Veranderingen na de operatie

Na de operatie kunnen de volgende veranderingen optreden in uw endeldarm en continentiesysteem:
  • De endeldarm heeft een reservoirfunctie en geeft signalen af als de darm vol is. Het (gedeeltelijk) verwijderen van de endeldarm kan die signaalfunctie verstoren. Hierdoor verandert of verdwijnt het gevoel van aandrang.
  • Ook kan de endeldarm na de operatie minder ontlasting opslaan.
  • Door de behandelingen kunnen zenuwen beschadigd zijn en kan littekenweefsel ontstaan.
  • Daarnaast kan de functie van de kringspier verminderd zijn. Dit kan leiden tot problemen met aandrang voor ontlasting, ongewild verlies van ontlasting of het moeten laten van winden.
  • Bij de operatie is een aansluiting gemaakt om de darm weer aan elkaar te zetten. Hoe dichter deze aansluiting bij de kringspier zit, des te groter de klachten kunnen zijn.

Wat is het LAR-syndroom?

Het LAR-syndroom is een verzamelnaam voor klachten die kunnen ontstaan na een endeldarmoperatie of operatie van het sigmoïd (S-bocht van de dikke darm). Soms is hier ook bestraling en/of chemotherapie aan voorafgegaan.

Contact

Afdeling Heelkunde
Op werkdagen van 08:00-17:00 uur

(024) 361 38 08

Veranderingen na de operatie

Na de operatie kunnen de volgende veranderingen optreden in uw endeldarm en continentiesysteem. lees meer

Klachten

Lees meer over de klachten die kunnen optreden. De mate waarin klachten voorkomen, verschilt van persoon tot persoon. Het herstel duurt maximaal 2 jaar. lees meer

Klachten

Bij het LAR-syndroom kunnen de volgende klachten optreden:
  • U moet vaker naar het toilet. Soms wel 10 tot 15 keer per dag en ook tijdens de nacht.
  • In een korte tijd (1,5 tot 2 uur) moet u meerdere keren achter elkaar naar het toilet. Dit noemen we ook wel clustering van ontlasting.
  • U heeft dunnere ontlasting (soms waterdun) dan voor de operatie. Ook harde vaste ontlasting (obstipatie) komt voor.
  • U heeft een sterke aandrang van ontlasting die moeilijk is uit te stellen. Hierbij moet u snel over een toilet in de buurt kunnen beschikken.
  • U voelt niet het verschil tussen ‘een windje’ en ontlasting.
  • U heeft ongewild verlies van ontlasting of windjes (incontinentie).
  • U heeft een blijvend gevoel van aandrang/ontlasting in de endeldarm.
Niet iedereen ervaart na een endeldarmoperatie een of meer van bovenstaande klachten. De mate waarin klachten voorkomen, verschilt van persoon tot persoon.

Hoe lang houden de klachten aan?

De klachten verminderen met name in de eerste 3 tot 6 maanden na de operatie. Het herstel duurt maximaal 2 jaar. Helaas wordt uw ontlastingspatroon meestal nooit meer zoals het voor de operatie was. Na een endeldarmoperatie is het normaal als u 2 tot 5 keer per 24 uur ontlasting heeft.

Adviezen

Problemen met de stoelgang worden groter als de ontlasting te dun of te dik is. Onderstaande adviezen kunt u opvolgen om klachten te verminderen.
  • Hier leest u wat u zelf kunt doen om frequente dunne ontlasting/diarree te verminderen.

