Nieuws Een hapje uit de zaadbal in plaats van twee

28 juni 2016

Een biopt is een stukje weefsel dat wordt verwijderd uit het lichaam voor onderzoek. Bij mannen met NOA worden overal ter wereld twee biopten van de zaadbal genomen. Het eerste biopt (TESE-biopt) is nodig om bij mannen met een zwangerschapswens zaadcellen te verkrijgen voor kunstmatige bevruchting (ICSI). Daarnaast is een tweede biopt nodig voor het onderzoek naar zaadbalkanker. Hessel: ‘Onder plaatselijke verdoving snijdt de uroloog de huid en de zaadbal open en neemt een stukje weefsel weg. Dit biopt gaat vervolgens direct naar het laboratorium voor de zaadcellen en voor onderzoek naar kanker. Ondanks de verdoving houden de meeste mannen vier tot zeven dagen na de behandeling nog last van pijn.’

Één biopt

Hessel onderzocht of het biopt voor de vruchtbaarheidsbehandeling ook gebruikt kan worden voor diagnostiek naar zaadbalkanker. Zij vond sterke aanwijzingen dat dit kan. Eén biopt lijkt een even betrouwbare diagnose op te leveren als bij een afzonderlijk biopt alleen voor pathologisch onderzoek. ‘Aan dit onderzoek deden helaas niet voldoende proefpersonen mee om dit overtuigend genoeg te kunnen aantonen. In drie jaar tijd werden in het Radboudumc veertien mannen behandeld met NOA en (een voorstadium van) zaadbalkanker, lang niet voldoende voor een statistisch betrouwbaar resultaat. Momenteel gebeurt dit onderzoek alleen in het Radboudumc, ik wil alle ziekenhuizen in Nederland oproepen om mee te doen’, zegt Hessel.

Voordelen

Het voordeel van de nieuwe techniek voor mannen met NOA is heel duidelijk; ze hoeven maar één biopt te ondergaan in plaats van twee. Daarnaast kost het de gezondheidszorg minder tijd en geld. Een bijkomend voordeel is dat het biopt, dat voor zowel vruchtbaarheidsbehandeling als voor onderzoek naar kanker gebruikt wordt, groter is dan het huidige biopt voor onderzoek. De kans om kanker op te sporen is daarom waarschijnlijk groter.

Afwezigheid van zaadcellen

Azoöspermie, de totale afwezigheid van zaadcellen in het ejaculaat, komt voor bij één procent van alle mannen. Ongeveer zestig procent van hen krijgt de diagnose ‘niet-obstructieve azoöspermie’. Deze mannen hebben een probleem in de aanmaak of uitrijping van zaadcellen. De overige veertig procent van de mannen heeft ‘obstructieve azoospermie’. Bij deze mannen worden er wel zaadcellen aangemaakt maar deze komen niet in het ejaculaat terecht door een fysieke blokkade, bijvoorbeeld een verstopping van de zaadleider of een infectie.

Meer nieuws

  • Medewerkers
  • Intranet