

Vrije keuze coassistentschap
De vrije keuze coassistentschappen geven de coassistent de kans om ervaring op te doen binnen specialismen/vakgebieden waarvoor veel interesse bestaat of die in de opleiding minder aan bod zijn gekomen.
lees meerVrije keuze coassistentschap
--
De vrije keuze coassistentschappen geven de coassistent de kans om ervaring op te doen binnen specialismen/vakgebieden waarvoor veel interesse bestaat of die in de opleiding minder aan bod zijn gekomen. Er zijn hiervoor 3 periodes van 4 weken gereserveerd. De student kan kiezen voor:
- drie verschillende stages van 4 weken
- één stage van 12 weken
- één van 4 weken en één van 8 weken
De keuzecoschappen kunnen aansluitend aan de onderzoeksstage worden gepland of meteen na het seniorcoschap. Dat is de vrije keuze van de student. Eén keuzecoschap vóór de onderzoekstage en twee erna is bijvoorbeeld ook een mogelijkheid.
Onderstaande informatie vervangt het informatieboek:
-
De volgende vragen kunnen behulpzaam zijn bij het komen tot een goede keuze:
- Wanneer? Voor of na de onderzoeksstage, eerst nog vakantie, deels besteden ter verlenging van de onderzoeksstage? Om maar een paar overwegingen te noemen.
- Lengte van de stages? Drie keer 4 weken? Of een langere stage? NB: stages van 5 of 6 weken tellen als een keuzecoschap van 4 weken. Je verlengt daarmee dus je studie.
- In binnen- of buitenland? Zie ook COWL (NIIH & Tropico) en Vrije Keuze Coassistentschap buitenland.
- Bekend of onbekend specialisme?
- Bekend: uitdiepen van kennis en vaardigheden opgedaan tijdens eerdere coschappen. Let wel: de plaatsen hiervoor in de regio zullen vooral ingenomen worden door kern- en seniorco’s. Er zal dus verder weg en/of buiten de geijkte ziekenhuizen gezocht moeten worden.
- Onbekend: dit geeft de gelegenheid kennis te maken met onderdelen van de geneeskunde die geen deel uitmaken van de kerncoschappen, bijvoorbeeld allergologie, anesthesiologie, antropogenetica, intensive care, klinische genetica, medische microbiologie, orthopedie, paraklinische specialismen, pathologie, revalidatiegeneeskunde, radiologie, radiotherapie of sportgeneeskunde.
Lijst met stageadressen
Hier vind je een lijst met stageadressen van goedgekeurde stageplaatsen waarin ook de namen van de contactpersonen vermeld zijn. -
- De student neemt zelf contact op met de opleider van het coassistentschap op de locatie van voorkeur. Eventueel kan hier, bij een stage die niet op de lijst voor komt, een gesprek met de stagecoördinator in het Radboudumc aan vooraf gaan.
- De student schrijft via e-mail een sollicitatiebrief waarin motivatie en leerdoelen zijn aangegeven en de periode waarin hij of zij dit coassistentschap wil lopen.
- Na goedkeuring van de opleider moet de student een aanvraagformulier inleveren bij het StIP en daarmee goedkeuring vragen aan de examencommissie.
- Als bijlage bij het aanvraagformulier dient de sollicitatiebrief/-mail plus toestemmingsverklaring van de opleider bijgesloten te worden.
- Wanneer het een stage betreft die niet op de lijst met goedgekeurde stageplaatsen staat, dient er ook nog goedkeuring gevraagd te worden aan de stagecoördinator in het Radboudumc. Wie dat is staat vermeld op het aanvraagformulier en in deze lijst.
- Het ingevulde en ondertekende formulier met de benodigde bijlagen dient uiterlijk zes weken voor de startdatum bij het StIP te zijn ingeleverd.Voor het vrij keuzecoschap wordt door het Radboudumc geen vergoeding aan de stage-instelling uitgekeerd.
Speciale procedure Huisartsgeneeskunde en Verdieping
De student dient contact op te nemen met de afdeling alvorens een praktijk of dienst te benaderen voor een keuze coassistentschap.
Procedure Huisartsgeneeskunde en Verdieping
Toestemmingsverklaring keuzecoschap Huisartsgeneeskunde en VerdiepingSpeciale procedure keuze coschap Bestuur
-
Een week voor aanvang van het coassistentschap neemt de student contact op met de stageplek om duidelijkheid te krijgen over de gang van zaken op de eerste dag.
