Polikliniek Anesthesiologie

Als u geopereerd gaat worden brengt u een bezoek aan de Polikliniek Anesthesiologie. Op de preoperatieve Polikliniek Anesthesiologie maakt u kennis met een gespecialiseerde medewerker. Meestal is dit een anesthesioloog. Deze medewerker is gespecialiseerd in:
  • verschillende vormen van anesthesie
  • pijnbestrijding
  • intensieve zorg rond de operatie
Patiëntenzorg Behandelingen Behandeling vernauwing halsslagader

De behandeling

De uiteindelijke indicatie voor een operatie hangt van meerdere factoren af en wordt bepaald door uw behandelend specialist. De vernauwing van de halsslagader kunnen we op 2 manieren opereren. lees meer

De behandeling

Uit veel studies is gebleken dat bij een vernauwing van 50% of minder de risico’s van een operatie niet opwegen tegen die van behandeling met medicijnen. U krijgt dan een of meerdere medicijnen die het ontstaan van zogenaamde plaques vermindert. De uiteindelijke indicatie voor een operatie hangt van meerdere factoren af en wordt bepaald door uw behandelend specialist. De vernauwing van de halsslagader kunnen we op 2 manieren opereren:
  1. Carotis endarteriëctomie: verwijderen van de plaque door middel van een operatie via de hals.
  2. Carotis stent plaatsing: openen van de halsslagader door middel van een endovasculaire behandeling. Via de lies wordt een katheter ingebracht waarmee een stent wordt geplaatst.
De open operatie heeft in bijna alle gevallen de voorkeur, in enkele gevallen moet er gekozen worden voor de endovasculaire procedure (stent).

Contact

Afdeling Heelkunde
Op werkdagen van 08:00-17:00 uur

(024) 361 38 08

Zorgverleners rondom de operatie

De zorg voor patiënten rondom een vaatoperatie wordt door een multidisciplinair team van zorgverleners uitgevoerd. Samen zorgen zij ervoor dat u de beste behandeling rondom uw operatie krijgt. lees meer

Zorgverleners rondom de operatie

De zorg voor patiënten rondom een vaatoperatie wordt door een multidisciplinair team van zorgverleners uitgevoerd. Samen zorgen zij ervoor dat u de beste behandeling rondom uw operatie krijgt. De rol die elke zorgverlener heeft, staat hieronder kort uitgelegd.

Vaatchirurg

De vaatchirurg is een specialist die zich vooral richt op aandoeningen van de bloedvaten. De vaatchirurg behandelt bijvoorbeeld patiënten met:
  • een verwijding van de slagader in de borstkas en de buikslagader (aneurysma van de aorta)
  • etalagebenen (claudicatio intermittens) of weefselversterf aan de benen (ischemie)
  • vernauwing van de halsslagaders
  • nierziekten waarvoor dialyse of een niertransplantatie nodig is

Hoofdbehandelaar

Dit is de (vaat)chirurg die u op de polikliniek ziet en uw eerste aanspreekpunt is voor uw behandeling. Bij afwezigheid van de hoofdbehandelaar nemen andere chirurgen deze taak waar.

Zaalarts

De zaalarts regelt voor u de lopende zaken tijdens uw verblijf op de verpleegafdeling Heelkunde. Hij of zij komt dagelijks bij u langs en is uw eerste aanspreekpunt voor vragen over uw behandeling. Omdat de zaalarts niet altijd over alle aspecten van uw behandeling voldoende kennis heeft, wordt hij of zij altijd geholpen door een supervisor. Een supervisor is een chirurg die, daar waar nodig, de zaalarts helpt bij de dagelijkse gang van zaken. Het gaat dan met name om zaken waarvan de zaalarts nog niet voldoende kennis heeft.

