Gerardus Hubertus Linssen
- Geboren: 9 september 1927 (Tenggarong, Borneo, Indonesië)
- Overleden: 7 november 2017 (Berg en Dal)
- Benoeming: 1973 (lector), 1980 (hoogleraar)
- Emeritaat: 1989
Loopbaan
1957 Militaire School
Na zijn studie was Gérard Linssen leraar aan de Militaire School voor Hygiëne en Preventieve Geneeskunde te Neerijnen (1957-1958). Vervolgens werkte hij bij het Farmacologisch Instituut van de Katholieke Universiteit Nijmegen (1958-1959).
1959 Anesthesiologie
In 1959 begon zijn opleiding tot anesthesist; eerst vanuit de afdelingen Interne Geneeskunde van het Radboudumc en Chirurgie van het Canisiusziekenhuis, vanaf 1960 vanuit de afdeling Anesthesiologie van het Radboudumc. Van 1962 tot 1964 was hij anesthesist in het St. Joseph Hospitaal te Kerkrade. In 1964 keerde hij terug als anesthesist in het Radboudumc en tevens in de Sint Maartenskliniek.
Onder zijn supervisie paste hij de beademingsmachines aan en standaardiseerde hij de gasflesaansluitingen en de kleuren van de gassen. Dit werd ingevoerd in alle ziekenhuizen in binnen- en buitenland. Hij experimenteerde met extracorporale circulatie (ECC) in het dierenlaboratorium. Wegens zijn grote ervaring werd hij daar de vaste anesthesist. Door zijn betrokkenheid bij de hart-longmachine voor ECC en de bediening ervan werd hij een ervaren perfusionist in de operatiekamer, waar hij ook vele handige opstellingen van de beademings- en bewakingsapparatuur realiseerde.
Samen met ir. W.J. Reichert liet Linssen een eigen hart-longmachine bouwen met rollerpompen en een betrouwbare warmtewisselaar. Deze apparatuur bleef in gebruik tot nieuwere betrouwbare apparaten in de handel kwamen. In de kliniek beheerste Linssen volledig het functioneren van alle ondersteunende apparatuur ten behoeve van de hartchirurgie. Voordat de centrale intensive care (IC) bestond gebeurde de postoperatieve beademing onder zijn leiding, en de behandeling in samenwerking met de hartchirurgen en cardiologen. Hij was zeer betrokken bij de realisatie van de centrale IC, vanaf 1974 onder leiding van een arts-intensivist.
1973 Cardiovasculaire anesthesie
In 1973 kreeg Linssen mede door de grote vlucht van de open-hartchirurgie en het belang van de anesthesie hierbij, een lectoraat in de cardiovasculaire anesthesie. Hij leidde een grote groep cardio-anesthesisten op, gaf landelijk de opleiding van perfusionisten vorm, en besteedde veel tijd aan de opleiding van de anesthesieassistenten in opleiding en het verplegend personeel van de OK, IC en de afdeling Anesthesiologie.
Hij schreef 30 wetenschappelijke publicaties en is medeauteur van het verzamelboek Shock, deel 45 (De Nederlandse Bibliotheek der Geneeskunde, 1969).
Nevenactiviteiten
- Staflid van de afdeling Anesthesiologie en hoofd van de subafdeling Cardiovasculaire Anesthesie.
- Medeopleider anesthesiologie en opleider cardiovasculaire anesthesie.
- Contactpersoon met de Instrumentele Dienst vanuit de afdeling Anesthesiologie.
- Penningmeester en bestuurslid van de Nederlandse Vereniging tot Bevordering der Chirurgische Wetenschappen (1964 -1971).
- Lid van het Concilium Anesthesiologicum van de Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie (1968-1970).
- Lid van de Rijkscommissie “30.017,00 flessen en toestellen voor medische toepassingen” van het Nederlands Normalisatie Instituut (1968-1976). Eveneens zitting in deze rijkscommissie als officier-arts-reservist voor de Militaire Doorvoer Hospitalen in Nederland.
- Lid van de landelijke commissie voor de opleiding van perfusionisten (1976-1989).
- Lid nummer 1van de Nederlandse Sociëteit voor Extra Corporale Circulatie: NeSECC (1976-heden).
- Eregast op het symposium van de NeSECC te Nijmegen als spreker over de zelf ontworpen apparatuur voor ECC, gebouwd door de Instrumentele Dienst van het Radboudumc (2013).
- Vrijwillig officier-arts-reservist, na het vervullen van zijn dienstplicht als officier-arts (tot eind 1985). Na 28 jaar, inmiddels bevorderd tot luitenant-kolonel arts, ging hij op de pensioengerechtigde leeftijd met eervol ontslag.
- Zijn grote hobby was zijn boot de “Valiant” waarop hij een ervaren kapitein en stuurman was.
- Het bereiden van Indisch eten was zijn tweede passie.
Leeropdracht
Anesthesiologie, in het bijzonder cardiovasculaire anesthesieOpleiding
- Middelbare school HBS (Semarang, Indonesië, onderbroken door Japans gevangenkamp) 1940-1948
- Universiteit (Geneeskunde, Rijksuniversiteit Utrecht) 1948-1956
- Specialisatie Anesthesiologie (UMC St Radboud) 1959-1962
- Promotie (Katholieke Universiteit Nijmegen) 1961