Patiëntenzorg Behandelingen Verzorging urinestoma

Hoe werkt een urinestoma?

Om te begrijpen hoe een urinestoma werkt, is het belangrijk om te weten hoe uw urinewegen werken. lees meer

Hoe werkt een urinestoma?

Om te begrijpen hoe een urinestoma werkt, is het belangrijk om te weten hoe uw urinewegen werken. Uw urinewegen bestaan uit twee nieren, urineleiders, de blaas en de plasbuis. Uw nieren filteren het bloed en halen schadelijke en afvalstoffen uit het bloed. Samen met het overige vocht vormt dit de urine. Uw urineleiders transporteren uw urine vanuit uw nier naar de blaas. Uw blaas is een hol orgaan omgeven door een spierwand en is min of meer bolvormig. De blaas ligt vlak achter uw schaambeen in het kleine bekken, als het ware op uw bekkenbodem. Deze werkt als een reservoir voor de urine.
 
Bij de aanleg van een urinestoma verwijderen we uw blaas of stellen we uw blaas buiten werking. De twee urineleiders kunnen we in de buikwand hechten maar dit gebeurt zelden of nooit. De meest gebruikte manier om een urinestoma aan te leggen is de Brickerafleiding.
 
De Brickerafleiding houdt in dat er een directe afvoer van de urine naar uw huid is. Hiervoor gebruiken we een stukje dunne darm van ongeveer 15 centimeter lengte uit het gebied van het laatste deel van uw dunne darm. Het kleine stukje darm verbinden we aan één kant met de beide urineleiders. Het uiteinde aan de andere zijde hechten en maken we vast in de buikwand. Dit vormt uw stoma. Doordat het gebruikte stukje darm zijn peristaltiek (samentrekken en ontspannen van de darm) behoudt beweegt de urine naar buiten. Hierdoor verkleint de kans dat de urine terugstroomt naar uw nieren. De kans op infecties wordt dus ook kleiner. 

De urinestoma steekt twee tot drie centimeter boven uw buikwand uit. Hierdoor kan het stomamateriaal goed rondom de stoma worden vastgemaakt.

 

Bereikbaarheid consulenten stomazorg

De stomaverpleegkundigen zijn te bereiken op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag.
  • Telefoonnummer: (024) 361 38 03, maandag tot en met vrijdag, 8.00 tot 17.00 uur.
  • Voor spoed buiten kantoortijden kunt u terecht bij de verpleegafdeling Urologie: (024) 361 34 20.
Lees meer

Bereikbaarheid consulenten stomazorg

Op de afdeling Urologie werken 4 verpleegkundigen die zich bezighouden met de zorg voor patiënten met een urinestoma. Op werkdagen is er altijd een stomaverpleegkundige aanwezig op de polikliniek. We streven ernaar dat u zoveel mogelijk te maken krijgt met dezelfde verpleegkundige.

Heeft u vragen over of problemen met de urinestoma?

Stel uw vraag via mijnRadboud, of maak telefonisch een afspraak voor het verpleegkundig spreekuur of met een van de verpleegkundigen. U kunt vragen naar Hanny Cobussen, Vera Janssen, Anita Smits en Jose Theunissen. Voor (semi-)acute vragen kunnen we u direct doorverbinden met een stomaverpleegkundige zodat u telefonisch kunt overleggen.


Verzorging stoma tijdens uw opname

De verpleegkundige verzorgt tijdens de opname uw stoma en leert u stapsgewijs hoe u zelf uw stoma kunt verzorgen. Wij vinden het belangrijk dat u vanaf het begin betrokken bent bij de verzorging van uw stoma. lees meer

Verzorging stoma tijdens uw opname

U zult wat langer in het ziekenhuis blijven omdat u een urinestoma krijgt. U verblijft op de verpleegafdeling Urologie/Gynaecologie. Deze is permanent geopend. Artsen en verpleegkundigen geven u tijdens uw opname informatie over uw behandeling en verpleging. Met vragen en problemen kunt u altijd bij hen terecht.

Uw stoma wordt ’s ochtends verzorgd. Op maandag, woensdag en vrijdag wordt de stomaplak vervangen, het stomazakje dagelijks.