    lees meer


    Frequente dunne ontlasting/diarree

    • Beperk de hoeveelheid vocht per dag tot ongeveer 1,5 liter per dag. Gebruik hiervan ongeveer een ½ liter watergerelateerde dranken (koffie, thee, bouillon), een halve liter verzuurde melkproducten (karnemelk, yoghurt, kwark etc.) en een halve liter andere dranken. Let op uitdrogingsverschijnselen. Weinig plassen en een donkere kleur van de urine is een indicatie dat u meer vocht moet nemen.
    • Als de klachten ernstig zijn, kunt u de laatste halve liter vervangen door 1 liter isotone sportdrank of ORS. Isotone sportdrank en ORS worden in het bloed beter opgenomen dan water of andere drank. Voorbeelden zijn Aquarius, AA drink iso, AH sportdrank isotoon, groente en tomatensap. Let op dat u isotone drank neemt. Veel sportdranken zijn namelijk ook hypertoon en kunnen klachten verergeren.
    • Vermijd teveel cafeïne (maximaal 2x per dag), dit versterkt het samentrekken van de darm en daarmee de klachten.
    • Beperk koolzuurhoudende dranken, die verhogen de winderigheid en een opgeblazen gevoel.
    • Beperk lightproducten. De suikervervangende zoetstoffen maken de ontlasting dunner.
    • Eet vaker kleine maaltijden verspreid over de dag (5 tot 6 keer) en sla geen maaltijden over. Het overslaan van maaltijden verergert de waterige ontlasting en winderigheid.
    • Kauw het voedsel goed.
    • Eet voedsel dat rijk is aan vezels, zoals groenten, volkorenbrood en muesli. Vezels binden het vocht in de ontlasting en bevorderen de darmwerking.
    • Eet zetmeelrijke producten zoals aardappels, banaan en peulvruchten.
    • Eet maximaal 3 stuks fruit/vruchtensap per dag. Teveel fruit/vruchtensap kan laxerend werken.
    • Stop met roken. Roken verhoogt het samentrekken van de darm en zorgt voor winderigheid.

  • Frequente vaste ontlasting en clustering

    • Eet voedsel dat rijk is aan vezels, zoals groenten, volkorenbrood en muesli. Vezels binden het vocht in de ontlasting en bevorderen de darmwerking.
    • Voeg 1 eetlepel gebroken lijnzaad toe aan yoghurt of vla. Gebroken lijnzaad is te vinden in de supermarkt bij de reformartikelen of een reformwinkel.

  • Huidproblemen rondom de anus

    • Gebruik na iedere ontlasting water en een zacht washandje om de anus schoon te maken als door de ontlasting klachten ontstaan, zoals een branderig gevoel en jeuk. Gebruik geen zeep of hard toiletpapier.
    • Ter bescherming of bij een ontvelde huid kunt u Sudocrème, Bepanthen zalf of zinkoxidezalf proberen. Deze middelen zijn verkrijgbaar bij de drogist. Als dit niet voldoende werkt, kan de continentie- / stomaverpleegkundige u een andere crème voorschrijven.

