachten. Na een uur wordt de punctieplaats gecontroleerd op nabloedingen. 

Naar huis

Als u speciaal voor dit onderzoek bent opgenomen en alles goed verloopt, dan kunt u zo snel mogelijk weer naar huis. Thuis kunt u na +/- 3 dagen de pleister verwijderen. Het is verstandig om pas de volgende dag te douchen. U wordt geadviseerd om thuis nog 2 dagen rustig aan te doen, maar bedrust is niet noodzakelijk. Als u bent gestopt met het innemen van bloedverdunnende medicijnen, kunt u in overleg met uw behandelend arts weer starten met het innemen hiervan. U kunt een paar dagen een zeurende pijn voelen en de plek kan gevoelig blijven. Als u pijn heeft, kunt u paracetamol nemen. Kijk in de bijsluiter hoeveel en hoe vaak u de pijnstiller mag nemen. Gaat het niet beter? Neem dan contact op met uw behandelend arts.

Uitslag

Uw behandelend arts maakt een afspraak met u om de onderzoeksresultaten te bespreken.

Bijwerkingen en complicaties

Bij elke punctie is er kans op een bloeding. Afhankelijk van de ernst en hoe het verloopt, kan het zijn dat u hiervoor wordt opgenomen, omdat er een ingreep moet plaatsvinden om de bloeding te stoppen. Na de ingreep kunt u wat pijn hebben. Neem contact op met de Spoedeisende hulp (024) 361 41 87 of met uw behandelend arts als u:

  • Toenemende pijn heeft
  • Duizelig wordt
  • Een grote bloeduitstorting krijgt
  • Zich niet goed voelt
  • Koorts krijgt

Afspraak maken of verhinderd

Uw behandelend arts vraagt uw behandeling aan. U ontvangt een oproep.

lees meer

Afspraak maken of verhinderd

Uw behandelend arts vraagt uw onderzoek of behandeling bij ons aan. U ontvangt van ons een oproep.
Moet uw onderzoek of behandeling binnen 15 weken plaatsvinden, dan ontvangt u de oproep zo snel mogelijk.
Heeft u met uw arts afgesproken dat het (controle-)onderzoek pas over een paar maanden gaat plaatsvinden, dan ontvangt u de oproep ongeveer 15 weken voor het onderzoek, niet eerder.

Het is belangrijk dat u op tijd aanwezig bent, omdat anders het onderzoek niet kan doorgaan. Als u op de afgesproken tijd verhinderd bent, neem dan zo snel mogelijk contact met ons op. Belt u dan tijdens kantooruren van 8.30-17.00 uur met de afdeling Radiologie telefoonnummer (024) 361 45 29  We maken dan, als dat mogelijk is, meteen een nieuwe afspraak.

  • Medewerkers
  • Intranet