Wat neem ik mee?

  • Alle medicijnen die je thuis gebruikt (en overzicht van je medicijnen).
  • Identiteitsbewijs.
  • Tandenborstel (met je naam erop) en tandpasta.
  • Kam en/of haarborstel.
  • Haargel of wax.
  • Pyjama's.
  • Gewone kleren voor overdag.
  • Ondergoed.
  • Knuffel, lievelingsspeelgoed of lievelingsspel en/of leesboek.
  • Foto’s, bijvoorbeeld van je familie, van je lievelingsdier of vriend(in) of iets anders van thuis.
  • Je mag ook je laptop, tablet of mobiele telefoon meenemen. Het ziekenhuis heeft WiFi.
  • Op de afdeling zijn ook een Playstation 4 en Wii spelcomputer. Er zijn veel spelletjes. Heb je thuis een spel dat je heel graag speelt? Neem dat dan ook mee naar het ziekenhuis.

Slapen in het ziekenhuis

Je blijft slapen in het ziekenhuis als je geopereerd, behandeld of onderzocht wordt. Dat kan even duren en daarom blijf je slapen. Tijdens de opname heb je een eigen kamer. Eén van je ouders/verzorgers mag blijven slapen.

lees meer

Slapen in het ziekenhuis


  • Je blijft slapen in het ziekenhuis als je geopereerd of behandeld wordt en daarna beter moet worden. Dat kan even duren. Soms een paar dagen. Maar dat kan ook langer duren. Ook kan het zijn dat de arts nog niet precies weet wat er met je aan de hand is. Je krijgt dan een paar onderzoeken. Die onderzoeken zijn meestal niet allemaal op één dag. Dan is het nodig dat je wat langer in het ziekenhuis blijft.


Filmpjes over hoe het gaat in het ziekenhuis

Ga samen met Oscar en Fleur op pad. Zij geven je een rondleiding over de verpleegafdeling, vertellen wie er voor je gaan zorgen en je komt meer te weten over hoe dingen gaan in het ziekenhuis.

lees meer

De eerste dag in het ziekenhuis

De dag dat je in het ziekenhuis komt, heet de opnamedag. 

lees meer

De eerste dag in het ziekenhuis

De dag dat je in het ziekenhuis komt, heet de opnamedag.

Waar moet ik zijn?

Als je in het ziekenhuis komt, ga je met je vader of moeder naar de afdeling waar je blijft slapen. De verpleegkundige brengt je dan naar de kamer waar jij blijft slapen. 

Opnamegesprek

Je gaat, samen met je vader of moeder, eerst praten met de verpleegkundige. In dit gesprek kunnen jij en je ouders dingen over jou vertellen die belangrijk zijn voor het ziekenhuis om te weten. Bijvoorbeeld wat je wel of niet mag eten. En of je sommige dingen gewend bent om te doen als je gaat slapen.

Naambandje

Je krijgt ook een naambandje om je pols. Dat is misschien even wennen. Maar dit bandje is heel belangrijk. Alle mensen in het ziekenhuis kunnen dan zien wie je bent. Bijvoorbeeld als je een onderzoek krijgt, of als je naar de operatiekamer gaat.

Rondleiding

Daarna krijg je een rondleiding over de afdeling. Dat is handig, want dan weet je waar je alles kunt vinden.

Onderzoek

De dokter die jou gaat behandelen of opereren komt ook bij je langs op je kamer. Hij of zij vertelt wat er allemaal gaat gebeuren in de dagen dat je in het ziekenhuis bent. Word je geopereerd? Dan praat je ook met de dokter die je gaat opereren en een verpleegkundige die veel van operaties weet. Ook gaat de dokter je even onderzoeken. Je ouders mogen hier gewoon bij zijn. Dat is misschien wel fijn. 


Bezoek en post

Je ouders, broertjes en zusjes mogen de hele dag bij je zijn. Wil iemand jou een kaartje sturen? Hier vind je het adres.

lees meer

Bezoek en post

Als je één of meerdere dagen moet blijven slapen in het Amalia kinderziekenhuis, dan mogen je ouders de hele dag bij je zijn. Ook je broertjes en zusjes zijn de hele dag welkom.

Bezoek tussen 15.00 en 20.00

Andere familieleden, zoals je opa of oma, en vrienden kunnen bij je op bezoek komen tussen 15.00 uur 's middags en 20.00 uur 's avonds. Er mogen niet meer dan 2 mensen tegelijk bij je op bezoek zijn, anders is het misschien te druk voor je.

Eén van je ouders mag ook blijven slapen bij jou op de kamer. 

Post

Wil iemand jou een kaartje sturen terwijl je in het ziekenhuis bent? Dan kan via dit adres:

Radboudumc
<naam>
Amalia kinderziekenhuis, Route 801
Postbus 9101
6500 HB Nijmegen                


Weer naar huis

Meestal hoor je een dag van te voren dat je weer naar huis mag. 

meer weten

Weer naar huis

Meestal hoor je een dag van te voren dat je weer naar huis mag. Vaak mag je ’s morgens al naar huis. De verpleegkundige vertelt jou en je ouders dan waar jullie aan moeten denken als je weer thuis bent. Misschien moet je thuis nog goed uitrusten. Of mag je sommige dingen niet eten of drinken.

Het is vast fijn om weer naar huis te gaan. Toch moet je thuis misschien ook weer even wennen. En denk je e nog vaak terug aan alles wat je heb meegemaakt in het ziekenhuis. Het is goed als je hierover praat met je ouders. Of met andere mensen die belangrijk voor jou zijn. 

  • Medewerkers
  • Intranet