Afspraken
Bij het begin van het coassistentschap maak je met je co-assistentenopleider een afspraak waarin de doelen en leerpunten van de stage worden vastgesteld. Ook maak je een afspraak voor een begeleidingsgesprek halverwege. Dit gesprek is een belangrijke mogelijkheid om samen met je opleider de vorderingen tijdens je stage door te nemen, je leerpunten voor de tweede helft van de stage te formuleren en eventuele knelpunten te bespreken. Om dat gesprek goed te laten verlopen en het gewenste rendement eruit te halen is het belangrijk dat je je hierop terdege voorbereidt. -
Beoordelingsgesprek
De co-assistentenopleider van de betrokken afdeling houdt met de co-assistent een beoordelingsgesprek aan het einde van het coassistentschap. Hierin zal gesproken worden over het functioneren van de coassistent. De faculteit heeft hiervoor een beoordelingsprotocol opgesteld.Afsluitend verslag
Eén dag voor het beoordelingsgesprek lever je het afsluitende verslag in bij de opleider met wie je het beoordelingsgesprek zult voeren. De beoordelaar geeft je een afzonderlijk cijfer voor je afsluitende verslag.Eindbeoordeling
De eindbeoordeling is samengesteld uit het cijfer voor het te maken verslag (1/3 deel) en het cijfer voor het functioneren van de co-assistent tijdens de stage (2/3 deel). Beide onderdelen dienen minimaal een voldoende als resultaat te hebben.Eindcijfer
De episodecoördinator in het Radboudumc draagt de eindverantwoordelijkheid en treedt formeel op als examinator. Het cijfer dat gegeven is door de coassistentenopleider ter plaatse wordt rechtsgeldig zodra de episodecoördinator de uitslag mede heeft ondertekend. Hij doet dit nadat je het beoordelingsprotocol hebt ingeleverd bij StIP. -
De hieronder geformuleerde doelstellingen dient de student als resultaat van de gehele periode van de klinische fase te bereiken. Zij dienen als praktisch handvat voor de student en zijn/haar begeleider tijdens het gehele klinische leer- en ervaringstraject voor de inrichting, beoordeling en evaluatie van het leertraject. De doelstellingen zijn enerzijds zo geformuleerd dat zij voor het functioneren van een student van belang zijn tijdens elke stage, anderzijds dat zij slechts door het opdoen van ervaring gedurende een langere periode bereikt kunnen worden. Het niveau waarop de student de doelen bereikt en de mate van integratie zal in de loop van de klinische fase steeds hoger worden. De student zal dan ook met een steeds grotere mate van zelfstandigheid functioneren.
- De student kan op gesystematiseerde wijze een (hetero)anamnese en lichamelijk onderzoek uitvoeren, hij/zij kan de afwijkende bevindingen op een zinvolle wijze groeperen en naar aanleiding daarvan hypothesen formuleren over mogelijke oorzaken en gevolgen.
- De student kan eenvoudige handvaardigheden met toenemende zelfstandigheid uitvoeren.
- De student kan in relatie met eerder geformuleerde hypothesen een verantwoord beleid voorstellen ten aanzien van aanvullende diagnostiek, behandeling en zorg.
- De student kan in juiste bewoordingen een patiënt (of vertegenwoordiger) de noodzakelijke en gewenste informatie verschaffen. Hij/zij is in staat om na te gaan of de patiënt de gegeven informatie begrepen heeft en akkoord gaat met de voorgestelde handelingen.
- De student is in staat een afweging te maken in hoeverre er bij de diagnostiek en behandeling van patiënten sprake is van medicalisering en/of somatische en/of psychische fixatie.
- De student kan verslag uitbrengen van een bijgewoond slecht nieuws gesprek en kan, met toenemende zelfstandigheid, zelf een uitslaggesprek of slechtnieuws gesprek voeren.
- De student kan inhoudelijk zijn of haar ervaringen met betrekking tot de begeleiding van chronisch of ongeneeslijk zieken en stervenden weergeven.
- De student kan het handelen bij het overlijden van patiënten beschrijven en heeft kennis genomen van de benodigde formaliteiten.
- De student kan zijn eigen gevoelens, normen en waarden benoemen en scheiden van die van de patiënt. De student kan zich inleven in de vragen die zijn of haar patiënt heeft.
- De student kan op grond van problemen of vragen, die zijn of haar patiënten betreffen, zo nodig relevante informatie vinden in leerboeken, in literatuur of door informatie in te winnen bij anderen.
- De student kan, in beknopte termen, mondeling en schriftelijk verslag doen aan vakgenoten van een ziektegeschiedenis met formulering van (voorlopige) conclusies en van de resterende vragen ten aanzien onderzoek of beleid.
- De student kan, van de medicatie die zijn of haar patiënten (gaan) gebruiken, een juist recept afleveren en de farmacokinetiek, c.q. de werking, bijwerkingen en de mogelijke interacties, van het geneesmiddel aangeven.
- De student kan aangeven wat de verpleegkundige en andere paramedische aspecten zijn van de patiëntenzorg.
- De student kan in teamverband functioneren, in samenwerking met mede co-assistenten, arts-assistenten, specialisten, verpleging en anderen.
- De student is in staat tot kritische beschouwing van de eigen attitude, vaardigheden en kennis. De student is in staat zijn competentie aan te geven en te bewaken.
-
- De coassistent kan zelfstandig anamnese en lichamelijk onderzoek verrichten.