  • 1e dag na de operatie: De verpleegkundige verzorgt uw stoma helemaal. U kijkt mee naar de stoma (met de plak en het zakje erop).
  • 2e dag na de operatie: De verpleegkundige maakt een mal van de stoma en vraagt u om mee te kijken naar de stoma (zonder plak en zakje).
  • 3e dag na de operatie: De verpleegkundige bespreekt met u of u kunt benoemen wat er nodig is om het zakje te vervangen.
  • 4e dag na de operatie: De verpleegkundige betrekt u bij het verwisselen van de stomaplak. U knipt zelf de plak met behulp van de mal en koppelt de nachtzak af als u uit bed komt.
  • 5e dag na de operatie: Met hulp van de verpleegkundige verwisselt u het zakje. Het zakje leegt u zelf in het toilet en u koppelt de nachtzak zelf aan.
  • 6e dag na de operatie: Met hulp van de verpleegkundige verwisselt u de plak en u plakt zelf het zakje.
  • 7e dag na de operatie: Het zakje verwisselt u zelf en u kunt benoemen waar u op moet letten.
  • 8e dag na de operatie: De benodigdheden legt u zelf klaar. U verwisselt grotendeels zelfstandig het stomamateriaal. Uw familielid of partner wordt bij de stomazorg betrokken.
  • 9e dag na de operatie: U verwisselt zelfstandig het zakje in de badkamer.
  • 10e dag na de operatie: De benodigdheden legt u zelf klaar. U verwisselt zelfstandig het stomamateriaal in de badkamer, enventueel met hulp van de verpleegkundige.
  • 11e dag na de operatie: De benodigdheden legt u zelf klaar. U verwisselt zelfstandig het stomamateriaal in de badkamer, eventueel met hulp van de verpleegkundige.
  • 12e dag na de operatie: De benodigdheden legt u zelf klaar. U verwisselt zelfstandig het stomamateriaal in de badkamer, eventueel met hulp van de verpleegkundige.

Er kunnen redenen zijn om af te wijken van dit stappenplan. Bijvoorbeeld omdat u erg ziek bent, hoge koorts heeft of omdat u een handicap heeft waardoor u de stoma niet zelf kunt verzorgen. In overleg met u wordt het stappenplan dan aangepast. Eventueel betrekken we uw partner of familie actiever bij de verzorging van uw stoma.


Stappenplan verzorging urinestoma

Het stappenplan voor het verzorgen van een urinestoma. lees meer

Stappenplan verzorging urinestoma

Benodigdheden

  • huidplak en urinezakje (tweedelig systeem)
  • huidplak met urinezakje (eendelig systeem)
  • gaasjes / washandje
  • afvalzakje
  • schaartje (eventeel) 
  • mal en pen (eventueel)
  • water
  • handdoek

Werkwijze

  1. Was uw handen.
  2. Controleer of het zakje op de plak past (bij tweedelig systeem).
  3. Zorg dat het kraantje aan de onderzijde gesloten is.
  4. Knip met behulp van de mal de huidplak op maat. Heeft u al een voorgestanste huidplak dan kunt u verder met punt 5.
  5. Verzorg uw stoma op de manier die voor u het makkelijkst is. Dit kan zijn: op bed, voor de wastafel of onder de douche. Eventueel kunt u een handdoek als ‘schortje’ gebruiken. U kunt de handdoek tussen het elastiek van uw ondergoed vastmaken.
  6. De huidplak van boven naar beneden afnemen. Ondersteun hierbij de huid met een hand. Houd een gaasje bij de hand en dek hiermee de stoma af. Doe de huidplak en het zakje in een afvalzak.
  7. Maak de huid rondom de stoma schoon met lauw water met een gaasje, washandje of onder de douche. Gebruik geen zeep; dit kan de huid aantasten. Het stoma kan wat gaan bloeden tijdens de verzorging. Dit is niet verontrustend. Dep na het wassen de huid droog; niet wrijven!
  8. Gebruikt u een tweedelig systeem, dan gaat u verder bij punt 9. Gebruikt u een ééndelig systeem, dan gaat u verder bij punt 11.
  9. Tweedelig systeem: neem het beschermpapier van de huidplak, de huidplak met een hand vasthouden en met de andere hand de huid omhoog houden zodat de stoma goed zichtbaar is tijdens het aanbrengen van de huidplak. De huidplak vervolgens goed aandrukken, zodat deze goed op de huid plakt.
  10. Hierna plakt u het zakje op de huidplak of plaatst u het zakje op de ring. Aandrukken met twee vingers naast elkaar tot het goed aansluit. Controleer of het zakje goed aangesloten is.
  11. Eendelig systeem: neem het beschermpapier van de plak, de stomaplak dubbelvouwen en precies aan de onderkant van de stoma plaatsen en dat langzaam over de stoma rollen.
  12. Blijf hierna vijftien minuten rustig liggen of zitten met een hand op het stomamateriaal.
  13. Spullen opruimen en handen wassen.

