Paul van den Broek

Loopbaan Paul van den Broek

1970 Liverpool

Na het artsexamen vervulde Paul van den Broek de militaire dienst als reserve 1e luitenant-arts (1961-1962). In 1970 verkreeg hij een fellowship beurs van het KWF om gedurende zes maanden in Liverpool bij prof. Philip Stell de nieuwste behandelmethoden aan te leren, vooral chirurgische technieken.

1974 Nijmegen

In 1974 werd hij in Nijmegen benoemd tot lector in de Laryngologie en de Oncologie van het hoofd-halsgebied. Een jaar daarna werd hij lid van het directoraat klinieken van het Radboudumc (1975-1978). In de jaren zeventig waren zijn activiteiten vooral gericht op de behandeling van patiënten met tumoren in het hoofd-halsgebied en de uitbouw van de werkgroep hoofd-halstumoren, samen met de afdelingen Radiotherapie, Mond- en Kaakchirurgie en Medische Oncologie. In 1980 werd hij benoemd tot hoogleraar en even later tot hoofd van de afdeling Keel-Neus-Oorheelkunde (1981-2000).

1987 Nijmegen

In de daarop volgende jaren ging zijn aandacht steeds meer uit naar de otologie. Hij vervulde klinische en opleidingsactiviteiten. Daarnaast was Van den Broek projectleider van twee grote researchlijnen. Ten eerste het KNOOP-project, dat hij samen met de afdeling Epidemiologie (prof. dr. G. Zielhuis) uitvoerde. In dit project deed hij onderzoek naar de epidemiologie, diagnostiek en behandeling van otitis media met effusie (lijmoren). Hiervoor verkreeg hij vele jaren subsidie van het Preventiefonds en ZWO en volgden verschillende dissertaties over dit onderwerp. Ten tweede was er de projectlijn cochleaire implantaten. In 1987 verrichte Van den Broek de eerste cochleaire implantatie bij kinderen, in nauwe samenwerking met het Instituut voor Doven. In totaal voerde hij drie ontwikkelingsgeneeskundeprojecten uit voordat deze voorziening een reguliere financiering kreeg (1991-1998). 

Hij heeft 142 publicaties, twee boeken en verschillende monografieën op zijn naam staan. Hij was (co)promotor bij 31 dissertaties.

Neven­activiteiten

• Lid van het faculteitbestuur (1978-1981).
• Secretary general van het International Collegium Otothinolaryngologicum Amicitiae Sacrum (1984-2001).
• Lid van het bestuur van het Stafconvent.
• Bestuurslid van KWF.
• Bestuurslid van de Stichting Logopaedische opleidingen.
• Lid van het Centaal College voor de Erkenning en Registratie van Medisch Specialisten.
• Medisch adviseur van de Nederlandse Stichting voor Gelaryngectomeerden.
• Voorzitter van de Mgr. Terwindt Stichting.
• Lid van de raad van toezicht van Viataal (voorheen Instituut voor Doven).
• Vertegenwoordiger KNO in de UEMS (Union Européenne des Medecins Specialistes).
• Wetenschappelijk adviseur van de Stichting Het Heinsius-Houbolt Fonds.
• Lid van de redactieraad van Clinical otolaryngology (Londen).
• Lid van de redactieraad van Acta Otolaryngologica (Stockholm).
• Lid van de redactieraad van International Journal of Pediatric Otorhinolaryngology.
• Lid van de redactieraad van Acta Otorhinolaryngologica Belgica.
• Lid van de redactieraad van ORL and allied sciences (Basel).
• Lid van de redactieraad van Cochlear Implants International (Londen).
• Lid van de redactieraad van Annales d’Otorhinolaryngologie (Paris).