Het digitaal portfolio handleidingen en video's

Op deze pagina vind je handleidingen en kennisclips voor het optimaal gebruiken van het digitaal portfolio. Ook leggen we uit wat EPA's zijn en hoe korte praktijkbeoordelingen (KBP's) werken.

Contact

Heb je vragen over het digitaal portfolio, mail deze dan via onderstaande knop. Heb je vragen over een episode, mail deze dan direct aan de episode coördinator.

stuur een e-mail

Inloggen portfolio coassistenten


FAQ digitaal portfolio

Mocht je vragen hebben over het digitaal portfolio. Check of deze hier tussen staat. lees meer

FAQ digitaal portfolio



FAQ voor opleiders en beoordelaars

Mocht je vragen hebben over het digitaal portfolio. Check of deze hier tussen staat. lees meer

FAQ voor opleiders en beoordelaars


Digitaal portfolio in vogelvlucht


Het digitaal portfolio in vogelvlucht


Feedback aan de hand van EPA's en KPB's informatievideo


Tussen- en eind­beoordeling informatievideo

Algemene informatie


Werken met het digitaal portfolio kennisclip


Coassistent op de werkvloer kennisclip


Werken met het digitaal portfolio overzicht

Informatie voor coassistenten over werken met Scorion en Scorion X. bekijk pdf

Entrustable Professional Activities en korte praktijkbeoordelingen


EPA's en KPB's kennisclip


Werken met EPA's de belangrijkste punten

Er zijn 4 EPA’s: 'medisch consult’, ‘medische verrichtingen’, ‘begeleiden en informeren’ en ‘communiceren en samenwerken’. Daarnaast een vijfde: de vrije categorie. lees meer

Werken met EPA's de belangrijkste punten

EPA staat voor Entrustable Professional Activity. EPA’s zijn gestructureerd omschreven taken of verantwoordelijkheden die artsen toevertrouwen aan een coassistent om deze uit te voeren met beperkte supervisie, zodra de coassistent de benodigde competenties heeft verkregen. Deze beroepsactiviteiten zijn herkenbaar en kunnen op de werkvloer worden getoetst. 
 
De gedetailleerde beschrijving van iedere EPA is weergegeven in een tabel, waarin wordt beschreven:

  • wat de activiteit precies betreft;
  • waarvoor de coassistent bekwaam wordt verklaard;
  • welke kennis, vaardigheden en attitude de coassistent moet beheersen om de EPA op een bepaald niveau te behalen en welke bewijsvoering hiervoor nodig is.

 
Er zijn 4 EPA’s, te weten ‘medisch consult’, ‘medische verrichtingen’, ‘begeleiden en informeren’ en ‘communiceren en samenwerken’. Daarnaast is EPA 5 ingevoegd als vrije categorie. Iedere EPA is onderverdeeld in diverse sub-EPA’s, zoals weergegeven in onderstaande tabel.

1. Medisch consult

1.1 Anamnese en lichamelijk onderzoek

1.2 Opstellen van een differentiaaldiagnose

1.3 Opstellen van een plan voor aanvullend onderzoek

1.4 Interpreteren van diagnostiek

1.5 Opstellen van een behandelplan

2. Medische verrichtingen

2.1 Participatie op (P)OK

2.2 Rectaal toucher, katheter inbrengen

2.3 Veelvoorkomende vakspecifieke verrichtingen

2.4 Perifeer infuus, venapunctie, injecties, arteriële punctie (bloedgas), ECG

2.5 BLS/AED

3. Begeleiden en informeren

3.1 Bespreken van diagnostische en therapeutische opties

3.2 Bespreken van uitslag en prognose

3.3 Voeren van bijzondere gesprekken

3.4 Geven van informatie over gezonde leefstijl en preventie van ziekten

4. Communiceren en samenwerken

4.1 Schriftelijke en mondelinge overdracht van patiëntinformatie

4.2 Inter- en intraprofessionele samenwerking

5. Niet-klinische taken zoals onderwijs, innovatie, financiën, technologie

Dit is geen EPA in de strikte zin van het woord. De coassistent kan hier activiteiten laten opnemen uit de categorie niet-klinische taken.

Voor EPA’s 2 tot en met 4 overstijgen de (sub-)EPA’s het coschap. Dit wil zeggen dat een eerder behaald supervisieniveau wordt meegenomen naar een volgend coschap. In geval van EPA 1 is er een belangrijke nuance aangebracht. Het is evident dat de inhoud van de EPA ‘Medisch consult’ dusdanig vak- en dus ook coschap-specifiek is, dat deze EPA voor meerdere vakgebieden apart behaald dient te worden. Deze vakinhoudelijke sub-EPA’s worden aangeduid als facetten. Voorbeeld: de sub-EPA "1.1 Anamnese en lichamelijk onderzoek" kent "psychiatrische anamnese" als facet.

Beoordeling middels Korte Praktijkbeoordelingen

Om een reëel beeld te krijgen van het functioneren van de coassistent en daarmee het behalen van de benodigde EPA’s, is frequente en adequate feedback noodzakelijk. Deze beoordelingen vinden laagdrempelig plaats middels Korte Praktijkbeoordelingen (KPB’s).

Per episode is er een minimaal aantal KPB’s vastgesteld. Dit is te lezen in het document 'EPA KPB per episode'. Er zijn verschillende supervisieniveaus, deze zijn hieronder in tabelvorm weergegeven.

