Nieuws ADHD bij volwassenen toont vele gezichten

7 juni 2016

Meer dan de helft van de kinderen met ADHD houdt op volwassen leeftijd last van aandachtsproblemen en verhoogde impulsiviteit. In veel gevallen krijgen zij ook op volwassen leeftijd de diagnose ADHD. Naar de genetische en biologische oorzaken van ADHD bij volwassenen is echter nog weinig onderzoek gedaan. In een groot onderzoeksprogramma naar de biologische oorzaken van ADHD bij volwassenen onderzochten Jeanette Mostert en Marten Onnink meer dan 130 volwassenen met ADHD en 130 volwassenen zonder ADHD. Op basis van hersenscans en cognitieve testen zagen zij dat er veel verschillen zijn tussen de patiënten in wat zij goed en minder goed kunnen. Geen enkel cognitief probleem was echter bij allemaal aanwezig. Deze uitkomsten zijn sterk vergelijkbaar met die van kinderen met de diagnose ADHD.

Hersennetwerken

Veranderde communicatie tussen verschillende delen van de hersenen, in zogenaamde hersennetwerken, kan de symptomen van ADHD verklaren. Deze communicatie is te meten door de activiteit van verschillende hersendelen te vergelijken. Uit MRI-beelden bleek dat hyperactiviteit en impulsiviteit samengaan met sterkere communicatie binnen hersennetwerken die betrokken zijn bij aandacht, controleren van emoties en onderdrukken van impulsen. Dit was zichtbaar als deelnemers rustig in de scanner lagen en niet aan iets specifieks dachten. De sterkere netwerkverbindingen tijdens rust verstoren mogelijk de reactie van deze netwerken op externe prikkels. De onderzoekers vonden in de MRI-beelden dat de verschillen tussen de volwassenen met en zonder ADHD echter klein waren, en niet geschikt zijn om per individueel geval ADHD te verklaren.

Witte stof

Een tweede manier om communicatie tussen hersengebieden te meten is om naar de verbindingen tussen hersencellen zelf te kijken. Marten Onnink deed dit door met een MRI te meten aan witte-stof banen. Deze zorgen voor de informatieoverdracht binnen de hersenen. Onnink kon aantonen dat veel van deze banen er anders uitzien bij mensen met ADHD, vooral in de hersenbalk, die beide hersenhelften met elkaar verbindt. Dit kan mogelijk een slechtere remming van impulsen verklaren. De beelden gaven een eerste aanwijzing voor afwijkende isolatie van de witte stof door myeline, een eiwit dat zorgt voor een snelle signaaloverdracht. Onnink: “Meer onderzoek kan uitwijzen of myeline echt betrokken is en mogelijk een doel kan zijn voor ingrijpen met behandelingen.”

Jeanette Mostert: “In de samenleving heerst het idee dat ADHD wordt overgediagnosticeerd, en dat hersenscans misschien kunnen helpen te bepalen wie er ‘echt’ ADHD heeft. Ons onderzoek laat zien dat dit niet zo makkelijk is, omdat de verschillen tussen patiënten groot zijn. Het lijkt wel alsof iedereen zijn eigen ADHD heeft.”

Variatie

Om meer grip te krijgen op de grote variatie, verdeelde Jeanette Mostert de volwassenen in subgroepen op basis van hun cognitief functioneren. Zij kon drie duidelijke subgroepen vinden: een groep die voornamelijk aandachtsproblemen heeft, een groep die bijzonder impulsief reageert, en een groep die problemen heeft met werkgeheugen en verbale functies. Interessant was dat zij dezelfde groepen ook vond bij de volwassenen zonder ADHD, maar dat bij hen de problemen minder extreem waren. Mosterts aanpak kan verder onderzoek naar de variatie tussen individuen met dezelfde diagnose en naar de neurobiologische oorzaken van ADHD vergemakkelijken.

Meeste aandacht voor kinderen

Lang werd gedacht dat ADHD alleen bij kinderen voorkomt. Inmiddels is bekend dat bij meer dan de helft van de kinderen met ADHD, symptomen onverminderd, of in afgezwakte vorm aanhouden tot in de volwassenheid. Bijna drie procent van de volwassenen heeft de diagnose ADHD. Daarmee is het één van de meest voorkomende psychiatrische stoornissen bij volwassenen. Net als bij kinderen kenmerkt ADHD bij volwassenen zich door aandachtsproblemen en impulsiviteit. Ook hyperactiviteit is een kenmerk, al kan de manier waarop volwassenen met ADHD dit uiten anders zijn. Zij vinden bijvoorbeeld vaak een manier om met hyperactiviteit om te gaan, bijvoorbeeld door sport of een actieve baan.

IMpACT

De promotieonderzoeken van Mostert en Onnink zijn onderdeel van de International Multicentre persistent ADHD Genetics CollaboraTion (IMpACT). Dit onderzoeksproject is opgericht in 2007 en wordt gecoördineerd door Prof. Barbara Franke van het Radboudumc. In acht onderzoekscentra in Europa, de Verenigde Staten en Zuid-Amerika kijken onderzoekers naar de biologische achtergrond van ADHD, met name naar het beloop van de aandoening van de kindertijd naar volwassenheid. Aan het project doen ondertussen bijna 8.000 mensen mee. Op vrijdag 10 juni organiseert IMpACT een wetenschappelijk symposium over ADHD bij volwassenen ter gelegenheid van de twee promoties, waarbij vier internationale experts zullen spreken.

Meer nieuws

  • Medewerkers
  • Intranet