  • In overleg met uw arts/verpleegkundig specialist

    • Op recept kunt u 1 tot 2 keer per dag Psylliumzaad of Metamucil innemen met weinig water. Dit bindt het vocht in de ontlasting en neemt ook eventuele branderigheid bij de anus weg.
    • Clusteren (meerdere keren ontlasting binnen 1,5 tot 2 uur) van ontlasting kan verbeteren als u Psylliumzaad aan het einde van de maaltijd inneemt met weinig water.
    • Loperamide kunt u in overleg met de arts innemen als de ontlasting erg dun is. Neem loperamide een halfuur voor de maaltijd in en eventueel voor de nacht als u tijdens de nacht klachten heeft. U mag loperamide maximaal 4 keer per dag innemen. Loperamide dikt de ontlasting in en vermindert ook de aandrang en het aantal keren dat u ontlasting heeft. Let op: Loperamide kan ook verstopping veroorzaken als u er te veel van inneemt. Bouw rustig op en houd de klachten en de dikte van de ontlasting in de gaten.
    • Als de ontlasting te dik is, kunt u Psylliumzaad (Metamucil) juist met veel water innemen. Als Metamucil onvoldoende effect heeft kan Macrogol (Movicolon) worden voorgeschreven. Deze dient u met een extra glas water in te nemen. Het water wordt door de macrogolzouten vastgehouden waardoor de ontlasting dunner en soepeler van vorm wordt. Ook voor Macrogol geldt dat u hierbij op zoek moet naar de juiste dosering.
    • Spierversterkende oefeningen bij een bekkenfysiotherapeut in combinatie met dieetadviezen kan de sterke aandrang en ongewild verlies van ontlasting verminderen. Uw arts of verpleegkundig specialist kan een verwijzing voor u schrijven.
    • Darmspoelen kan worden ingezet bij ernstige klachten. Als de klachten na 3 tot 6 maanden niet zijn verminderd, of wanneer de klachten u beperken in uw dagelijks leven is darmspoelen een goede manier om de dikke darm te legen. Hierbij wordt via een spoelsysteem water via de anus ingebracht. De darm vult zich en door de vulling wordt een natuurlijke reactie opgewekt om de ontlasting te lozen. Het is bedoeld om ongewild verlies van ontlasting te voorkomen en veelvuldige aandrang te verminderen. Spoelen is een dagelijks terugkomende activiteit waar u gemiddeld 30 tot 60 minuten mee bezig bent. Daarna heeft u als het goed gaat 24 tot 48 uur na de spoeling geen ontlasting meer. U kunt dit thuis zelf doen na een instructie van een gespecialiseerd verpleegkundige.

LARS-score

Met de LARS-score kunt u uw klachten in kaart brengen. Dit is een korte vragenlijst van 5 vragen. lees meer

LARS-score

Met de LARS-score kunt u uw klachten in kaart brengen. Dit is een korte vragenlijst van 5 vragen. Het aantal punten dat u kunt scoren voor elke vraag staat dikgedrukt voor de antwoordmogelijkheden.

Bent u wel eens in de situatie geweest dat u geen controle had over het laten van windjes?

  • 0: nee, nooit                                          
  • 4: ja, minder dan 1 keer per week                                 
  • 7: ja, tenminste 1 keer per week

Bent u wel eens in de situatie geweest, dat u dunne ontlasting niet kon ophouden?

  • 0: nee, nooit                                          
  • 3: ja, minder dan 1 keer per week                                 
  • 3: ja, tenminste 1 keer per week

Hoe vaak gaat u naar het toilet voor ontlasting?

  • 5: meer dan 7 keer per dag (24 uur)                               
  • 4: 4-7 keer per dag (24 uur)                                            
  • 2: 1-3 keer per dag (24 uur)                                            
  • 0: minder dan 1 keer per dag (24 uur)

Moet u wel eens binnen het uur opnieuw naar het toilet voor ontlasting?

  • 0: nee, nooit                                                                 
  • 9: ja, dit gebeurt minder dan 1 keer per week               
  • 11: ja, dit gebeurt tenminste 1 keer per week  

Heeft u wel eens zo’n aandrang van ontlasting, dat u zich naar het toilet moet haasten?

  • 0: nee, nooit                                                                 
  • 11: ja, dit gebeurt minder dan 1 keer per week               
  • 16: ja, dit gebeurt tenminste 1 keer per week                 

Totaal

U kunt nu het totaal aantal punten dat u heeft gescoord op de 5 vragen optellen. De interpretatie van deze score is als volgt:
  • 0-20: geen LARS         
  • 21-29: lage LARS        
  • 30-42: hoge LARS 

Afdeling Heelkunde

De afdeling Heelkunde behandelt patiënten met een groot aantal ziektebeelden. U kunt bij ons terecht voor zeer complexe én voor relatief kleine chirurgische ingrepen.

lees meer

Vragen?

Bij vragen kunt u telefonisch of via mijnRadboud contact opnemen met de verpleegkundig specialist. De verpleegkundig specialist is tijdens kantooruren bereikbaar via het telefoonnummer van de polikliniek Heelkunde: (024) 361 38 08.
  • Medewerkers
  • Intranet