Diagnosefase
Diagnose-onderzoek
Colposcopie en lisexcisie
U bent door uw huisarts doorverwezen naar het ziekenhuis. Een gynaecoloog voert een colposcopie uit bij u. Een colposcopie is een onderzoek waarbij we uw baarmoedermond en schede onderzoeken. Dit onderzoek verrichten we als er afwijkende cellen worden gevonden bij een uitstrijkje. lees meerConisatie
Er is bij u een voorstadium van baarmoederhalskanker vastgesteld, of u heeft baarmoederhalskanker in een vroeg stadium. De mogelijke behandelingen zullen met u besproken worden. Een van de mogelijke behandeling is een conisatie.
Wat is een conisatie?
Bij een conisatie verwijdert uw gynaecoloog met een mesje een kegelvormig stukje van de baarmoedermond. De baarmoeder zelf blijft intact. Deze operatie vindt meestal plaats onder narcose, of soms met een ruggenprik. De ingreep gebeurt via de schede. U krijgt dus geen litteken op uw buik. Na de conisatie wordt soms een tampon in de schede aangebracht. Deze tampon bestaat meestal uit een lang gaaslint. De urinebuis kan hierdoor een beetje dichtgedrukt worden, waardoor het plassen moeilijk kan zijn. Soms wordt daarom ook een urinekatheter in de blaas ingebracht.
Na de ingreep
U mag meestal op de dag van de ingreep weer naar huis. Voordat u naar huis gaat wordt de tampon verwijderd. Wanneer een urinekatheter is geplaatst wordt deze ook verwijderd.
Houd na de operatie een week rust. Doe in die periode ook geen huishoudelijk werk. In verband met de genezing van de wond, raden we u aan geen geslachtsgemeenschap te hebben in de eerste 4 tot 6 weken na de ingreep. Ook kunt u voorlopig beter geen tampons gebruiken. We raden baden af, douchen mag wel.
De eerste 4 tot 5 weken heeft u kans op abnormale afscheiding. De eerste dagen is de afscheiding vermengd met bloed. De afscheiding verschilt per persoon. Het hangt ook af van de diepte van de gemaakte wond. Als u last heeft van hevige bloedingen, heviger dan een normale menstruatie, sterk geurende afscheiding of koorts, dan raden we u aan telefonisch contact op te nemen met de polikliniek.
Mogelijke bijwerkingen
Na een conisatie bestaat er een kleine kans op problemen tijdens de zwangerschap. De kans op een vroeggeboorte is meestal iets verhoogd. Dit is afhankelijk van hoeveel weefsel is weggenomen.
Verdere diagnose
Extra onderzoek
Stadium van de tumor
Als bij de colposcopie en het weefselonderzoek blijkt dat er sprake is van baarmoederhalskanker, is het belangrijk om verder onderzoek te doen. Het stadium van de kanker wordt met één of meerdere onderzoeken vastgesteld. lees meer
Onderzoek MRI-scan
MRI (Magnetische Resonantie Imaging) is een techniek om afbeeldingen van het lichaam te maken met een zeer sterke magneet en radiogolven. lees meerOnderzoek Inwendig onderzoek onder anesthesie
Tijdens dit onderzoek stellen we zowel de plaats als het stadium van het gezwel vast. Minimaal 3 specialisten voeren het onderzoek uit: een gynaecologische oncoloog, een radiotherapeut en een assistent gynaecoloog. lees meerBehandelfase
Behandeling van baarmoederhalskanker
Over de behandeling
Welke behandeling voor u het meest geschikt is, hangt af van de grootte en plaats van de tumor en of u een kinderwens heeft. De arts bepaalt in overleg met u welke behandeling(en) u krijgt en in welke volgorde. De behandeling kan gericht zijn op genezing of op het remmen van de ziekte.Behandeling Radicale vaginale trachelectomie
Een radicale vaginale trachelectomie is een operatie waarbij we de baarmoederhals en het steunweefsel daaromheen verwijderen. Daarnaast verwijderen we de lymfeklieren in het bekken via een kijkoperatie. lees meerBehandeling Wertheim-Meigsoperatie
De Wertheim-Meigs operatie is de standaard operatie bij baarmoederhalskanker, waarbij de baarmoeder inclusief baarmoedermond, steunweefsels en bovenste deel van de vagina verwijderd worden. lees meerBehandeling Bestraling na operatie voor baarmoederhalskanker
Met een aanvullende bestraling (radiotherapie) na de operatie proberen we alle mogelijk achtergebleven kankercellen te vernietigen en daarbij zo veel mogelijk gezonde cellen te besparen. lees meerBehandeling Bestraling (met chemotherapie) bij baarmoederhalskanker
Met bestraling (radiotherapie) proberen we zo veel mogelijk kankercellen te vernietigen en daarbij zo veel mogelijk gezonde cellen te besparen. Bij baarmoederhalskanker is bestraling de beste behandeling als de kanker in een gevorderd stadium is. lees meerControlefase
Controle
Hoe vaak komt u op controle?
U komt tijdens het eerste jaar 4 keer voor controle naar de polikliniek. In het tweede jaar komt u 3 keer op controle. Tijdens de controlebezoeken krijgt u een algemeen lichamelijk en inwendig onderzoek. lees meerHoe vaak komt u op controle?
U komt tijdens het eerste jaar 4 keer voor controle naar de polikliniek. In het tweede jaar komt u 3 keer op controle.
Tijdens de controlebezoeken krijgt u een algemeen lichamelijk en inwendig onderzoek. Er wordt alleen bloed geprikt of verder onderzoek verricht als daarvoor een aanleiding is.
Uitstrijkje na radicale trachelectomie
Heeft u een radicale trachelectomie gehad, dan maakt de arts bij elk controlebezoek een uitstrijkje. Dat is nodig omdat er nog een rest baarmoederhals is.
Controle na rediotherapie
Heeft u radiotherapie gehad, dan komt u afwisselend bij de gynaecoloog en bij de radiotherapeut. Uiteraard kunt u altijd tussendoor contact opnemen met de casemanager en/of behandelend arts