28 augustus 2017

Wereldwijd overleden vorig jaar naar schatting 1,8 miljoen mensen aan tuberculose, meer dan aan enig andere infectieziekte. Hoogleraar ‘Global Health and Infectious Diseases’ Reinout van Crevel richt zich tijdens zijn oratie op vrijdag 8 september op twee vragen:‘Waarom verloopt tuberculose bij sommige mensen zoveel ernstiger dan bij andere?’ en ’Hoe kunnen we de sterfte van tuberculose verminderen?’

Om deze en andere vragen te beantwoorden, doet Reinout van Crevel klinisch onderzoek bij grote groepen patiënten, vooral in Indonesië waar jaarlijks 1 miljoen mensen tuberculose krijgen. En hij combineert klinisch onderzoek met genetica, immunologie en onderzoek naar kwaliteit en toegankelijkheid van zorg. In zijn oratie licht hij dit toe aan de hand van de meest ernstige vorm van tuberculose: tuberculeuze meningitis (‘nekkramp’).
 
Laboratoriumonderzoek
Een belangrijk deel van het onderzoek van Van Crevel gaat over de oorzaak en behandeling van tuberculeuze meningitis. Recent onderzocht hij de schadelijke ontsteking die gepaard gaat met deze ziekte en met geavanceerd laboratoriumonderzoek vond hij nieuwe ‘targets’ voor immuno-modulerende therapie om deze ontsteking tegen te gaan. Daarnaast liet van Crevel als eerste zien dat een hogere dosis antibiotica de sterfte aan tuberculeuze meningitis kan halveren.
 
Internationaal
“Maar met klinisch en moleculair onderzoek alleen ben je er niet; de sociale context is ontzettend belangrijk,” zegt Van Crevel. Een brede aanpak, ingebed in langdurige internationale samenwerking, is essentieel voor de verlaging van sterfte aan tuberculose. “Wat maakt bijvoorbeeld dat patiënten laat hulp zoeken? Is het stigma, gebrek aan kennis, of geld? En welke barrières zijn er voor de dokter in een stad als Jakarta? En nog belangrijker: wat kunnen we eraan doen om deze barrières weg te nemen?”
 
Tering schrikken
Voor dit onderzoek en toepassing van deze en andere kennis werkt Van Crevel minstens één maand per jaar in Indonesië. “Deze internationale samenwerking levert heel veel op. We kunnen de Nijmeegse expertise op het gebied van basale biologische mechanismen inzetten bij de bestrijding van een wereldwijd probleem als tuberculose. Mensen vragen wel eens ‘tuberculose, is dat dan nog niet opgelost?’ Het antwoord is ‘nee’, tuberculose is nog verre van de wereld uit. Daar mag je je terecht de ‘tering’* van schrikken.”
 
Over de hoogleraar
Reinout van Crevel (1967) behaalde in 1994 zijn artsexamen in Amsterdam. Zijn specialisatie tot internist in het Radboudumc combineerde hij met promotieonderzoek naar tuberculose. Na een fellowship startte hij als internist-infectioloog in het Radboudumc. Van 2006 tot 2009 was hij werkzaam als coördinator van een grootschalig programma voor preventie en behandeling van HIV/Aids in scholen, het ziekenhuis en een gevangenis in Bandung (Indonesië). Nu is hij coördinator van HIV-zorg in het Radboudumc en aangesteld als hoogleraar Global Health and Infectious Diseases aan de Radboud Universiteit. Hij combineert het hoogleraarschap met een rol als senior onderzoeker in het Jakarta Oxford Clinical Research Unit en een gasthoogleraarschap aan Oxford University.
 
Onderzoek naar tuberculose vindt in Nijmegen plaats binnen het Radboud Center for Infectious Diseases. En inzichten uit het wetenschappelijk onderzoek worden net als bij andere infecties vertaald naar patiëntenzorg: van klinische symptomen en immunologisch onderzoek naar geïndividualiseerde immunotherapie. “Dat is uniek, en een grote kracht van het Radboudumc”, aldus Van Crevel.
  • Medewerkers
  • Intranet