Patiëntenzorg Behandelingen Reversed (omgekeerde) schouderprothese

Oefeningen en informatie

Als u een reversed schouderprothese heeft gekregen, dan krijgt u daarna oefeningen en adviezen van de fysiotherapeut. Deze oefeningen neemt u eerst door met de fysiotherapeut en voert u daarna zelfstandig uit. De informatie op deze pagina is bedoeld als ondersteuning hierbij.

Wat is een reversed (omgekeerde) schouder­prothese?

Een schouderprothese is een kunstgewricht dat uw beschadigde schoudergewricht vervangt. lees meer

Wat is een reversed (omgekeerde) schouder­prothese?

Een schouderprothese is een kunstgewricht dat uw beschadigde schoudergewricht vervangt. Bij deze prothese plaatsen we een kop op de oorspronkelijke kom en een kom op de plaats van de kop. Het voordeel hiervan is dat de schouder stabieler is. Het rotatiemiddelpunt van de schouder wordt naar binnen verplaatst. Op die manier vergroten we de hefboom van de deltaspier (m. deltoideus) zodat u makkelijker uw arm kunt optillen.


Fguur: Reversed schouder prothese
Bron: orthopraxis.de

Instructies week 0-6


Verloop van de behandeling week 0-6

Om luxeren (uit de kom gaan) van uw schouderprothese te voorkomen, mag u de eerste 12 weken uw arm niet achter de rug bewegen. Hier leest u waar u rekening mee moet houden. lees meer

Verloop van de behandeling week 0-6

Anti-luxatie leefregels

Om luxeren (uit de kom gaan) van uw schouderprothese te voorkomen, mag u de eerste 12 weken uw arm niet achter de rug bewegen. U moet altijd uw elleboog kunnen zien. Gebruik uw arm bijvoorbeeld niet voor toilethygiëne, om iets uit broekzak te halen, om uw jas aan te trekken en om uw BH-bandje dicht te maken achter uw rug. Til uw arm niet naar boven op als u op uw buik ligt. Reik niet met uw geopereerde arm naar de andere schouder.

Reiken naar andere schouder

Houding in bed

U kunt uw arm en elleboog ondersteunen met een handdoek of kussen als u op de rug ligt. U moet uw eigen elleboog kunnen zien. Zorg dat u niet op de geopereerde arm gaat liggen.

Immobilizer

Zorg dat u de immobilizer (draagband) dag en nacht draagt gedurende 6 weken om uw schouder te beschermen. U mag alleen tijdens het oefenen en wassen de immobilizer afdoen. Uw bovenkleding trekt u aan door eerst de geopereerde arm, met een licht voorovergebogen bovenrug, door het T- shirt/hemd te doen.
Zorg bij het aantrekken van de immobilizer dat de elleboogpunt goed achterin de immobilizer zit en dat de pols iets hoger hangt dan de elleboog.

Activiteiten

De eerste 6 weken na de operatie mag u de arm niet gebruiken bij dagelijkse activiteiten. Gebruik uw arm niet om uzelf omhoog te duwen bij het opstaan en bij het gaan zitten vanuit bed of stoel. U mag niet fietsen, bromfiets- en (zelf) autorijden. U kunt wel de gordel gebruiken in de auto, maar pak de riem met de niet-geopereerde arm.

Oefeningen

De eerste dag na de operatie begint u met het oefenen van de schouder en de arm onder begeleiding van de fysiotherapeut. De oefeningen zorgen ervoor dat u uw schouder beter kunt bewegen en verminderen de pijn en zwelling. U kunt bij het oefenen lichte pijn ervaren, maar u mag geen scherpe pijn voelen. Zeurende pijn moet binnen 2 uur na het oefenen weer op het oude niveau zijn.
Daarnaast is het belangrijk hoe groot u de bewegingen maakt (de grootte van de bewegingsuitslag).  De fysiotherapeut licht toe hoe u moet oefenen en wat de maximale bewegingsuitslagen zijn die u mag maken. Over het algemeen raden we aan om meerdere keren op een dag kort te oefenen. Liefst 4 á 5 keer per dag 5 minuten gedurende de eerste 6 weken.

Voor vragen kunt u terecht bij uw behandelend fysiotherapeut of bij de arts op de polikliniek.

Oefeningen week 0-6

Lees hier de pols- en vingeroefeningen, elleboogoefeningen, schouderoefeningen, schouderbladoefeningen en nekoefeningen. lees meer

Oefeningen week 0-6

Pols- en vingeroefeningen

Deze kunnen in de immobilizer uitgevoerd worden. Haal daarvoor wel uw duim uit de lus.
1. Buig en strek de vingers; maak een vuist en strek de vingers
2. Breng de top van de duim naar de vingertoppen
3. Beweeg de pols voor- en achterover
4. Draai de handpalm naar boven en naar beneden

Elleboogoefeningen

5. Haal hiervoor uw arm uit de immobilizer door de drukknoopjes bij de hand te openen. Ondersteun uw geopereerde arm met de andere hand. Strek en buig de elleboog met behulp van uw niet-geopereerde arm. Om de elleboog volledig te kunnen strekken kunt u eventueel een sling of een handdoek gebruiken.

Schouderoefeningen

6. Haal hiervoor uw arm uit de immobilizer door de drukknoopjes bij de hand te openen. Leun voorover terwijl u staat of zit. De geopereerde arm ontspannen laten hangen en ondersteunen met de andere arm. Maak kleine draaiende cirkels en een voor- achterwaartse zwaai met behulp van uw andere arm.


7. Rotatieoefening
U zit op een stoel. Met de andere hand pakt u de pols van de geopereerde arm. Plaats de elleboog van de geopereerde arm in de zij en buig de elleboog tot 90 graden (een haakse hoek). Draai de onderarm van de geopereerde arm naar buiten tot een hoek van maximaal 110 graden.

Schouderbladoefeningen

8. Trek, als u goed rechtop zit,  uw schouders op en laat ze weer ontspannen zakken.
9.Trek de schouderbladen naar elkaar toe en laat weer los.

Nekoefeningen

10. Draai met uw hoofd rustig van links naar rechts.
11. Kantel uw hoofd door uw oor naar de schouder te brengen naar links en rechts.

Instructies na week 6


Week 6-12

  • U mag uw arm gaan gebruiken bij lichte activiteiten zoals eten en aankleden. Let daarbij op bovenstaande anti-luxatie leefregels.
  • U mag weer op de geopereerde zijde liggen als dat geen pijnklachten veroorzaakt.
  • Til voorwerpen die niet zwaarder zijn dan een koffiekopje.
  • Gebruik de arm niet voor afduwen en opdrukken.
  • Autorijden is mogelijk na overleg met de orthopeed of fysiotherapeut. Autorijden is toegestaan als u weinig pijn heeft en u voldoende controle heeft over uw schouder en arm , waardoor het verantwoord
  • Vermijd plotselinge, ongecontroleerde bewegingen.

Week 12-16

  • Til niet zwaarder dan 2,5 kg.
  • Vermijd plotselinge, ongecontroleerde bewegingen.
  • Blijf voorzichtig bij bewegingen achter de rug.

Na 16 weken

  • Vermijd activiteiten die pijn veroorzaken.
  • Til maximaal 10 kg.
  • Voer geen contactsporten en sporten uit waarbij er een hoog valrisico is.
  • Voer geen zwaar werk boven schouderhoogte uit.
  • Voorkom zoveel mogelijk dat u gewicht neemt op de geopereerde arm (bijvoorbeeld bij zwaar steunen op loophulpmiddelen).
  • Medewerkers
  • Intranet