Genetisch onderzoek

Het DNA bestaat uit gedeeltes die direct coderen voor een eiwit en gedeeltes die dat niet doen. Binnen de afdelingen KNO en genetica van het Radboudumc wordt naast onderzoek naar mutaties in de coderende delen van het USH2A gen, ook onderzoek gedaan naar de aanwezigheid van mutaties in de niet-coderende gedeeltes van dit gen bij patiënten met Usher syndroom type 2 of niet-syndromale retinitis pigmentosa. Dit wordt gedaan bij patiënten bij wie tot op heden geen, of slechts een gedeeltelijke, genetische diagnose gesteld kon worden. Vervolgens wordt in het laboratorium onderzocht of deze niet-coderende mutaties daadwerkelijk oorzakelijk kunnen zijn en of deze mutaties gerepareerd kunnen worden met zogenaamde ‘genetische pleisters’.

Daarnaast stellen we soms genetische diagnoses waarnaar we meer onderzoek willen doen, zoals wanneer een mutatie nog niet eerder gevonden is of deze een atypisch beeld veroorzaakt. Een voorbeeld hiervan zijn mutaties in het ARSG gen die oorzakelijk zijn voor een vorm van Usher syndroom die niet binnen de huidige indeling van type 1, 2 en 3 past. Hiervoor brengen we nu de relatie tussen een specifieke genetische afwijking en de daardoor veroorzaakte symptomen in kaart.

Betrokken medewerkers: Hannie Kremer, Susanne Roosing, Frans Cremers.


Kennis en expertise over het Usher syndroom

Al meer dan 30 jaar worden patiënten met Usher syndroom verwezen naar de afdelingen Keel-, Neus- en Oorheelkunde en Oogheelkunde van het Radboudumc. In al die jaren is veel kennis vergaard en is ook veel onderzoek verricht naar dit erfelijke syndroom dat gekenmerkt wordt door gehoorverlies en progressieve slechtziendheid. lees meer

Kennis en expertise over het Usher syndroom

Al meer dan 30 jaar worden patiënten met Usher syndroom verwezen naar de afdelingen Keel-, Neus- en Oorheelkunde en Oogheelkunde van het Radboudumc. In al die jaren is veel kennis vergaard en is ook veel onderzoek verricht naar dit erfelijke syndroom dat gekenmerkt wordt door gehoorverlies en progressieve slechtziendheid.

Het Radboudumc heeft voor Usher syndroom als aandoening de erkenning vanuit de Nederlandse Federatie voor Universitair Medische Centra gekregen dat we unieke expertise hebben. Mensen met Usher syndroom worden dan ook vanuit heel Nederland naar het Radboudumc verwezen voor diagnostiek, nadere uitleg over het syndroom en/of deelname aan wetenschappelijk onderzoek.


Wetenschappe­lijk onderzoek Usher syndroom

De afgelopen decennia is veel onderzoek verricht naar Usher syndroom en al meer dan 10 proefschriften zijn over deze aandoening vanuit Nijmegen geschreven. Het wetenschappelijk onderzoek naar Usher syndroom bestaat uit drie verschillende pijlers: klinisch onderzoek, genetische studies naar de oorzaak van Usher syndroom en de ontwikkeling van genetische therapie.
  • Binnen het Radboudumc wordt onderzoek gedaan naar het USH2A gen. Betrokken medewerkers: Hannie Kremer, Susanne Roosing, Frans Cremers.

    lees meer


  • Klinisch onderzoek

    CRUSH studie (2019 – 2024)
    De CRUSH-studie is een studie binnen het Radboudumc naar het natuurlijk beloop van de progressie bij Usher syndroom type 2a en USH2A geassocieerde niet syndromale retinitis pigmentosa (nsRP). Middels deze studie wordt de achteruitgang van het zicht, de evenwichtsfunctie en het gehoor bij 40 patiënten met Usher syndroom type 2a en USH2A geassocieerde nsRP bestudeerd om zo meer inzicht te krijgen in het verloop van deze aandoeningen.

    RUSH2A studie (2019 – 2024)
    De RUSH2A-studie is een internationale studie met als doel het bepalen hoe bij USH2A-gerelateerde retinitis pigmentosa de functie van de ogen verandert en hoe veranderingen in de ogen en het zicht het meest betrouwbaar gemeten kunnen worden.