- De coassistent kan de belangrijkste bijzondere gespreksvormen hanteren, zoals een voorlichtingsgesprek en een slecht nieuwsgesprek.
- De coassistent kan zelfstandig de medische handelingen verrichten die in het kader van de reguliere zorg voor patiënten noodzakelijk zijn.
- De coassistent kan beschrijven wat de typerende door hem aangetroffen medisch inhoudelijke problematiek is tijdens het betreffende coassistentschap.
- De coassistent kan aangeven wat de meest voorkomende diagnostische en therapeutische benaderingen zijn tijdens het betreffende coassistentschap.
- De coassistent kan beschrijven welke typerende zorgsituaties zich voordoen bij patiënten in het betreffende coassistentschap en kan aangeven wat de rol is van de betrokken disciplines en de betrokken echelons.
- De coassistent kan enkele ethische en/of maatschappelijke problemen beschrijven die zich voordoen in de betreffende discipline en kan formuleren wat daarin zijn eigen opstelling is.
- De coassistent kan een goede ontslagbrief schrijven.
- De coassistent kan mondeling een patiënt voordragen.
- De coassistent kan schriftelijk een patiëntprobleem helder en bondig samenvatten, inclusief de daarbij aan collega’s te formuleren vragen over diagnostiek, therapie en zorgverlening.
Nota Bene
Deze deeldoelstellingen zijn op het merendeel van de vrij keuze coassistentschappen toepasbaar. Er zijn echter situaties denkbaar waarin dit niet het geval is.Je dient in dat geval zelf de voor je stageplaats relevante deeldoelstellingen te formuleren. Deze neem je net als je persoonlijke doelstellingen (zie hoofddoelstelling 1) op in je verslag (zie hoofdstuk 5). -
Doelstelling
In het vrij keuze coassistentschap draag je met een toenemende mate van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid bij aan de zorg van patiënten, respectievelijk aan het werk op een bepaalde afdeling. Het is van belang dat je je aan het einde van het coassistentschap nog eens realiseert wat de belangrijkste dingen zijn die je hebt geleerd, wat de zaken zijn die de meeste indruk op je gemaakt hebben en welke vragen deze bij je hebben opgeroepen en (wellicht) beantwoord zijn. Het verslag dat je moet schrijven heeft als doel dat je voor jezelf expliciet formuleert wat je leerervaringen zijn.Inhoud en omvang van het verslag
Het verslag is minimaal 2 en maximaal 3 pagina’s A-4. Aangeraden wordt al aan het begin van of halverwege het vrij keuze coassistentschap met het verslag te beginnen. Hierdoor ontstaat tijdig een bezinning op de ervaringen In elk geval bevat het verslag de door de co-assistent geformuleerde persoonlijke doelstellingen voor het vrije keuze coassistentschap, alsmede een evaluatie daarvan. Je kunt bijvoorbeeld kiezen voor een specifiek aandachtspunt, zoals ethiek, interdisciplinaire samenwerking, beeldvormende technieken, voorlichting of de klinische probleem analyse. Voorts bevat het verslag in elk geval een uitgewerkte casus die typisch is voor de discipline waarin het coassistentschap is gelopen. Het verslag kan worden gecompleteerd met andere thema’s die specifiek van belang zijn voor de betrokken discipline of de betrokken afdeling/instelling of die je als speciaal aandachtspunt in je persoonlijke doelstellingen heeft gekozen. Te denken valt aan voor de discipline typerende methodes of aan de discipline gerelateerde maatschappelijke, ethische of existentiële vraagstukken.

Vrije Keuze Coassistentschap Ontwikkelingslanden COWL (NIIH & Tropico)
Het tropencoschap (COWL) is opgenomen in het curriculum van de opleiding geneeskunde.
lees meerVrije Keuze Coassistentschap Ontwikkelingslanden COWL (NIIH & Tropico)
Keuze-coschap ontwikkelingslandenHet tropencoschap (COWL) is opgenomen in het curriculum van de opleiding geneeskunde. Het is een officieel coschap. Het neemt in het reguliere geneeskunde programma de plaats over van het keuzecoschap (CKEU).
Je kunt op twee momenten het Tropencoschap (COWL) doen:
- direct na het senior coschap en dus voor je wetenschappelijke stage (WETS)
- na het senior coschap en na je wetenschappelijke stage (dus aan het einde van je studie).
Om ingedeeld te kunnen worden, moet je vijf TROPICO-avonden hebben bijgewoond.
Na indeling volgt een uitgebreid voorbereidingstraject.
De sectie International Health van Interne Geneeskunde organiseert het COWL. Deze sectie wordt ondersteund door TROPICO, een organisatie van studenten die het coschap OWL al hebben gedaan of nog gaan doen.
Zie voor meer informatie:
- Presentatie COWL
- Informatiefolder COWL
- website van TROPICO.

Vrije keuze coassistentschap buitenland
Praktische informatie over het vrije keuze coassistentschap buitenland.
lees meer