Het herstel na een nierdonatie

Hoe beter uw conditie is vóór de ingreep, des te beter en sneller zult u herstellen. Ook stoppen met roken vóór de donatie is om deze reden gunstig. Het is voornamelijk het ongemak van de genezende operatiewond, die stijfheid en napijn kan geven. Een enkele keer kan er sprake zijn van hevige oppervlakkige pijn ter hoogte van het litteken. We adviseren om de eerste 6 weken na de operatie niet zwaar te tillen of andere lichamelijk zware arbeid te verrichten, zodat de wond goed kan genezen.

De eerste maanden na de operatie heeft de nierdonor minder energie dan voorheen en is ook sneller moe. Soms kan men zich ook minder goed concentreren ten gevolge van de narcose. In de loop van de tijd nemen deze klachten af.

De meeste nierdonoren zijn na ongeveer 6 weken weer gestart met het opbouwen van hun werkzaamheden; uiteraard is dat afhankelijk van de functie. Meestal voelt de nierdonor zich na 3 tot 6 maanden weer helemaal ''de oude''.

Lange termijn

De kans op complicaties op lange termijn is gering. Onderzoeken, waarbij nierdonoren gedurende een zeer lange periode werden gevolgd (tot 30 jaar na nierdonatie), hebben aangetoond dat er bij gezonde nierdonoren geen verhoogd risico is op het krijgen van hoge bloeddruk of verlies van nierfunctie.

Waar moet u rekening mee houden?
  • De overgebleven nier neemt het werk van de weggehaalde nier voor een groot deel over. Uw totale nierfunctie herstelt zich vaak weer naar gemiddeld zo’n 55 tot 75 procent, dat is ruim voldoende. Na de nierdonatie is daarom het kreatininegehalte in het bloed gestegen ten opzichte van de waarde vóór de nierdonatie. Dit is dan de nieuwe uitgangswaarde die bij u past.
  • Gebruik van bepaalde pijnmedicatie (ibuprofen, naproxen en diclofenac) kan van invloed zijn op uw nierfunctie en op de waarde van het kreatininegehalte in uw bloed. Deze waarde normaliseert weer bij het staken van de medicatie. Incidenteel gebruik van deze pijnmedicatie is geen probleem. Paracetamol heeft geen invloed op het kreatininegehalte.
  • Als u in de toekomst medische onderzoeken, zoals bijvoorbeeld röntgenonderzoeken waarbij contrast wordt toegediend via de bloedvaten, moet ondergaan is het altijd verstandig om aan te geven dat u nierdonor bent geweest.

Bij enige twijfel of vragen kunt u gerust contact opnemen met de coördinator nierdonatie.


Zorg op de afdeling urologie

Bij terugkomst op de afdeling heeft de nierdonor een blaaskatheter voor de opvang van urine, deze wordt vaak vóór de operatie ingebracht als de nierdonor al onder narcose is. Deze katheter wordt doorgaans na 1 of 2 dagen verwijderd. lees meer

Zorg op de afdeling urologie

Terug op de afdeling

Bij terugkomst op de afdeling heeft de nierdonor een blaaskatheter voor de opvang van urine, deze wordt vaak vóór de operatie ingebracht als de nierdonor al onder narcose is. Deze katheter wordt doorgaans na 1 of 2 dagen verwijderd.

Ook heeft de nierdonor een infuus, een plastic buisje in een bloedvat, om vocht toe te kunnen dienen. Meestal wordt de pijnmedicatie ook via dit infuus toegediend (= morfinepompje). Als de nierdonor niet misselijk is en goed kan drinken wordt het infuus verwijderd. Meestal gebeurt dat na 1 of 2 dagen.

Een enkele keer wordt er een wonddrain achtergelaten, die zorgt voor het aflopen van het wondvocht. Afhankelijk van de hoeveelheid wondvocht wordt deze verwijderd.

