Nieuws Wie krijgt welke bloedverdunner na dotter?

2 juni 2017

Na een dotterbehandeling met stentplaatsing kan zich in de stent plots een stolsel vormen. Dit gebeurt bij zo’n 300 patiënten per jaar, die daardoor een groot risico lopen op een hartinfarct of zelfs overlijden. Om dit te voorkomen krijgen patiënten na de dotterbehandeling altijd bloedverdunners, meestal aspirine en clopidogrel. De bloedverdunner clopidogrel werkt niet voor alle patiënten even goed. Paul Janssen, arts bij het St. Antonius Ziekenhuis in Utrecht/ Nieuwegein en promovendus van het Radboudumc, ontdekte dat nabehandeling op maat minder kans geeft op een hartinfarct. Hij promoveerde 30 mei op zijn onderzoek.

Bij een dotterbehandeling van het hart worden de vernauwingen in de kransslagaders opgerekt met een ballon en er wordt een stent achter gelaten. Elk jaar ondergaan in Nederland zo’n 30.000 patiënten een dotterbehandeling met stentplaatsing. Daarna krijgen zij bloedverdunners om te voorkomen dat er een stolsel ontstaat in de stent (zogenaamde “stenttrombose”) . De richtlijn adviseert om patiënten dan twee bloedplaatjesremmers (een soort bloedverdunners) te geven, namelijk aspirine samen met clopidogrel. Clopidogrel beschermt echter niet elke patiënt even goed.
 
Nieuwe risicoscore
Arts en onderzoeker Paul Janssen keek welke patiënten na een dotterbehandeling met stentplaatsing onvoldoende beschermd zijn met clopidogrel. De onderzoeksgroep van het St. Antonius ontwikkelde een nieuwe testmethode waarmee zij kunnen bepalen wie van die patiënten beter prasugrel, een andere bloedplaatjesremmer kunnen krijgen. De methode is een risicoscore bestaande uit een combinatie van genetisch onderzoek naar de aanleg van een enzym dat nodig is om clopidogrel in het lichaam om te zetten, een snelle bloedtest om te zien of clopidogrel werkt en een inventarisatie van eigenschappen van de patiënt die samenhangen met een hoger risico, zoals suikerziekte en een slechte pompfunctie van het hart.

Daling van infarcten
Patiënten met een hoge score, en dus een hoger risico, kunnen beter een ander middel dan clopidogrel krijgen. “We zagen in ons onderzoek bij ruim 2.000 patiënten dat de kans op ernstige complicaties zoals stenttrombose, een herseninfarct, een hartinfarct of overlijden, gehalveerd werd door het aanpassen van de bloedplaatjesremmer op basis van de risicoscore,” concludeert Janssen. Zo kreeg bijna zes procent van de patiënten in de clopidogrel-groep in het jaar na de dotterbehandeling een hartinfarct, terwijl dit in de groep patiënten met de aangepaste behandeling nog maar twee procent was.
 
Behandeling op maat
“Hiermee laten we zien dat er mogelijkheden zijn om de behandeling met bloedverdunners te verbeteren door deze aan te passen aan de individuele patiënt. Zo wordt  de behandeling effectiever, zonder toename van bijwerkingen,” besluit Janssen.

Meer nieuws


Focussed Ultrasound nog geen volwaardig alternatief voor parkinsonpatiënt Neurochirurg Saman Vinke nu nog terughoudend over nieuwe techniek

6 juni 2023

Volgens neurochirurg Saman Vinke is het nog te vroeg voor teveel optimisme over de Focussed Ultrasound voor parkinsonpatiënten: “De techniek moet zijn waarde in het totale pakket van behandelingen nog bewijzen.”

lees meer

Werking hersenen wordt beïnvloed door de vorm Nieuwe benadering van hersenactiviteit geeft opmerkelijk resultaat

5 juni 2023

Onderzoekers van Monash University en Radboudumc beschrijven in Nature dat de algemene vorm van iemands hersenen een grotere invloed heeft op hoe wij denken, voelen en ons gedragen dan eerder werd aangenomen.

lees meer

Wat kan een verpleegkundige beter laten of beter doen?

1 juni 2023

Onderzoekers van Radboudumc IQ healthcare hebben een nieuwe Beter Laten-lijst van verpleegkundige handelingen samengesteld.

lees meer
  • Medewerkers
  • Intranet