 De coassistent heeft laten zien de activiteit onder deze mate van supervisie goed uit te kunnen voeren:
 1 Ik heb de activiteit gezamenlijk met de coassistent uitgevoerd.
 2 De coassistent voerde de handeling uit, mijn aanwezigheid om
te kunnen aanvullen was noodzakelijk.
 Na mondelinge bespreking aansluitend aan de activiteit:
 3a Moest ik de activiteit volledig controleren en had ik essentiële
aanvullingen.
 3b Moest ik de activiteit alleen op specifieke onderdelen controleren
en had ik geen enkele aanvullingen.
 3c Hoefde ik de activiteit niet te controleren maar heb ik dit gedaan
omdat ik eindverantwoordelijk ben. Ik had geen aanvullingen.
 
 4 De coassistent heeft de activiteit zelfstandig, zonder controle, uitgevoerd
en op een later geschikt moment met mij nabesproken.

Het is normaal dat coassistenten aan het begin van een coschap regelmatig een streng supervisieniveau bij het beoordelen van activiteiten krijgen (niveau 1 of 2). Dit is niet bedoeld als een ‘slechte’ beoordeling, maar moet gezien worden als een feedback-instrument. De concrete feedback geeft de student de kans om te ontdekken welke aspecten hij/zij al beheerst en op welke gebieden hij/zij zich nog kan verbeteren. 

Aan het beoordeelde koppelt de beoordelaar een bepaald supervisieniveau. Hiermee wordt een uitspraak gedaan over de mate van bekwaamheid van dat specifieke aspect. Dit kan de coassistent vervolgens gebruiken om zijn huidige niveau kenbaar te maken of om zijn ontwikkeling binnen een bepaald aspect aan te tonen. 

Aan het einde van de opleiding dient van iedere EPA een minimaal eindsupervisieniveau te zijn behaald. Deze eindniveaus zijn gebaseerd op de inhoud van het Raamplan. Ook tijdens de opleiding zijn er enkele EPA’s die op een bepaald moment per se behaald dienen te zijn om de opleiding voort te mogen zetten. Een overzicht van de minimaal behaalde EPA-niveaus per episode en aan het einde van de opleiding zijn ook terug te vinden in het document ‘EPA KPB per episode’ op de website. Daarnaast staat onderaan iedere EPA ook vermeld wanneer deze behaald dient te zijn.

Professionaliteit in het portfolio


Professionele ontwikkeling kennisclip


Professionele ontwikkeling

Lees meer over professionele ontwikkeling en het Persoonlijk Ontwikkelplan (POP). bekijk pdf

Beoordeling en feedback


Feedback geven en ontvangen kennisclip


Tussentijdse en eindbeoordeling kennisclip


Algemene tips voor feedback

Bij het geven van feedback loont het om met een aantal zaken rekening te houden. lees meer

Algemene tips voor feedback

  1. Zeg wat u goed vindt en waarom
    • Toelichting: coassistenten die iets nieuws moeten leren, doen soms iets 'op goed geluk'. Horen dát zoiets goed was en waarom is eveneens zeer leerzaam.
  2. Wees concreet en specifiek
    • Niet: "Je bakt helemaal niets van de tractus circulatorius anamnese",
      Wel: "Die en die specifieke informatie ontbreekt: je vergeet te vragen naar
      nycturie en orthopnoe".
  3. Geef feedback zo dat die niet kan worden opgevat als kritiek op de persoon
    • Niet: "Dat heb je niet slim aangepakt" (de coassistent kan denken: hij vindt
      mij dom)
      Wel: "Je hebt die en die richtlijn niet gevolgd".
  4. Geef feedback op een rustig moment
    • Dus bijvoorbeeld niet wanneer een coassistent geëmotioneerd is of wanneer hij of zij net al veel corrigerende feedback te verwerken heeft gekregen.
  5. Let op de toon van de feedback
    • Praat rustig en vriendelijk. Een boze, verongelijkte of sarcastische toon kan
      neutrale of zelfs positieve woorden een negatieve betekenis geven.
  6. Geef aan hoe het gedrag of het product te verbeteren is
    • Bijvoorbeeld: "Als je tijdens de anamnese alleen wat steekwoorden opschrijft hoef je minder vaak op je beeldscherm te kijken en kun je meer tijd besteden aan aandacht voor de patient."
  7. Controleer of de feedback is begrepen
  8. Vraag wat de coassistent gaat doen met de feedback
  9. Geef ook spontaan feedback als daar aanleiding toe is
    • Meestal zal de coassistent zelf vragen om feedback, maar in sommige gevallen wil je als supervisor spontaan feedback geven. Dit kan gaan over zowel positieve als negatieve zaken die volgens jou in het portfolio behoren. Bespreek dit met de coassistent en zorg dat de coassistent het verwerkt in zijn of haar portfolio.

De coassistent is ‘in the lead’

  • Geef van tevoren aan waar je op beoordeeld wil worden. Hierdoor kan de beoordelaar hier specifieker op letten.
  • Vraag actief: wat ging er goed?
  • Vraag actief: wat kan er beter?
  • Vraag actief: wat vind je van mijn professionele houding?
  • Vraag actief: heb je nog opmerkingen ten aanzien van professioneel gedrag (tip/top)

Meer informatie

Wil je hier meer over weten? Bekijk de kennisclip Feedback geven en ontvangen.


Uitval door ziekte of quarantaine

Het kan zijn dat een coassistent 10 dagen werken op de stageplek mist. Bekijk hier mogelijke scenario's rondom het beoordelen na afwezigheid. bekijk pdf

Handleidingen Scorion


Portfolio bekijken

Instructies om als episode coördinator of docentmentor het digitale portfolio van de coassistent te bekijken. bekijk pdf

Verslag van mentorgesprek

Wie doet wat en hoe verzend je het gespreksverslag na een gesprek tussen docentmentor en coassistent? bekijk pdf
  • Medewerkers
  • Intranet