Urineproductie

Bij een urinestoma is de blaas operatief weggehaald waardoor de urine rechtstreeks van de nieren naar de stoma afgevoerd wordt. Waar moet u rekening mee houden en wanneer kunt u contact met ons opnemen? lees meer

Urineproductie

In de nieren wordt urine geproduceerd. De hoeveelheid urine per 24 uur hangt af van de hoeveelheid vochtopname en is ongeveer anderhalf tot twee liter. Bij een urinestoma is de blaas operatief weggehaald waardoor de urine rechtstreeks van de nieren naar de stoma afgevoerd wordt. Een urinestoma produceert dag en nacht urine, daarom moet het zakje regelmatig geleegd worden.

Samenstelling, kleur en geur

  • Kleur van de urine bij veel drinken: lichtgeel.
  • Kleur van de urine bij weinig drinken: donkergeel/oranje/bruin.
  • Bloed bij de urine: soms kan een kleine hoeveelheid bloed van het darmslijmvlies afkomstig zijn, dit is normaal. Als u plotseling meer bloed verliest, neem dan contact op met de stomaverpleegkundige of arts.
  • Slijmvlokken in de urine: dit is afkomstig van het stukje darm, waarop de urineleiders zijn aangesloten en waarmee de stoma naar buiten is gebracht. Meestal wordt dit na een tijdje wat minder. Zorg ervoor dat de vlokken de afvoer niet verstoppen. Ga meer drinken als de vlokken toenemen of als de afvoer verstopt raakt. Het toenemen van vlokken kan wijzen op een urineweginfectie.
  • ‘Ruikende’ urine of ‘troebele urine: als de urine plotseling anders ruikt, dan komt dit meestal door bepaalde voedingmiddelen, zoals bijvoorbeeld asperges, knoflook of vis. Het kan ook wijzen op een urineweginfectie.

Weer thuis

Als u voldoende bent hersteld van de behandeling in het ziekenhuis kunt u weer naar huis. De eerste periode thuis moet u het in het algemeen rustig aan doen. Bij ontslag uit het ziekenhuis maken we een afspraak voor een controlebezoek bij uw behandelend arts op de polikliniek. Daarna spreken we vervolgbezoeken met u af.

Contact opnemen met uw stomaverpleegkundige en/of uroloog

Neem contact op bij:
  • Urineweginfecties: bij een urinestoma is de kans op een urineweginfectie groter. Aanwijzingen voor een urineweginfectie kunnen zijn: koorts, rillerig, ziek gevoel, extreme vermoeidheid, ‘ruikende’ urine, maar ook plotselinge plak- of huidproblemen.
  • Een plotselinge verandering in de grootte, lengte of kleur van het urinestoma.
  • Een plotselinge verandering in de hoeveelheid urine die niet verklaard kan worden.
  • Aanhoudende sterke geur van de urine, koorts, overmatig transpireren en troebele urine.
  • Pijn of krampen voordat de urine uit de stoma komt.
  • Aanhoudende pijn in de nierstreek, lekkage van het opvangmateriaal, huidproblemen, een zwelling van de stoma en bij bloed bij de urine.
  • Psychische en/of sociale problemen.
  • Vragen op het gebied van werkhervatting, sport, seksualiteit enzovoort.

Adviezen verzorging urinestoma

Onze adviezen op gebied van verzorging en inspectie, materiaal, voeding en vocht, en tijdens uw vakantie. lees meer