De wond is direct na de operatie afgedekt met verband. Dit verband mag de 1e dag na de operatie verwijderd worden. Er hoeft geen nieuw verband meer op als de wond niet lekt. De nierdonor mag met de wond onder de douche. De hechtingen hoeven niet verwijderd te worden, deze zijn oplosbaar.

Klachten na de ingreep

Het verwijderen van een nier is een grote ingreep. De eerste dag(en) na de operatie heeft de nierdonor veelal last van de narcose. Dit kan zich uiten in misselijkheid en braken. Ook kan de nierdonor wondpijn en eventueel pijnlijke schouders en middenrif ervaren. Dit als gevolg van de gassen in de buik. Met behulp van medicijnen wordt geprobeerd deze klachten te verminderen.

Daarnaast is het van belang dat de nierdonor goed doorzucht direct na de operatie om de onderste longvelden goed te ventileren en de kans op longgerelateerde complicaties te verminderen.

De nierdonor, in tegenstelling tot de ontvanger, verkeert vóór de operatie in een goede lichamelijke gezondheid. Hierdoor zal de nierdonor de gevolgen van de ingreep waarschijnlijk als extra hinderlijk ervaren, maar herstelt meestal wel sneller.

Zodra de nierdonor er toe in staat is, kan hij/zij met bed of rolstoel naar de ontvanger worden gebracht. Dit gebeurt in overleg met de afdelingsverpleegkundige. Op de operatiedag zelf mag dit nog niet.

Begeleiding

De opnameperiode is een spannende tijd voor alle direct betrokkenen:

  • Is de operatie naar tevredenheid verlopen?
  • Hoe gaat het met de ontvanger?
  • Gaat alles voorspoedig of zijn er onverwachte tegenslagen?

De uroloog, de verpleegkundigen van de afdeling, de coördinator en/of de nefroloog en de medisch maatschappelijk werker komen na de operatie bij de nierdonor langs voor begeleiding. Bij hen kunt u ook terecht met vragen.

Ontslag

Na ongeveer 5 dagen opname in het ziekenhuis gaat de nierdonor met ontslag. Bij ontslag geven wij u een tevredenheidsenquête mee, deze kunt u retourneren in de bijgevoegde antwoordenveloppe.


Het herstel na een nierdonatie

We adviseren om de eerste 6 weken na de operatie niet zwaar te tillen of andere lichamelijk zware arbeid te verrichten, zodat de wond goed kan genezen. lees meer

Leefregels

Na ontslag uit het ziekenhuis volgt een periode waarin u het nog rustig aan moet doen. Ook al verloopt de genezing voorspoedig, dan nog kunt u niet meteen alles weer doen. lees meer

Leefregels



Nazorg

De verpleegkundig coördinator neemt in de week na ontslag telefonisch contact op met de nierdonor en bespreekt dan hoe het gaat en beantwoordt eventuele vragen. lees meer

Nazorg

De verpleegkundig coördinator neemt in de week na ontslag telefonisch contact op met de nierdonor en bespreekt dan hoe het gaat en beantwoordt eventuele vragen. Na zo’n 6 à 8 weken krijgt de nierdonor een afspraak op de polikliniek Urologie. Daar bekijken we het herstel van de wond. Ook wordt er een (combinatie)afspraak gemaakt op de polikliniek Nierziekten. Tijdens dit bezoek worden uw nierfunctie (in bloed/urine) en bloeddruk gecontroleerd en bespreken we de procedure.
Op dezelfde dag kan ook een afspraak bij ons medisch maatschappelijk werk worden gepland. We adviseren om daarna jaarlijks uw bloeddruk, nierfunctie en urine op aanwezigheid van eiwit en bloed te laten controleren op de polikliniek Nierziekten van het Radboudumc of bij uw huisarts.

Houd er rekening mee dat de kosten voor de jaarcontrole ingediend moeten worden bij uw eigen zorgverzekeraar. U hoeft hiervoor geen eigen risico te betalen. Mocht u voor jaarcontrole in het Radboudumc kiezen, dan moet u er rekening mee houden dat de reiskosten voor uw eigen rekening komen.

  • Medewerkers
  • Intranet