Over de medicijnen tijdens het IVF-traject

In een normale cyclus wordt meestal één eicel helemaal rijp. Bij IVF willen we meer eicellen laten rijpen, zodat de kans op zwangerschap groter wordt. Daarvoor krijgt u medicijnen. Uw behandelend arts beslist welk behandelschema u gaat gebruiken en welke dosering hormonen noodzakelijk is. Alle hormoonpreparaten worden via een injectie in het onderhuids vetweefsel (subcutaan) toegediend. U krijgt van te voren een instructie waarbij u zichzelf leert injecteren. Ook krijgt u een op maat gemaakt schema waarin beschreven is wanneer u de verschillende hormonen moet gebruiken.

Voor het starten van de behandeling

Tijdens de IVF/ ICSI-behandeling moet u beschermd vrijen. Vanaf de dag dat de punctie afgesproken wordt tot en met de terugplaatsing is het advies om geen gemeenschap te hebben.
Voorafgaand aan de hormoonbehandeling is het van belang dat u start met het gebruik van foliumzuur. Foliumzuur helpt afwijkingen bij het kind (zoals een open ruggetje) te voorkomen.

Om de behandeling beter te kunnen plannen wordt tijdelijk de anticonceptiepil (Microgynon 30 of Levonorgestrel / Ethinylestradiol) gebruikt. Veel voorkomende bijwerkingen van de anticonceptiepil zijn hoofdpijn, misselijkheid en doorbraakbloedingen.

Uw behandelend arts beslist of u de pil mag gebruiken.

Stimulatie van de eierstokken

Tijdens een IVF/ICSI behandeling is het van belang dat er meerdere eiblaasjes groeien. Voor de stimulatie van de eierstokken wordt follikel stimulerende hormoon  gebruikt; Gonal-F, Rekovelle, Ovaleap Menopur en Meriofert. Gonal-F, Ovaleap en Rekovelle worden geleverd in een vooraf gevulde injectiepen. Menopur en Meriofert worden geleverd in ampullen die u thuis oplost. De toedieningsvorm voor deze medicatie is nagenoeg gelijk, alleen de bereiding is verschillend.  Klachten die op kunnen treden tijdens het gebruik van deze hormonen zijn; een opgeblazen en gevoelige buik, vermoeidheid, lichte misselijkheid of hoofdpijn.

Tijdens de stimulatie is het van belang dat er geen vroegtijdige eisprong optreedt. Voor het tegenhouden van een vroegtijdige eisprong (zg LH antagonist) worden de volgende middelen gebruikt; Decapeptyl, Cetrotide, Fyremadel of Orgalutran.

Decapeptyl, Fyremadel en Orgalutran worden geleverd als losse injecties. Cetrotide wordt geleverd in ampullen en dient voor gebruik nog opgelost worden. Bijbehorende bijwerkingen van deze LH antagonisten kunnen zijn: hoofdpijn, wisselende stemmingen, vermoeidheid, opvliegers, roodheid of jeuk op de injectieplek.

Voor en na de punctie

Voor de laatste uitrijping van de eicellen en het plannen van de follikelpunctie gebruiken we middelen die zwangerschapshormoon (hCG) bevatten; Gonasi of Ovitrelle. Ovitrelle wordt kunstmatig bereid en geleverd in een injectiepen. Gonasi dient u zelf op te lossen met een vooraf gevulde spuit met oplosmiddel. Soms kan er op de injectieplek licht jeukende rode huiduitslag ontstaan. Ook gespannen borsten kunnen voorkomen.

Na de punctie wordt er gedurende 18 dagen Progesteron gebruikt. Dit kan zijn Utrogestan, Duphaston of Cyclogest. Deze medicatie wordt gebruikt om het baarmoederslijmvlies te ondersteunen zodat het embryo zich in kan nestelen en houdt de menstruatie tegen. Elk medicijn heeft zijn eigen toediening, er zijn vaginale capsules of tabletten die u oraal in dient te nemen.

Mogelijke bijwerkingen van Progesteron zijn maagdarmklachten, gespannen borsten, hoofdpijn, duizeligheid of slaperigheid.


Over de medicijnen tijdens het IVF-traject

In een normale cyclus wordt meestal één eicel helemaal rijp. Bij IVF willen we meer eicellen laten rijpen, zodat de kans op zwangerschap groter wordt. Daarvoor krijgt u medicijnen.

lees meer

Spuitinstructies

Hieronder vindt u de spuitinstructies voor de verschillende soorten medicijnen. In de lijst kunt u het medicijn selecteren waarover u meer informatie zoekt. Niet alle medicatie hoeft in de koelkast bewaard te worden. Wel is het beter koel en donker te bewaren.

Overzicht spuitinstructies

  • Medewerkers
  • Intranet