Verpleegkundig specialist Vaatchirurgie

Een verpleegkundig specialist is een academisch geschoolde specialistische verpleegkundige. Hij of zij is verantwoordelijk voor de zorgverlening aan een geselecteerde groep patiënten. De verpleegkundig specialist heeft zowel medische als verpleegkundige kennis en is in staat om besluiten te nemen op het gebied van diagnose en behandeling. De verpleegkundig specialist brengt uw klachten in kaart, verricht lichamelijk onderzoek, vraagt onderzoeken aan en bespreekt met u de uitslag. Dit alles vindt plaats volgens vaste richtlijnen die zijn opgesteld door het vaatchirurgisch team. De vaatchirurgen vormen samen met de verpleegkundig specialist uw behandelteam. In dit behandelteam wordt nauw samengewerkt waardoor behandeling en informatie zorgvuldig op elkaar worden afgestemd. Daarnaast inventariseert de verpleegkundig specialist samen met u de risicofactoren die van invloed zijn op uw vaatziekte. Hiervoor wordt een aparte afspraak ingepland.
 
De verpleegkundig specialist heeft een eigen poliklinisch spreekuur. Dit spreekuur vindt gelijktijdig plaats met het spreekuur van een van de vaatchirurgen. Als dit niet het geval is dan is een vaatchirurg direct (telefonisch) bereikbaar voor vragen of overleg. In de afsprakenbrief kunt u het juiste routenummer vinden. Wilt u een van de verpleegkundig specialisten telefonisch spreken kan dat via hetzelfde telefoonnummer. De polikliniekmedewerkers maken hiervoor een telefonische afspraak met u. Als het nodig is zorgen zij ervoor dat u zo spoedig mogelijk een van de verpleegkundig specialisten telefonisch te spreken krijgt.

Verpleegkundige verpleegafdeling Heelkunde

De verpleegkundige zorgt voor de uitvoering van uw behandelplan in goede samenwerking met uw chirurg en andere betrokken disciplines (multidisciplinair team). De verpleegkundige is er om u te helpen met de dagelijkse verzorging, bewegen, medicijnen, wondverzorging, bloeddrukcontrole, pols en ademhaling. Er is 24 uur per dag een verpleegkundige om u te ondersteunen bij het herstel in samenwerking met het multidisciplinaire team. Als de verpleegkundige uw vragen niet kan beantwoorden dan benadert hij of zij de juiste zorgverlener. Het team verpleegkundigen wordt ondersteund door meerdere verpleegassistenten, zij helpen u bijvoorbeeld bij de dagelijkse verzorging en het bewegen.

Fysiotherapie

De fysiotherapeut houdt zich bezig met het bewegingsapparaat van de mens. De fysiotherapeut besteed veel aandacht aan transfer- en looptraining. Volgens een vast revalidatieplan leert de fysiotherapeut u zo zelfstandig mogelijk functioneren na uw operatie. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van diverse hulpmiddelen zoals een looprekje en/of elleboogkrukken.

Behandeling operatie via de hals

De vaatwand bestaat uit 3 lagen. De plaque zit tussen de binnenste en middelste laag. Deze laat zich vrij gemakkelijk scheiden van de niet zieke laag. Tijdens de operatie wordt de zieke laag verwijderd. Dit heet een endarteriëctomie. lees meer

Behandeling operatie via de hals

De vaatwand bestaat uit 3 lagen. De plaque zit tussen de binnenste en middelste laag. Deze laat zich vrij gemakkelijk scheiden van de niet zieke laag. Tijdens de operatie wordt de zieke laag verwijderd. Dit heet een endarteriëctomie. Binnen enkele weken groeit een nieuwe binnenste laag aan, zodat er weer een normale vaatwand ontstaat. Voorafgaand op de verpleegafdeling wordt er een witte verdovende zalf in de hals aangebracht. De operatie zelf vindt plaats onder plaatselijke verdoving. De chirurg maakt een snede in de huid om de halsslagader vrij te maken. Tijdens deze operatie bent u wakker en aanspreekbaar. Omdat tijdens de operatie de halsslagader tijdelijk wordt afgesloten is het belangrijk om te testen of de bloedstroom naar de hersenen voldoende blijft. Het is daarom ook belangrijk dat u voorafgaand aan de operatie geen rustgevende middelen krijgt. U wordt gevraagd om regelmatig in een ‘badeendje’ te knijpen en vragen te beantwoorden om zo de bloedcirculatie in uw hoofd te controleren. De operatie duurt ongeveer 3 uur. Soms kiezen we ervoor om te sluiten met een stukje kunststof. De snede in de hals geneest doorgaans mooi. Het litteken is nauwelijks zichtbaar. Na de operatie gaat u eerst naar de uitslaapkamer en daarna naar de verpleegafdeling terug. Hier wordt regelmatig uw bloeddruk, knijpkracht, pupilreactie en wond gecontroleerd. Het wondgebied kan na de operatie mogelijk gezwollen zijn en er kunnen zich blauwe plekken ontwikkelen. Als er geen complicaties ontstaan, kunt u de eerste dag na de operatie naar huis.

