Follow-up

Alle QVS-patiënten die hebben deelgenomen aan de Qure-studie zijn 1 jaar na het afronden van de behandeling benaderd voor een follow-up meting om het lange-termijn effect van de behandelingen te kunnen evalueren. Deze follow-meting bestond uit het invullen van vragenlijsten. Het aanvankelijk positieve effect van CGT op de ernst van de vermoeidheid bleek een jaar na het afronden van de behandeling niet meer aanwezig.

Over het onderzoek

De sectie Infectieziekten van de afdeling Interne Geneeskunde startte in 2011 met de Qure-studie, een onderzoek naar de beste behandeling van het Q-koortsvermoeidheidssyndroom (QVS). lees meer

Over het onderzoek

De sectie Infectieziekten van de afdeling Interne Geneeskunde startte in 2011 met de Qure-studie, een onderzoek naar de beste behandeling van het Q-koortsvermoeidheidssyndroom (QVS).

Ruim 20% van de mensen die acute Q-koorts hebben gehad, krijgt vervolgens langdurige klachten, zoals vermoeidheid. Als deze moeheid langer dan zes maanden blijft bestaan en er geen andere verklaring voor is, noemen we dit het Q-koortsvermoeidheidssyndroom (QVS). Waarom sommige patiënten dit krijgen en anderen niet is onbekend. QVS gaat gepaard met een hoge ziektelast, veel beperkingen in het dagelijks leven en vaak langdurig werkverzuim. Toen het onderzoek startte waren er nog geen studies gedaan naar de beste behandeling van QVS. Door het destijds ontbreken van richtlijnen waren de meeste patiënten die QVS hadden ontwikkeld ook niet behandeld.

Follow-up

Alle QVS-patiënten die hebben deelgenomen aan de Qure-studie zijn 1 jaar na het afronden van de behandeling benaderd voor een follow-up meting om het lange-termijn effect van de behandelingen te kunnen evalueren. lees meer

Doel van het onderzoek

Voordat we met het onderzoek begonnen, hebben we een aantal doelen gesteld. lees meer

Doel van het onderzoek

Met ons onderzoek wilden we verschillende behandelingen met elkaar vergelijken en kijken wat de beste behandeling is voor mensen met een Q-koortsvermoeidheidssyndroom. De studie werd uitgevoerd op de polikliniek Infectieziekten en in het Nijmeegs Kenniscentrum voor Chronische Vermoeidheid. Dit onderzoek werd mogelijk gemaakt door ZonMw en ontving aanvullende subsidie van Q-support.

Consequenties voor deelnemende patiënten

De studie is inmiddels afgerond. Deelnemen is niet meer mogelijk. lees meer

Consequenties voor deelnemende patiënten

De studie is inmiddels afgerond. Deelnemen is niet meer mogelijk.

Via loting zijn de deelnemers in één van de drie behandelgroepen ingedeeld:
  • Cognitieve gedragstherapie; bij andere typen chronische vermoeidheid is bewezen dat cognitieve gedragstherapie een effectieve behandeling kan zijn. Mogelijk is deze therapie ook bij het Q-koortsvermoeidheidssyndroom effectief. Dit effect willen we onderzoeken.
  • Langdurig antibiotica; er zijn weinig studies naar het effect van antibiotica bij het Q-koortsvermoeidheidssyndroom. De kleine studies die er zijn, laten een mogelijk positief effect zien op het prestatievermogen na langdurige behandeling met antibiotica.
  • Placebo; dit is een middel zonder werkzame stoffen, vaak gebruikt in onderzoeksverband. Zo kunnen we controleren of het onderzochte antibioticum ook echt werkzaam is.

Presentatie-avond 13 maart 2017

Op maandag 13 maart 2017 werd een informatieavond georganiseerd door het Radboud Q-koorts Expertisecentrum voor deelnemende patiënten en belangstellenden waar de uitslagen van de Qure-studie zijn gepresenteerd. lees meer

Presentatie-avond 13 maart 2017

Op maandag 13 maart 2017 werd een informatieavond georganiseerd door het Radboud Q-koorts Expertisecentrum voor deelnemende patiënten en belangstellenden waar de uitslagen van de Qure-studie zijn gepresenteerd. Alle deelnemende patiënten hebben hiervoor persoonlijk een uitnodiging ontvangen. De avond begon met koffie en thee alvorens een welkomstwoord en uitleg over de opzet van avond door dr. Chantal Bleeker-Rovers, internist-infectioloog en onderzoeksleider van de Qure-studie.

In een 45 minuten durende presentatie (zie PDF) besprak dr. Stephan Keijmel, de hoofdonderzoeker van de Qure-studie, de resultaten. De nadruk in de presentatie lag op het inzicht geven in de studie, alle processen rondom het opzetten van een studie, het bespreken van de resultaten van de studie en het inzicht geven in het tijdrovende proces rondom het publiceren. Hierbij werd ingegaan op de periode vanaf dat de studie werd afgerond tot aan de periode van publicatie van de resultaten in het internationale medisch wetenschappelijk tijdschrift “Clinical Infectious Diseases”. De presentatie werd afgesloten met een uitleg over hoe nu verder na publicatie en een dankwoord richting iedereen die heeft bijgedragen aan het onderzoek.

