Patiëntenzorg Aandoeningen Auto-immuun Lymfo-Proliferatief Syndroom (ALPS)

Wat is ALPS?

ALPS staat voor Auto-immuun Lymfo-Proliferatief Syndroom. Dit betekent dat in het lichaam een ontregeling is van de lymfocyten. Normaal gesproken leven deze lymfocyten maar even en gaan ze daarna vanzelf dood. Bij ALPS gaan de lymfocyten niet dood, waardoor deze blijven groeien en delen (proliferatie). Daardoor ontstaat een reactie tegen lichaamseigen cellen. Door deze reactie worden rode of witte bloedcellen afgebroken. lees meer

Wat is ALPS?

ALPS staat voor Auto-immuun Lymfo-Proliferatief Syndroom. Dit betekent dat in het lichaam een ontregeling is van de witte bloedcellen, in dit geval de lymfocyten. Normaal gesproken leven deze lymfocyten maar even en gaan ze daarna vanzelf dood. Dit heet apoptose. 

Bij ALPS gaan de lymfocyten niet vanzelf dood, waardoor deze blijven groeien en delen (proliferatie). Daardoor ontstaat een reactie tegen lichaamseigen cellen, zoals de rode en witte bloedcellen. Door deze reactie worden de rode of witte bloedcellen afgebroken. 

Het is niet goed bekend hoe vaak ALPS voorkomt. ALPS valt onder de categorie zeldzame afweerstoornissen. Deze afweerstoornissen komen bij minder dan 1 op de 500.000 mensen voor. ALPS komt even vaak voor bij jongens en meisjes.

Oorzaak

Bij ongeveer 2/3 van de kinderen met ALPS wordt een oorzaak gevonden in de genen (het erfelijke materiaal). Meestal in het FAS-gen op chromosoom 10. Het FAS-gen speelt een belangrijk rol bij de celdood (apoptose) van de lymfocyten. Andere genen die betrokken zijn bij de celdood van lymfocyten en ALPS kunnen veroorzaken zijn:

  • FAS-ligand 
  • CASP10

Er worden nog steeds andere genen ontdekt die een rol spelen in het ontstaan van ALPS.

Het gen dat meestal bij ALPS betrokken is, het FAS-gen, erft autosomaal dominant over. Dit betekent dat wanneer één van de ouders ALPS heeft, de kans 50% is dat het kind ook ALPS krijgt. Bij de zeldzamere genafwijkingen is het nog niet duidelijk hoe groot de kans op overerving is.


Contact Amalia kinderziekenhuis

Polikliniek
(024) 361 44 15

Verpleegafdeling
(024) 361 38 80
contactformulier

Klachten

Klachten die passen bij ALPS zijn:
  • vergrote lymfeklieren, lever en milt
  • gevoelig voor infecties
  • vermoeidheid
  • blauwe plekken
  • bloedingen
lees meer

Klachten

Het meest opvallend zijn de vergrote lymfeklieren en vergrote lever en milt bij kinderen met ALPS. Dit komt door de ongeremde deling en groei van de lymfocyten. 

Door de ontregeling van de functie van deze T-lymfocyten, ontstaat ook een stoornis in de afweer. Hierdoor kan uw kind vaker last hebben van infecties. 

Auto-immuniteit

Ook leidt deze ontregeling tot auto-immuniteit. Dit betekent dat het lichaam antistoffen tegen lichaamseigen cellen maakt. Als gevolg hiervan worden deze lichaamseigen cellen afgebroken. Vaak zien we dat er auto-antistoffen worden gemaakt tegen de rode bloedcellen (auto-immuun hemolytische anemie) of tegen de bloedplaatjes (auto-immuun trombocytopenie). Soms worden ook auto-antistoffen tegen witte bloedcellen gemaakt (auto-immuun neutropenie). De klachten die hierbij optreden zijn vermoeidheid (bij afbraak van rode bloedcellen), het snel ontstaan van blauwe plekken, bloedneuzen of andere bloedingen (bij lage bloedplaatjes), en een verhoogd risico op infecties bij lage aantallen van een soort witte bloedcellen.

Veel kinderen hebben een gunstige prognose waarbij de zwellingen van de lymfeklieren en de vergrote lever en milt langzaam verdwijnen. De auto-immuniteit kan met medicatie vaak goed onder controle gebracht worden. 
Kinderen met ALPS hebben een verhoogd risico op kwaadaardige lymfomen. Vaak is het lastig om onderscheid te maken tussen een goedaardig en kwaadaardig lymfoom omdat veel patiënten chronisch vergrote lymfeklieren hebben. Alle patiënten worden langdurig opgevolgd om te zien hoe de ziekte zich verder ontwikkelt en of er kwaadaardige complicaties ontstaan.


Onderzoeken

Met bloedonderzoek kan onderzocht worden of er een verhoging van lymfocyten is en of er bepaalde signaalstoffen in het bloed zitten. lees meer

Onderzoeken

Met bloedonderzoek kan onderzocht worden of er een verhoging van lymfocyten is en of er bepaalde signaalstoffen in het bloed zitten.

Het proces van de celdood (apoptose) kan ook in het laboratorium getest worden. Bij iemand met ALPS zien we dan dat de T-cellen niet dood gaan, terwijl dit normaal gesproken wel zou gebeuren. 

Een definitieve diagnose wordt gesteld door het aantonen van een foutje in een gen wat betrokken is bij het ontstaan van ALPS. Op dit moment kan specifiek naar 3 genen worden gekeken (FAS, FAS-ligand, CASP10).


Behandeling

De behandeling bestaat meestal uit het tegengaan van de symptomen. lees meer

Behandeling

De behandeling bestaat meestal uit het tegengaan van de symptomen.

Afweeronderdrukkende medicijnen

De snelle vermeerdering van de lymfocyten (ernstige lymfoproliferatie) kan behandeld worden met afweeronderdrukkende medicijnen. Bijvoorbeeld: prednison, sirolimus, cyclosporine of mycofenolaatmofetil. 

Tijdens het gebruik van deze middelen moeten bijwerkingen goed gecontroleerd worden en moet rekening gehouden worden met een verhoogd risico op infecties. Helaas komt de lymfoproliferatie vaak weer terug wanneer gestopt wordt met de medicijnen.

Auto-immuniteit reageert vaak goed op een korte kuur van bovenstaande afweeronderdrukkende medicijnen. Als het niet goed werkt kunnen middelen zoals Rituximab of immuunglobulinen soms goed werken.

Kwaadaardige lymfomen

Kwaadaardige lymfomen worden behandeld volgens de daarvoor bestaande aparte oncologische protocollen.

Beenmergtransplantatie

Als deze behandelingen niet goed genoeg helpen, kan een beenmergtransplantatie overwogen worden.


Amalia kinder­ziekenhuis

Het Amalia kinderziekenhuis is onderdeel van het Radboudumc. Jaarlijks behandelen wij ongeveer 25.000 kinderen tussen 0 en 18 jaar.

lees meer
  • Medewerkers
  • Intranet