Behandeling plaatsen stent

De endovasculaire behandeling is een alternatieve behandeling die slechts in een beperkt aantal gevallen wordt uitgevoerd. Met behulp van een kleine snede in de lies of elleboog wordt een opgevouwen stent opgeschoven tot voorbij de vernauwing in de halsslagader. lees meer

Behandeling plaatsen stent

De endovasculaire behandeling - carotis angioplastiek en stenting of CAS - is een alternatieve behandeling die slechts in een beperkt aantal gevallen wordt uitgevoerd. Met behulp van een kleine snede in de lies of elleboog wordt een opgevouwen stent opgeschoven tot voorbij de vernauwing in de halsslagader. Met behulp van röntgenapparatuur en contrastvloeistof bepaalt de arts waar de stent moet komen. De arts zet de stent in de slagader voorbij de vernauwing van binnen uit vast. De stent klemt zichzelf vast in de vaatwand met behulp van kleine haakjes. De behandeling wordt verricht op de angiokamer (röntgenkamer) en niet op de operatiekamer. U krijgt geen anesthesie (narcose) en bent gedurende de behandeling aanspreekbaar. Wel verdoven we uw lies plaatselijk. Na deze behandeling gaat u naar de Medium-Care waar u een nacht verblijft voor extra controle. De volgende dag gaat u terug naar de verpleegafdeling. Niet alle patiënten komen voor een deze behandeling in aanmerking. Dit is afhankelijk van de plaats van de vernauwing en het verloop van de bloedvaten. Ter beoordeling hiervan is een CT-scan nodig. Voor deze ingreep start u al met bloedverdunners genaamd clopidogrel. Na de ingreep krijgt u informatie over de medicijnen die u blijft gebruiken.

Uw opname

  • De doktersassistent op de polikliniek ondersteunt de arts tijdens het spreekuur. De doktersassistent neemt met u de gang van zaken rondom de opname door.

    lees meer


    Gesprek doktersassistent polikliniek

    De doktersassistent op de polikliniek ondersteunt de arts tijdens het spreekuur. De doktersassistent neemt met u de gang van zaken rondom de opname door. Voor vragen kunt u terecht bij de doktersassistent van de polikliniek. Het team is aanwezig van maandag t/m vrijdag van 8.15 - 12.00 uur en te bereiken via het centrale nummer van de polikliniek. Voor vragen rondom de  opnameplanning kunt u contact opnemen met het opnamebureau Heelkunde

  • Dag van opname

    Uiterlijk een week voor de opname krijgt u bericht van het opnamebureau Heelkunde. U krijgt te horen op welke datum en tijd u verwacht wordt op de verpleegafdeling Heelkunde. Een medewerker van het opnamebureau vertelt u ook of en wanneer u moet stoppen of starten met bepaalde medicijnen, bijvoorbeeld met bloedverdunners.
     
    U meldt zich op het afgesproken tijdstip op de verpleegafdeling Heelkunde C5H op route 751 bij de centrale balie. De secretaresse controleert uw gegevens. De voedingsassistente vraagt u of u een dieet volgt of bepaalde voedingsgewoontes heeft. Ook geeft hij of zij uitleg over de tijden waarop de maaltijden worden geserveerd en welke keuzes u heeft in het menu. U krijgt een rondleiding over de afdeling door de zorghulp. De verpleegkundige neemt nogmaals het verpleegkundig anamneseformulier met u door, er kan iets veranderd zijn sinds uw laatste polikliniekbezoek. Verder informeert hij of zij u over wat u kunt verwachten op de opnamedag, zoals bloedprikken, ECG maken, gesprek en lichamelijk onderzoek door afdelingsarts, gebruik van telefoon, televisie en internet. Het kan zijn dat de anesthesioloog nog bij u langskomt aan het einde van de middag. De verpleegkundige kan u vertellen hoe laat uw operatie de volgende dag is gepland.

