Informatie voor volwassen slachtoffers van seksueel geweld

Testen in verband met mogelijke besmettingen

Door seksueel geweld kunt u besmet raken met een Seksueel Overdraagbare Aandoening (SOA). Deze besmetting kan in het bloed plaats vinden, maar ook in de mond, de geslachtsdelen of de anus. U kunt ziek worden van een besmetting, maar u kunt ook besmet zijn zonder dat u klachten heeft. Om u zo goed mogelijk te kunnen helpen, zullen we u vragen moeten stellen over wat er precies is gebeurd. Dan weten we of we bloed, urine of kweken moeten afnemen om te testen of u besmet bent met een SOA. De verpleegkundige zal u daarover uitleg geven. Voor de uitslag van de testen kunt u na een week contact opnemen met de Spoedeisende Hulp.

Starten met de behandeling

Het is belangrijk om deze testen direct te doen en ook al een behandeling te starten, ook zonder dat u zich ziek voelt. De behandeling kan bestaan uit pillen (PEP) tegen HIV (het virus dat tot aids kan leiden) en een pil om niet zwanger te worden (morning-after pil). Deze medicijnen moeten direct worden ingenomen om te zorgen dat u deze ziekten niet krijgt en niet zwanger wordt. De pillen tegen HIV werken alleen als de kuur binnen 72 uur na de gebeurtenis wordt gestart, dus het is heel belangrijk dat u deze pillen direct inneemt. Als u nog geen vaccinatie heeft gehad tegen leverinfectie (hepatitis B) of tegen de straatvuilbacterie (tetanus), dan kunt u die bij ons krijgen.

Opsporen van de dader

Op de Spoedeisende Hulp wordt aan u gevraagd of u een gesprek wilt met de zedenpolitie. Als u dat al heeft gehad is dit niet meer nodig. Als u dit nog niet  heeft gehad, dan komt de zedenpolitie uitleg geven over wat zij voor u kunnen betekenen. Na dit gesprek wordt besloten of het zin heeft om sporen bij u af te nemen. De dader kan namelijk sporen op en in uw lichaam hebben achtergelaten. Als het zin heeft om sporen af te nemen, dan komt de forensisch arts het sporenonderzoek doen. Dit is een arts die een medisch oordeel geeft over letsels van slachtoffers.

Weer naar huis

Als alle onderzoeken zijn gedaan en u weer naar huis mag wordt samen met de zedenpolitie en de arts gekeken of u veilig naar huis kunt gaan. Ook wordt gekeken of er iemand in uw directe omgeving is die u kan opvangen. De arts informeert uw huisarts en de casemanager van het CSG

over uw situatie in een huisartsenbrief. Hierin staat wat er gebeurd is, welke onderzoeken u heeft gehad en welke medicijnen u heeft gekregen. Ook staat erin welke afspraken er zijn gemaakt en welke controles en medicijnen u nog van de huisarts moet krijgen. Daarnaast wordt ook de casemanager van de Spoedeisende Hulp geïnformeerd.

Klachten na een heftige gebeurtenis

U kunt psychische klachten hebben door wat er met u is gebeurd. Meestal verdwijnen deze klachten na een aantal weken vanzelf. Maar soms blijven ze langer bestaan. We noemen dit een verstoorde verwerking. Dit zijn klachten die veel mensen voelen na het doormaken van een heftige gebeurtenis. De casemanager houdt bij u in de gaten of deze klachten weer verdwijnen. Als de klachten blijven bestaan, dan zoekt de casemanager samen met u naar goede hulp. Het is goed om te weten dat u er niet alleen voor staat.