    CASH studie (2021 - 2022)
    De CASH-studie is een studie naar de sociaaleconomische effecten van Usher syndroom voor patiënten en de samenleving. Dit is onder andere van belang om van toekomstige behandelingen te kunnen bepalen of de kosten daarvan opwegen tegen de meerwaarde in kwaliteit van leven die ze teweeg kunnen brengen. 

    Betrokken medewerkers: Ronald Pennings, Cris Lanting, Carel Hoyng, Suzanne Yzer


  • Ontwikkeling genetische therapie

    Splice modulatie-therapie

    Middels splice modulatie-therapie kan het effect van een specifieke mutatie op RNA-niveau worden hersteld of teniet gedaan. Een mutatie in het erfelijke materiaal kan er voor zorgen dat een niet functioneel eiwit wordt gevormd. In de vertaling van de erfelijke code naar eiwitten, wordt het DNA eerst gekopieerd in RNA, een soort tijdelijke blauwdruk voor eiwitproductie. Met een specifiek voor de mutatie ontworpen antisense oligonucleotide (AON), ook wel “genetische pleister” genoemd, kunnen we voorkomen dat de regio waarin die mutatie zich bevindt wordt overgeslagen tijdens de van vertaling van het RNA in eiwit. Hierdoor wordt een eiwit gevormd dat wél functioneel is. Op dit moment wordt de eerste splice modulatie-therapie gericht op exon 13 van het USH2A gen in klinische studies getest door ProQR Therapeutics. De tussentijdse resultaten zijn veelbelovend. 

    Mini-gen vervangingstherapie

    Ontwikkelingen op het gebied van gen-vervangingstherapie zijn veelbelovend voor verschillende vormen van erfelijke netvliesdegeneratie. Vanwege de enorme grootte van de genen die betrokken zijn bij het ontstaan van Usher syndroom type 2a en 2c, is gen-vervangingstherapie voor deze genen technisch gezien ontzettend lastig. Vandaar dat er momenteel onderzoek plaatsvindt naar de mogelijkheden om verkorte versies van de USH2A en USH2C genen, zogenaamde mini-genen, te maken. Het doel van de mini-genprojecten is dan ook om een behandelmethode te ontwikkelen voor USH2A en USH2C-gerelateerde netvliesdegeneratie in de vorm van een mini-gentherapie.  Evenals voor de splice modulatie-therapieën die in ontwikkeling zijn, wordt de functionaliteit van de mini-genen vastgesteld in zebravismodellen.

    Betrokken medewerkers: Erwin van Wijk en Erik de Vrieze


Patiëntenzorg Usher syndroom

In het Radboudumc kunt u met al uw vragen over Usher syndroom terecht. lees meer

Patiëntenzorg Usher syndroom

In het Radboudumc kunt u met al uw vragen over Usher syndroom terecht. U kunt een afspraak krijgen wanneer u bijvoorbeeld net gehoord heeft dat u of uw kind Usher syndroom heeft en dit nader wilt laten onderzoeken. Het kan ook zijn dat u meer informatie over de aandoening wilt krijgen wanneer u of uw kind net genetisch gediagnosticeerd is met Usher syndroom of dat u al lang geleden gediagnosticeerd bent met Usher syndroom en graag meer informatie wilt krijgen over de ontwikkelingen op het vlak van revalidatie en/of therapie. Voor al dit soort, maar ook voor andere vragen, bent u van harte welkom.

Afhankelijk van uw wensen kunnen we voor u een afspraak inplannen op de polikliniek van de afdeling KNO, oogheelkunde of een combinatie daarvan. Dr. Ronald Pennings is de betrokken KNO-arts voor mensen met Usher syndroom, vanuit de oogheelkunde is dit dr. Suzanne Yzer. In alle gevallen hebben we wel een verwijzing nodig van uw huisarts of specialist (KNO-arts, oogarts of audioloog). U kunt deze verwijzing aan ons toesturen via het e-mailadres: ushersyndroom@radboudumc.nl. Het helpt ons indien u aangeeft wat uw specifieke wens is voor het consult en u daarbij reeds verrichte onderzoeken (gehoor en visus) mee stuurt aan ons.

 


Usher syndroom

Het Usher syndroom is een erfelijke aandoening waarbij zowel het horen als het zien aangetast is. lees meer

Radboudumc Expertise­centrum voor Erfelijke Slecht­horendheid (Hearing & Genes)

Binnen het Radboudumc Expertisecentrum voor Erfelijke Slechthorendheid wordt specialistische (genetische) diagnostiek verricht voor diverse vormen van slechthorendheid.

lees meer
  • Medewerkers
  • Intranet