Hierna werd het woord gegeven aan Ellen Klerks, GZ-psycholoog werkzaam bij het Nederlands Kenniscentrum Chronische Vermoeidheid (NKCV), voor een korte presentatie over cognitieve gedragstherapie (CGT). Aan de hand van concrete voorbeelden werd uitgelegd dat CGT een behandeling is gericht op verandering van instandhoudende factoren bij QVS en kan leiden tot herstel van vermoeidheidsklachten. Het doel van CGT is volledig herstel. Benadrukt werd dat CGT en het effect van CGT niets zegt over de oorzaak van QVS.

Na deze presentatie werd gedurende een half uur antwoord gegeven op vragen over de Qure-studie en CGT vanuit het publiek. De laatste presentatie werd verzorgd door drs. Ruud Raijmakers, arts-onderzoeker op het gebied van QVS. Er werden twee onderzoeken besproken die op dit moment worden verricht, waarbij de mogelijkheid werd geboden aan QVS-patiënten om deel te nemen aan dit onderzoek. De avond werd afgesloten door dr. Bleeker-Rovers. Onder het genot van een drankje werd nagepraat over de avond.

Resultaten van het onderzoek

  • Er bleek géén verschil te zijn in ernst van vermoeidheid bij patiënten die een behandeling hadden gekregen met antibiotica ten opzichte van patiënten die behandeld zijn met placebo.

    lees meer


    Antibiotische behandeling (doxycycline)

    Er bleek géén verschil te zijn in ernst van vermoeidheid bij patiënten die een behandeling hadden gekregen met antibiotica ten opzichte van patiënten die behandeld zijn met placebo. Dit ondanks dat de ernst van vermoeidheid na behandeling minder was in beide groepen. Na behandeling bleek dat bij 31% van de patiënten in de antibioticagroep een evidente daling in vermoeidheid was opgetreden, waarbij er geen ernstige vermoeidheid meer aanwezig was. In de placebogroep bleek dit bij 46% van de patiënten het geval. Wel bleek dat de patiënten in de antibioticagroep vaker en meer bijwerkingen hadden gedurende de behandeling. Hieruit kan worden geconcludeerd dat behandeling met antibiotica niet effectiever is dan behandeling met placebo en dat gezien de mogelijke bijwerkingen antibiotische behandeling van QVS-patiënten niet zinvol is.

  • Cognitieve gedragstherapie (CGT)

    Er bleek een duidelijk verschil te zijn in ernst van vermoeidheid bij patiënten die een behandeling hadden gekregen met CGT ten opzichte van patiënten die behandeld zijn met placebo. CGT bleek significant effectiever dan placebo in het verminderen van de ernst van vermoeidheid. Na behandeling bleek dat bij 56% van de patiënten in de CGT groep een duidelijke daling in vermoeidheid was opgetreden, waarbij er geen ernstige vermoeidheid meer aanwezig was. Patiënten in de CGT groep hadden minder vaak bijwerkingen dan in de andere groepen. Als er bijwerkingen optraden bleek dat er minder bijwerkingen per patiënt waren in vergelijking met de andere groepen. Ondanks dat niet elke patiënt volledig is hersteld, kan worden geconcludeerd dat behandeling met CGT effectiever is dan behandeling met placebo en dat CGT een veilige behandelmethode is voor QVS-patiënten.

  • Conclusie

    Er kan worden geconcludeerd dat CGT een effectieve behandelmethode is in het verminderen van de ernst van vermoeidheid bij een deel van de QVS-patiënten. Langdurige behandeling met antibiotica (doxycycline) leidt niet tot een significante vermindering van de ernst van de vermoeidheid bij QVS-patiënten en moet niet worden geadviseerd mede gezien de grotere kans op bijwerkingen.

Vragen?

Als u vragen heeft over dit onderzoek, kunt u telefonisch contact opnemen. Deelnemen is niet meer mogelijk. lees meer

Vragen?

Als u vragen heeft over dit onderzoek, kunt u bellen met de polikliniek Infectieziekten, T (024) 361 65 04, en vragen naar het Qure-studieteam:

  • Dr. S. P. Keijmel, arts-onderzoeker
  • Dr. C. P. Bleeker-Rovers, internist-infectioloog 

Zij kunnen u ook schriftelijke informatie toesturen. 

Het is niet meer mogelijk om deel te nemen aan dit onderzoek. Wel blijft het mogelijk doorverwezen te worden door uw huisarts of specialist naar het Radboud Q-koorts Expertisecentrum.

  • Medewerkers
  • Intranet