Dag van de operatie

Na 24.00 uur mag u niet meer eten, tenzij de verpleegkundige anders aangeeft. Enige tijd voor de operatie helpt de verpleegkundige u met de voorbereiding. lees meer

Dag van de operatie

Na 24.00 uur mag u niet meer eten, tenzij de verpleegkundige anders aangeeft. Heldere dranken mag u drinken tot 2 uur voor de operatie. De verpleegkundige vertelt u tot welk tijdstip u dit kunt doen.

Enige tijd voor de operatie helpt de verpleegkundige u met de voorbereiding. U kunt zich voorafgaand van de operatie op de afdeling opfrissen en u krijgt een blauw operatiejasje aan met knoopjes achter. Voordat u naar de operatie kamer wordt gebracht krijgt u nog medicatie. Dit zijn pijnstillers. U krijgt geen rustgevende middelen voor de operatie omdat u tijdens de operatie wakker moet blijven. Sieraden, hoorapparaten en kunstgebit moet u achterlaten op de kamer. Waardevolle spullen kunt u beter thuis laten tijdens de opname. Anders is er in uw persoonlijke kledingkast een kleine locker om spullen op te bergen. De lockers zijn niet bedoeld voor waardevolle spullen, deze kunt u tijdelijk in bewaring geven bij de beveiliging. De verpleegkundige informeert u hier ook over. De verpleegkundige brengt u naar de operatiekamer waar de anesthesiemedewerkers u overnemen.
 

Mogelijke complicaties

Een operatie brengt altijd mogelijke complicaties met zich mee. Er zijn verschillende complicaties die mogelijk zijn voor vrijwel elke vaatoperatie. lees meer

Mogelijke complicaties

Een operatie brengt altijd mogelijke complicaties met zich mee. Er zijn verschillende complicaties die mogelijk zijn voor vrijwel elke vaatoperatie.
  • ontsteking van de wond
  • longontsteking
  • trombosebeen
  • longembolie, dit houdt in dat een stolsel in de bloedvaten van de longen zit
  • hartproblemen
  • lekkage van de geopereerde slagader met nabloedingen
  • verstopping van de bypass
  • ontsteking van de vaatprothese
  • Beschadiging van de zenuwen in en rond de operatieplek. Dit kan leiden tot tijdelijke heesheid, problemen met de tong rechtuit te steken en gevoelloosheid van de operatiewond. Na de operatie wordt u goed in de gaten gehouden om de kans op complicaties te verminderen.

Na de operatie

Na de operatie wordt u naar de uitslaapkamer gebracht waar u goed wakker wordt. De eerste paar uren na de ingreep zullen er regelmatig controles gedaan worden bij u zoals bloeddruk, knijpkracht, pupilreactie en wondcontrole. lees meer

Na de operatie

Na de operatie wordt u naar de uitslaapkamer gebracht waar u goed wakker wordt. Als u daar wakker wordt heeft u mogelijk:

  • 1 of 2 infusen
  • een zuurstofslangetje in uw neus
  • een klemmetje om een vinger om het zuurstofgehalte in uw bloed te meten
  • stickers op uw borst, ter controle van uw hart                   