Adviezen verzorging urinestoma

Verzorging en inspectie

  • De beste tijd om uw stoma te verzorgen is ’s morgens, nog voordat u wat gedronken heeft. Of anders, ongeveer 3 uur nadat u voor het laatst gedronken heeft. Gebruikt u plastabletten? Neem deze dan in nadat u uw stoma verzorgd heeft.
  • Hoe vaak u uw stoma moet verzorgen is onder andere afhankelijk van het systeem en de maat van de stoma en wat u zelf prettig vindt. De stomaverpleegkundige op de afdeling bespreekt dit met u voordat u naar huis gaat.
  • Bekijk de achterkant van de huidplak nadat u deze heeft verwijderd. Dit geeft u namelijk belangrijke informatie of u tijdig verschoond heeft. De plak rondom de stoma is altijd wat verkleurd. De plak mag niet helemaal aangetast (doorzichtig) zijn. Dan is er namelijk geen bescherming meer van de huid door de huidplak. Als de huidplak wel aangetast is, moet de plak eerder verschoond worden. Verschoon vaker bij extreem warm weer, huid- en plakproblemen, een urineweginfectie of als de zuurgraad van de urine niet goed is. Controleer de huid rondom de stoma ook op roodheid of ontvelde plekjes.
  • Scheer eventuele haren rondom de stoma om te zorgen dat deze beter blijft plakken. Gebruik geen ontharingscreme. Dit kan huidirritaties veroorzaken. Mijd daarom ook zoveel mogelijk het gebruik van badolie of badcrème.
  • Wen uzelf aan om de stomazakje leeg te maken als het ongeveer voor 1/3 vol is. Bij de meeste stomazakjes is de achterkant van zacht materiaal. Dit voorkomt transpiratie en irritatie van de huid. Eventueel kunt u hiervoor ook een katoenen hoesje bestellen.
  • Sluit ‘s nachts een nachtzak op het stomazakje aan. Meestal moet er een bevestigingstukje tussen gezet worden. Afhankelijk van de soort nachtzak, verschoont u de zak een à twee keer per week of dagelijks. Bespreek dit met uw (stoma) verpleegkundige. Als u geen nachtzak wilt gebruiken, moet u het stomazakje een à twee keer per nacht leeg maken.

Materiaal

  • Op de afdeling bestellen we het eerste materiaal dat u mee naar huis kunt nemen. De verpleegkundige legt uit hoe u dit de volgende keer zelf kunt bestellen.
  • Zorg ervoor dat u voldoende materiaal in huis heeft. Bestel tijdig, zeker met feestdagen.
  • Als u van huis gaat, neem dan altijd stomamateriaal mee, zodat u nooit voor verrassingen komt te staan.
  • U kunt douchen of baden met en zonder stomamateriaal.

Voeding en vocht

  • Zorg dat u voldoende drinkt, vooral bij warm weer, sporten en bij koorts (ongeveer anderhalf tot twee liter per dag).
  • Sommige voedingsmiddelen, zoals asperges, knoflook en vis, kunnen de urine een speciale geur geven. Dit wil niet zeggen dat u ze niet meer mag gebruiken! Gewichtstoename en -afname kunnen problemen opleveren voor het urinestoma en voor de hechting van het stomamateriaal. Probeer daarom uw gewicht stabiel te houden.

Medicijnen

  • Het is voor de arts en voor de verpleegkundige belangrijk dat zij weten welke medicijnen u gebruikt. Bij zowel geplande opnames als spoedopnames is het belangrijkom een actuele medicijnlijst bij de hand te hebben. Daarom vragen wij u om zelf te zorgen voor een recente medicijnlijst (medicijnpaspoort). Deze kunt u opvragen bij uw eigen apotheek. Als er veranderingen in medicijnen zijn, is het belangrijk om deze toe te voegen.
  • Met mogelijke vragen kunt u terecht bij de verpleegkundige van de afdeling en/of polikliniek.

Tips voor als u op vakantie bent

  • Draag een medisch paspoort bij u waarin de naam, merk en maat van uw stomamateriaal staat beschreven. Dit paspoort kunt u bij de stomaverpleegkundige krijgen.
  • Reist u per vliegtuig, dan kunt u het opvangmateriaal altijd als handbagage (in gedeelten) meenemen. Zo heeft u ook bij verlies van de koffers altijd materiaal. Ook kunt u bij de vliegmaatschappij een verzoek indienen voor extra bagage. Uw stomaverpleegkundige kan hiervoor eventueel een brief opstellen.
  • Neem voor de zekerheid iets mee om het matras te beschermen.

Checklist bij ontslag

Als u vertrekt uit het ziekenhuis zijn enkele punten van belang. Met behulp van deze lijst kunt u voor uzelf nagaan of u voldoende bent voorbereid op de eerste dagen thuis. lees meer

Checklist bij ontslag


  • Medewerkers
  • Intranet