Nieuws Bij hartinfarct is direct dotteren van andere bloedvaten niet altijd nodig

29 oktober 2025

Een dichte kransslagader, die een acuut hartinfarct veroorzaakt, moet direct worden gedotterd. Maar blijken andere kransslagaders ook vernauwd, dan is het veilig om die pas op een later moment te dotteren. Dat halveert het aantal dotterbehandelingen, schrijven cardiologen van het Radboudumc in de New England Journal of Medicine.

Per jaar komen 33.600 mensen in het ziekenhuis met een hartinfarct. Dan moeten artsen het geblokkeerde bloedvat direct openen met een dotterbehandeling, anders kan een deel van de hartspier afsterven. Maar vaak blijkt tijdens die procedure dat andere kransslagaders ook vernauwd zijn. Onderzoekers uit 41 ziekenhuizen onder leiding van het Radboudumc zochten uit of het noodzakelijk is om die bloedvaten ook direct te dotteren, of dat dit later kan, in rustiger vaarwater.

Uit hun studie met 1.146 deelnemers blijkt nu dat even afwachten veilig is. Aan de studie deden alleen mensen mee met een acuut hartinfarct. Dat betekent dat een kransslagader volledig dicht zit, bijvoorbeeld door een bloedpropje. De ene helft van de patiënten werd direct volledig gedotterd, bij de andere helft gebeurde dat tot maximaal zes weken later. De onderzoekers volgden de patiënten drie jaar. Robin Nijveldt, hoogleraar Cardiovasculaire Beeldvorming: 'We zagen tussen beide groepen geen verschil in overlijden, nieuwe hartinfarcten of opname in het ziekenhuis door hartfalen.'

Sneller is niet beter

Wat opviel: in rustiger vaarwater behandelden de cardiologen maar de helft van de vernauwde kransslagaders vergeleken met de acute fase. 'Dat komt door de manier waarop we meten of dotteren nodig is', zegt hoogleraar Cardiologie Niels van Royen. 'In de acute fase bepalen we met een katheter de druk in een bloedvat. In de latere fase kunnen we een MRI-scan maken, die de volledige doorbloeding van de hartspier in kaart brengt. Als dan blijkt dat het hart voldoende zuurstof krijgt, is dotteren in een enkel vernauwd vaatje niet nodig.'

Toch adviseren de cardiologen niet om te wachten met de uitgebreidere dotterbehandeling. 'Voor de patiënt is het fijner als alles in één procedure gebeurt', legt Van Royen uit. 'Maar er kunnen allerlei redenen zijn waarom dat niet lukt. Bijvoorbeeld als een patiënt veel pijn heeft en heel moe is. Of als de volgende persoon met een acuut hartinfarct alweer binnenkomt en prioriteit heeft. Het is waardevol dat we nu weten dat we dan veilig kunnen stoppen met dotteren. Geforceerd doorgaan hoeft niet, want sneller is niet beter.'

Geruststellen met MRI

Daarnaast is nu duidelijk dat de cardioloog de patiënt een paar weken later met een MRI-scan gerust kan stellen dat verder dotteren niet nodig is. 'Maar mensen moeten dan wel terugkomen voor de MRI-scan', merkt Van Royen op. 'Sommigen besluiten namelijk dat ze geen aanvullend onderzoek meer willen, terwijl verder dotteren wel verstandig kan zijn.'

De cardiologen verwachten dat de huidige richtlijn, die direct verder dotteren adviseert in de acute fase, binnenkort zal worden aangepast. 'Deze richtlijn is gebaseerd op twee grote studies, die op de korte termijn een voorzichtig voordeel lieten zien van direct behandelen, maar niet op de lange termijn', vertelt Nijveldt. 'Onze studie geeft hierover nu meer duidelijkheid: dat voordeel is er niet.'

Over de publicatie

Dit onderzoek is gepubliceerd in The New England Journal of Medicine (NEJM): Immediate or Deferred Non-Culprit Vessel PCI in Myocardial Infarction. Robin Nijveldt, Michael Maeng, Casper W.H. Beijnink, Jan J Piek, ..., Jan G.P. Tijssen, Troels Thim, Niels van Royen, – on behalf of the iMODERN Investigators. DOI: 10.1056/NEJMoa2512918.

Meer informatie


Annemarie Eek

wetenschapsvoorlichter

neem contact op

Meer nieuws

  • Medewerkers
  • Intranet