

‘De mooie herinneringen helpen me om verder te gaan’
Toen bleek dat genezing van borstkanker niet meer mogelijk was, kreeg Walters vrouw Janny tot aan haar overlijden passende palliatieve zorg in het Radboudumc, om in de tijd die er nog was zoveel mogelijk te kunnen leven.
lees meer‘De mooie herinneringen helpen me om verder te gaan’
Oktober 2025
Op haar 62e kreeg Janny de diagnose borstkanker. Toen bleek dat genezing niet meer mogelijk was, kreeg Janny tot aan haar overlijden in 2024 passende palliatieve zorg in het Radboudumc, om zoveel mogelijk te leven in de tijd die er nog was. Haar echtgenoot Walter (76) vertelt hun verhaal.
‘November 2012 was het. Janny was een jaar eerder gediagnosticeerd met borstkanker toen ze ineens door haar benen zakte. Lopen ging niet meer. Ik heb haar letterlijk moeten dragen, het ziekenhuis in. Daar kregen we het slechte nieuws te horen: de kanker was uitgezaaid.
Met spoed werd ze doorverwezen naar de afdeling Medische Oncologie van het Radboudumc. Ze kreeg bestraling om de tumorgroei te remmen en lag zes weken in het ziekenhuis. Daarna volgde een lange periode van revalidatie thuis. Ze kon niet meer lopen en kwam in een rolstoel terecht. Dat was erg zwaar voor haar – ze was dol op bewegen: dansen, tennissen, aerobicen… stilzitten lag niet in haar aard.’
Stadsvijver
‘Strijdlustig als ze was, wilde ze alles doen wat haar herstel kon bevorderen. In onze woonkamer oefende ze rondjes om de salontafel, eerst met de rolstoel, daarna met de rollator. Lopen, lopen, lopen. Pure wilskracht.
Langzaam kwam ze ook weer buiten. Eerst in de straat, later verder. “Ik loop even naar de stadsvijver”, zei ze op een dag. “Zou je dat wel doen?”, antwoordde ik. Het was immers best een eind. Maar ze deed het. En al snel had ze drie vaste routes: kort, middelgroot en lang. Zo bloeide de liefde voor het nabijgelegen park. Ze wandelde er graag en mijmerde op een bankje bij het water.’
Vertrouwen
‘Ondanks haar inzet werd al snel duidelijk dat genezing niet meer mogelijk was. Vanaf dat moment kreeg Janny begeleiding van medisch oncoloog en palliatief arts Evelien Kuip. De eerste ontmoeting was warm en empathisch, maar professioneel.
Door de jaren heen groeide er een hechte band. Janny voelde zich gezien, niet alleen als patiënt maar ook als mens. Evelien toonde oprechte belangstelling voor haar persoonlijke situatie. Zo vroeg ze bijvoorbeeld wat Janny belangrijk vond in haar leven. Ik ging altijd mee naar de gesprekken en zag van dichtbij hoe het vertrouwen alsmaar groter werd.
In de tussentijd ging het langzaamaan bergafwaarts met Janny. In een gesprek met Evelien, zei ze: “Ik wil euthanasie. En ik zou het fijn vinden als u dat doet.” Ik schrok. Over euthanasie – of over het einde, überhaupt – hadden we het nog nooit gehad. Evelien reageerde rustig: “Als u dat wenst, wil ik dat voor u faciliteren.”
Buiten vroeg ik waarom Janny dit plotseling opwierp. “Ik weet het niet”, zei Janny. “Maar ik voelde op dat moment dat ik dat aan háár moest vragen.”’
Texel
‘Doe de dingen die je graag doet. Dat was een van Eveliens adviezen. Voor ons was dat Texel. Janny en ik gingen er al vele jaren samen heen, twee of drie keer per jaar. Evelien moedigde dat aan: “Wordt het niet weer eens tijd dat jullie naar Texel gaan?”
Op de boot naar Texel keek ik altijd stiekem naar Janny. Halverwege de overtocht zag ik haar opklaren; hoe dichter we bij het eiland kwamen, hoe meer ze opklaarde. Zodra we er waren, kwam ze helemaal tot leven. Strand, zee, zon, lucht – en het liefst: niemand om haar heen. Rust.
Tijdens onze wandelingen nam ik altijd twee stoeltjes mee. We kozen dan een rustig plekje bij het water om te gaan zitten. Uren en uren konden we daar zitten. We hoefden niks te zeggen. Daar, in de zon, was Janny gelukkig. Ze had niets nodig. De zonnestralen waren genoeg.’
Afscheid
‘Natuurlijk vond ik het ontzettend moeilijk dat Janny voor euthanasie koos, maar ik steunde haar. Het was haar leven, haar keuze. Ze wilde het thuis laten doen, niet in een klinische omgeving. Uiteindelijk vonden we samen een huisarts waar ze een goed gevoel bij had.
De dag zelf was, vreemd genoeg, ook mooi. ’s Morgens kwamen twee ambulancebroeders om het infuus aan te leggen. Twee vrolijke jongens, met wie Janny nog grapjes maakte. Even later kwamen onze twee zoons erbij, en de huisarts. We zaten met z’n vijven te praten, bijna alsof het een gewone middag was.
Om één uur – de afgesproken tijd – vroeg de huisarts: “En Janny, wat denk je ervan?” Ze glimlachte en zei: “Tja… liever niet!” Toen stond ze op, liep naar haar bed, kroop er zelf in en ging liggen. Zo ging het. Vreedzaam. Zonder strijd.
Het was natuurlijk een vreselijke situatie, maar ik heb er ook mooie herinneringen aan. Momenten die ik niet had willen missen. Dat gevoel draag ik mee. Het helpt me om verder te gaan.’
Meer informatie

Palliatieve zorg
Ondersteunende zorg en palliatieve zorg is gericht op het verbeteren van de kwaliteit van leven van mensen die ongeneeslijk ziek zijn. Er kan nog veel worden gedaan om deze periode van leven zo goed mogelijk te laten verlopen. naar paginaLeven tot het laatst
Meer over wat palliatieve zorg voor u kan betekenen, leest u op de landelijke website Leven tot het laatst.
ga naar de website