Bij de aandoening CDG leidt een erfelijke fout tot een verkeerde versuikering van nieuw gevormde eiwitten. Goede versuikering (glycosylering) is ontzettend belangrijk voor allerlei biologische processen, bijvoorbeeld om eiwitten naar de juiste plek te vervoeren en om cellen met elkaar te laten communiceren. Dit geldt niet alleen voor mensen, maar ook voor andere organismen, zoals gist. Met een nieuwe strategie wisten de onderzoekers twee nieuwe factoren voor het proces van glycosylering op te sporen.
Slimme strategie
Jos Jansen, arts-onderzoeker: “Voor het ophelderen van nieuwe erfelijke ziekten bij patiënten wordt tegenwoordig vaak gebruik gemaakt van exoom sequencing, een methode om alle genen van een persoon in kaart te brengen. Bij enkele families met CDG hebben wij jaren gezocht naar de erfelijke fout, maar ondanks nieuwe technieken konden wij de precieze oorzaak niet ontdekken. Dit komt doordat er nog weinig bekend is over glycosylering en er erg veel eiwitten bij betrokken zijn. Daarom hebben wij de omgekeerde weg bewandeld: we hebben eerst bij de gist afgekeken welke eiwitten betrokken zijn bij de glycosylering en vervolgens hebben we bij de patiënten het exoom gericht geanalyseerd. Dit bleek een succesvolle aanpak.”
Transport van eiwitten
Nadat de onderzoekers de erfelijke oorzaak van de ziekte hadden opgespoord was nog niet duidelijk welke rol de twee gevonden eiwitten, TMEM199 en CCDC115, precies speelden. Over de functie van die eiwitten in de mens was namelijk nog niets bekend. In de gist wel: daar spelen beide eiwitten een rol bij het naar buiten brengen van eiwitten uit de cel. Dat ‘exporteren’ verloopt via de zogenaamde secretieroute.
Dat deze eiwitten in de gist samenwerken, maakt het waarschijnlijk dat dit ook in mensen het geval is. Dat patiënten met TMEM199-CDG en CCDC115-CDG vergelijkbare klachten hebben versterkt dit vermoeden. In huidcellen van patiënten konden de onderzoekers inderdaad aantonen dat beide eiwitten ook in de mens een rol spelen bij het eiwittransport in de cel.
Nut van translationeel onderzoek
Dirk Lefeber, leider van het onderzoek naar glycosyleringsziekten in het Radboudumc: “Herkenning en diagnostiek van de ziekte CDG staat nog in de kinderschoenen. Wij proberen de mechanismen van eiwitglycosylering te begrijpen, wat weer erg belangrijk is voor de patiënt. Door nieuwe inzichten en strategieën kunnen wij steeds vaker en sneller de genetische oorzaak bij patiënten achterhalen. Dat betekent dat we weten waar en hoe het fout gaat in het lichaam. En dat is de eerste stap op weg naar een behandeling voor deze aandoening.”
-
Meer weten over deze onderwerpen? Klik dan via onderstaande buttons door naar meer nieuws.