EN
DE
‘Mijn energieniveau stijgt langzaam weer’
Toen een hoorapparaat niet meer toereikend was voor Mischa (50), kreeg ze in het Radboudumc een cochleair implantaat (CI). Door dit CI hoort ze weer beter, en is ze minder snel moe.
lees meer‘Mijn energieniveau stijgt langzaam weer’
Aan haar linkeroor is Mischa al haar hele leven doof, en in haar rechteroor hoorde ze steeds minder. Toen bleek dat een hoorapparaat geen oplossing meer bood, kreeg ze in het Radboudumc een cochleair implantaat (CI). Via een microfoontje zet dit CI geluid om in elektrische signalen, waardoor ze weer beter kan horen.
Mischa: ‘Sinds mijn vierde ben ik volledig doof aan mijn linkeroor; waarschijnlijk door een aangetaste gehoorzenuw, als gevolg van een oorontsteking. Hierdoor “leun” ik al praktisch mijn hele leven op mijn rechteroor. Dit gehoor nam door de jaren heen ook af. Sinds 2005 droeg ik hiervoor een gehoorapparaat.’
Weinig energie
‘Geleidelijk aan nam mijn gehoor verder af. Vooral hoge tonen kon ik niet meer waarnemen, zoals vogelgezang of de deurbel. Als ik televisie keek, zette ik het geluid uit en de ondertiteling aan; ik kon de stemmen toch niet onderscheiden. Het is zoals het is, dacht ik. Ik paste me aan, en ging door met mijn leven alsof er niets aan de hand was.
Dat eiste zijn tol. Het kostte me steeds meer energie om mijn omgeving te verstaan. Een uur communiceren voor anderen stond mij voor gelijk aan drie à vier uren, volgens een arbeidsdeskundige. Hierdoor was ik continu vermoeid. De huisarts stelde later vast dat ik een burn-out had. Mijn werkgever hamerde erop dat ik mijn gezondheid prioriteit zou geven; het laatste duwtje dat ik nodig had om in actie te komen.’
Nieuw gehoor
‘In 2022 werd ik doorverwezen naar het Radboudumc. Toen bleek dat mijn rechteroor – het enige oor waarmee ik nog kon horen – in aanmerking kwam voor een CI, ging het heel snel. Na de ooroperatie duurt het vijf weken voordat het implantaat wordt ingeschakeld. In die periode hoorde ik dus niks. Maar ik was al zóveel stilte gewend, dat ik het goed volhield.
Daarna moest ik opnieuw leren horen. Toen de audioloog het implantaat voor de eerste keer aanzette, stond het volume nog heel zacht. Met een programma kon ik de decibellen stukje bij beetje opschroeven. Hoewel sommige geluiden wat robotachtig klinken, hoor ik nu méér dan voorheen. En ik merk vooral dat mijn energieniveau langzaam stijgt. Ik ben blij dat ik voor deze oplossing heb gekozen.
Doordat ik nu meer omgevingsgeluiden hoor, weet ik soms niet precies wát ik hoor. Een paar weken tijdens het wandelen bijvoorbeeld; ik hoorde een geluid, keek om me heen en besefte ineens: dat zijn de vogeltjes!’
Associate professor KNO Wendy Huinck ‘Mensen vaak gelukkiger na een cochleair implantaat’
‘Je bent minder afhankelijk van liplezen, en hoeft woorden of zinnen niet meer te gokken.’
lees meerAssociate professor KNO Wendy Huinck ‘Mensen vaak gelukkiger na een cochleair implantaat’
‘Bij mensen met een ernstige gehoorbeschadiging in het slakkenhuis wordt het geluid onvoldoende overgedragen aan de gehoorzenuw. Hierdoor is het verstaan van spraak met een hoorapparaat beperkt of niet meer mogelijk. Een cochleair implantaat (CI) is dan een oplossing, omdat het geluid wordt omgezet in elektrische signalen die in het slakkenhuis worden doorgegeven aan de gehoorzenuw.
Als een hoortoestel niet meer toereikend is om te functioneren, zoals bij Mischa het geval is, dan kom je in aanmerking voor een CI. Mensen die dit implantaat krijgen, leveren hiervoor hun “natuurlijke” gehoor in, en horen anders dan mensen zonder een implantaat. Mensen met nog enig restgehoor of een kortdurende doofheid hebben nog een actief gehoorsysteem, en reageren over het algemeen goed op dit implantaat.
Met een CI horen slechthorenden méér, dus ook weer zachte geluiden. Hierdoor zijn ze uiteindelijk minder afhankelijk van liplezen, en hoeven ze woorden of zinnen niet meer te gokken. Over het algemeen zijn ze na gewenning minder snel moe, en kunnen ze beter sociaal participeren. Dat heeft enorme impact op hun leven; mensen worden er vaak weer gelukkiger van.’
Wendy Huinck, associate professor Keel-, Neus- en Oorheelkunde
