Bij alle ongeboren baby’s bestaat er een opening met een klepje tussen de linker en rechter boezem van het hart. Dit noemen we het foramenovale. Dat is nodig voor de bloedcirculatie tijdens de zwangerschap, als het kind zuurstof via de moeder krijgt in plaats van via de longen. Direct na de geboorte, bij de eerste ademhaling, worden de longen gevuld met lucht en komt de doorbloeding van de longen op gang. Het bloed stroomt vanaf dat moment vanuit de rechter boezem en kamer naar de longen en dan naar de linker boezem in plaats van door het foramen ovale naar de linker boezem. Het foramen ovale is dan niet meer nodig en mag dicht groeien. Maar bij ongeveer 1 op de 4 volwassenen gebeurt dit niet volledig en blijft er een doorgang, dit noemen we het patent (open) foramen ovale (PFO). Als dit geen problemen geeft is behandeling niet nodig.
Soms ontstaan klachten doordat er bloed van de rechter naar de linker boezem stroomt. Door deze “shunt” kan er zuurstofarm bloed uit de rechter boezem naar de linker harthelft stromen. Op die manier kunnen bloedpropjes ontstaan, wat een herseninfarct of een TIA kan veroorzaken. Als uw arts denkt dat het foramen ovale de oorzaak is voor uw TIA of herseninfarct, dan adviseren we op het PFO te sluiten. Dit verkleint de kans op een nieuwe TIA of herseninfarct.
Om de informatie over uw hartafwijking beter te kunnen begrijpen, leggen wij u in het kort de normale werking van het hart uit.
Om te functioneren heeft ons lichaam zuurstof, energie en bouwstoffen nodig. Via het bloed bereiken deze stoffen de verschillende cellen en weefsels van ons lichaam. Het bloed wordt rondgepompt door het hart. Het hart is een holle spier en pompt voortdurend bloed door het lichaam. Het bestaat uit een linker en een rechter deel, die volledig van elkaar gescheiden zijn. De beide delen bestaan uit een boezem (atrium) en een kamer (kamer). De wanden tussen deze kamers bestaan uit spierweefsel. Het tussenschot (septum) tussen de linker- en de rechter harthelft houdt de omloop van zuurrijk en zuurstofarm bloed gescheiden. Het bloed bereikt het hart via de boezems en van daaruit stroomt het bloed naar de kamers. Wanneer deze kamers samentrekken pompen ze het bloed naar de grote bloedvaten: de longslagader en de aorta. De longslagader voert het bloed naar de longen en de aorta voert het bloed naar alle organen en de rest van het lichaam.
Welkom bij het Radboudumc waar kunnen wij u mee helpen?