Schrik niet van alle geluiden en piepjes om u heen. Dit komt van machines die u en andere patiënten controleren. Wanneer u goed wakker bent en de controles stabiel zijn, wordt u door de verpleegkundige van de verpleegafdeling opgehaald. De eerste paar uren na de ingreep zullen er regelmatig controles gedaan worden bij u zoals bloeddruk, knijpkracht, pupilreactie en wondcontrole. Het wondgebied kan na de operatie mogelijk gezwollen zijn en er kunnen zich blauwe plekken ontwikkelen. Hoofdpijn kan veroorzaakt worden door een sterke toename van de doorbloeding van de hersenen na de operatie. Als u na de ingreep hoofdpijn ontwikkeld, vooral aan 1 zijde van uw hoofd is het belangrijk om dit te melden aan de verpleegkundige. Om duidelijk te krijgen hoe uw pijn verloopt en of de pijnverlichtende handelingen voldoende effect hebben vraagt de verpleegkundige u regelmatig hoeveel pijn u heeft. U kunt dit aangeven met een cijfer, ofwel een pijnscore. Deze loopt van nul tot 10. Het cijfer 0 wilt zeggen dat u geen pijn heeft en 10 betekent de ergste pijn die u zich kunt voorstellen. Naar aanleiding van de score krijgt u extra pijnstilling. Het is belangrijk dat u goed kunt doorademen en (op)hoesten om te voorkomen dat slijm in de longen achterblijft. Afhankelijk van of u misselijk bent, mag u rustig gaan opbouwen met eten en drinken. Als u hier vragen over heeft, kunt u bij de verpleegkundige terecht.



Leefregels en controle

  • Na een vaatoperatie is een gezonde leefstijl belangrijk, waarin voeding en beweging een grote rol spelen. Na ontslag uit het ziekenhuis kunt u uw dagelijkse activiteiten weer langzaam opbouwen.

    lees meer


    Na de operatie via de hals

    Na een vaatoperatie is een gezonde leefstijl belangrijk, waarin voeding en beweging een grote rol spelen. Na ontslag uit het ziekenhuis kunt u uw dagelijkse activiteiten weer langzaam opbouwen. We informeren u over een gezonde leefstijl. Het kan zijn dat de wond in uw hals bij ontslag uit het ziekenhuis nog wat dik is. Dit herstelt vanzelf. Wordt de wond plotseling dik, waarschuw dan uw huisarts. Ook is het mogelijk dat een deel van uw hals na de operatie gevoelloos is. Meestal herstelt dit na 6 tot 12 maanden. In een enkel geval is deze gevoelloosheid blijvend. Wanneer de wond genezen is, gelden er geen beperkingen meer.

    Controle

    U komt ongeveer 6 weken na ontslag op de polikliniek Vaatchirurgie voor controle. Voor deze controle gaat u nog naar het vaatlaboratorium voor een vaatfunctieonderzoek. Daar controleren we of de halsslagader goed open is. Dit gebeurt met een ECHO onderzoek. Mocht u vragen hebben voor de vaatchirurg schrijf deze dan op en stel ze tijdens de controle. Daarna is controle niet meer nodig.

  • Na plaatsing stent

    Ook na een endovasculaire behandeling is een gezonde leefstijl belangrijk. Na ontslag uit het ziekenhuis knapt u snel op. De meeste mensen voelen zich 2 weken na de operatie alweer fit. Met een endovasculaire prothese kunt u alles doen wat u gewend was te doen. Het kan zijn dat u bloeduitstortingen heeft in de lies, deze verdwijnen vanzelf. Wees de eerste 2 weken na de operatie voorzichtig met tillen om niet teveel druk te geven op het wondje in de lies. Als er een zwelling in de lies ontstaat en eventuele verhoging van uw lichaamstemperatuur, bel dan naar de polikliniek Heelkunde.

    Controle

    Ongeveer 6 weken na de opname komt u terug voor controle op de polikliniek Vaatchirurgie. Voor deze controle gaat u eerst naar het vaatlaboratorium voor een vaatfunctieonderzoek. Mocht u vragen hebben voor de vaatchirurg schrijf deze dan op en stel ze tijdens de controle. Daarna komt u na 6 maanden en 1 jaar voor controle. Als u geen klachten meer heeft dan is verdere controle niet meer nodig.

Meest gestelde vragen

Lees hier het antwoord op de vragen die we het meest gesteld krijgen. lees meer

Meest gestelde vragen

Wanneer is de verdoving uitgewerkt?

