Afgelopen weekend verscheen het vijfde artikel over het Polygene project in het toonaangevende tijdschrift Nature Genetics (on line). En dat in minder dan één jaar. Polygene is een samenwerkingsverband tussen het IJslandse bedrijf deCODE Genetics, het UMC St Radboud en de universiteiten van Aarhus en Oxford. Het doel van het project is genetische varianten te vinden, die het risico op borst- en prostaatkanker verhogen. Daartoe wordt met een DNA-chip met honderdduizenden markers het DNA vergeleken van duizenden patiënten en controles. De juistheid van de resultaten wordt vervolgens gecontroleerd in extra groepen patiënten en controles uit verschillende Europese landen en Noord-Amerika.
Eerder vonden de onderzoekers al vier belangrijke regio’s op chromosoom 8q en 17q die het risico op prostaatkanker verhogen. Nu zijn nog twee extra regio’s gevonden op 2p15 en Xp11. Beide gebiedjes waren nog niet eerder in verband gebracht met prostaatkanker. Het gebiedje op chromosoom 2 is bovendien extra interessant, omdat de associatie sterker is met agressieve vormen van prostaatkanker. Volgens de Nijmeegse projectleider prof.dr. Bart Kiemeney is het echter nog te vroeg om te juichen. ‘Er is nog veel laboratoriumwerk nodig om duidelijk te krijgen via welk mechanisme deze regio’s het risico op prostaatkanker verhogen.’ Maar daaraan wordt gewerkt. Vorige week is in Londen de kick-off meeting geweest van de opvolger van Polygene: Promark, gefinancierd vanuit het zevende kaderprogramma van de Europese Unie. In dat project wordt geprobeerd de resultaten uit Polygene te vertalen in diagnostische markers voor de agressieve vorm van prostaatkanker.
-
Meer weten over deze onderwerpen? Klik dan via onderstaande buttons door naar meer nieuws.