De verdoving is na een paar uur uitgewerkt, het gevoel in het geopereerde lichaamsdeel komt dan geleidelijk aan weer terug. Als u pijn heeft, kunt u daarvoor de eerste periode 4x per dag 1000 mg paracetamol gebruiken. Als er meerdere pijnstillers voorgeschreven zijn, heeft u van de verpleegkundige een inname- en afbouwadvies gekregen bij ontslag.

Wanneer mag ik weer lopen?

Na een vaatoperatie kunt u direct starten met mobiliseren (lopen). U gaat merken dat u de eerste dagen nog wat eerder vermoeid bent, dan voor de operatie. Voor de circulatie is het goed om regelmatig spierpomp bewegingen te maken door uw voet goed op en neer te bewegen, zodat u de kuitspier voelt aanspannen.

Wanneer mag het verband eraf?

De pleisters moet u dagelijks verwisselen en hoeft u niet meer opnieuw te plakken als de wond droog is. Het is normaal dat de wond nog een paar dagen na de operatie bloed of vocht lekt. Blauwe, harde plekken en verkleuringen (bloeduitstortingen) in het geopereerde gebied zijn heel normaal en verdwijnen na verloop van weken.

Wanneer mogen de hechtingen verwijderd worden?

De meeste wonden worden na een vaatoperatie onderhuids gehecht door middel van oplosbare hechtingen. Als er niet-oplosbare hechtingen gebruikt worden mogen die na 10 tot 14 dagen verwijderd worden. Hiervoor kunt u zelf een afspraak maken bij de assistente van uw eigen huisarts.

Wanneer mag ik mij weer gaan douchen?

U mag vanaf de 1e dag na de operatie weer douchen. Belangrijk hierbij is dat de wonden niet mogen weken en niet ingezeept mogen worden. Ook het gebruik van bodylotion op de wonden wordt afgeraden in verband met infectiegevaar. Na 1 week mag u weer in bad, op voorwaarde dat de wonden goed genezen.

Wanneer kan ik weer aan het werk en sporten?

Na de operatie kunt u gewoon weer lopen en traplopen, maar wel met mate. Wel moet u regelmatig rust nemen en uw been hoog leggen. Doe een kussen onder het voeteneinde van de matras zodat uw benen wat hoger komen te liggen tijdens het slapen. Vermijd zware inspanning en neem de tijd voor uzelf. Wanneer u weer kunt gaan werken is afhankelijk van het soort werk wat u doet en hoe het herstel na de operatie verloopt.

Wanneer mag ik weer in de sauna of onder de zonnebank?

Ons advies is om de eerste 6 weken na de behandeling niet in de sauna te gaan. Wij adviseren de eerste 6 weken na de behandeling de zonnebank niet te gebruiken in verband met ultravioletlicht/straling.

De wond ziet rood en gezwollen, wat nu?

Als er een aantal dagen na de operatie roodheid en zwelling van de wond begint te ontstaan is het belangrijk hierover contact op te nemen met een specialist. De eerste3 dagen na uw operatie kunt u contact opnemen met de verpleegafdeling Heelkunde: telefoonnummer (024) 361 34 38. Als u langer geleden met ontslag bent gegaan neemt u contact op met uw eigen huisarts of buiten kantooruren de Huisartsenpost.

Ik heb koorts, wat nu?

Als er een aantal dagen na de operatie koorts ontstaat boven de 38.5 is het belangrijk hierover contact op te nemen met een specialist. De eerste 3 dagen na uw operatie kunt u contact opnemen met de verpleegafdeling Heelkunde: telefoonnummer (024) 361 34 38. Als u langer geleden met ontslag bent gegaan neemt u contact op met uw eigen huisarts of buiten kantooruren de Huisartsenpost.

Vernauwing halsslagader

Als iemand een vernauwde halsslagader heeft, dan hoeft hij of zij daar niets van te merken. Maar wanneer een stolsel de bloedtoevoer in de hersenen afsluit, kan iemand een TIA (een voorbijgaande beroerte) of een beroerte krijgen. lees meer

Afdeling Heelkunde

De afdeling Heelkunde behandelt patiënten met een groot aantal ziektebeelden. U kunt bij ons terecht voor zeer complexe én voor relatief kleine chirurgische ingrepen.

lees meer
  • Medewerkers
  • Intranet