Patiëntenzorg Behandelingen Bestraling na operatie voor baarmoederhalskanker

Wanneer bestraling na operatie voor baarmoederhalskanker?

Met een aanvullende bestraling (radiotherapie) na de operatie proberen we alle mogelijk achtergebleven kankercellen te vernietigen en daarbij zo veel mogelijk gezonde cellen te besparen. lees meer

Wanneer bestraling na operatie voor baarmoederhalskanker?

Met een aanvullende bestraling (radiotherapie) na de operatie proberen we alle mogelijk achtergebleven kankercellen te vernietigen en daarbij zo veel mogelijk gezonde cellen te besparen. Een aanvullende bestraling wordt met u besproken als er bepaalde tumorkenmerken worden vastgesteld, soms pas in het weefselonderzoek na de operatie. Met bestraling kunnen we dan de genezingskans zo groot mogelijk maken. De behandeling bestaat uit meerdere bestralingen per week gedurende een aantal weken achter elkaar. Soms wordt deze behandeling ook gecombineerd met chemotherapie.


Contact

Afdeling Radiotherapie

Bereikbaar ma-vr 8.00-17.00
(024) 361 45 05

Buiten deze tijden alleen:
spoedeisende klachten WEL gerelateerd aan de bestraling
(024) 3611111
contactformulier

Voorbereiding

Vóór de behandeling bepalen we met een scan de juiste plaats van de bestraling. Het is belangrijk dat u een volle blaas heeft.

lees meer

Voorbereiding

Vóór de behandeling bepalen we met een CT-scan de juiste plaats van de bestraling. Hiervoor is een nieuwe CT-scan nodig, omdat u bij deze scan in dezelfde houding moet liggen als waarin u bestraald gaat worden. De CT-scan vindt plaats op de afdeling Radiotherapie. Hierbij worden tattoo-puntjes op uw huid gezet. Ze zijn nodig om u tijdens de bestraling steeds weer in de juiste positie te leggen.

CT-scan

Bij de CT worden 2 scans gemaakt. Soms maken we een scan met contrastvloeistof. De eerste scan is met een lege blaas en de tweede scan met een volle blaas.

Plannings-PET-CT-scan

Soms wordt in plaats van de CT-scan een plannings-PET-CT-scan op de afdeling Nucleaire geneeskunde. De plannings-PET-CT-scan is iets uitgebreider dan een standaard PET-CT-scan. U krijgt vaak bij de plannings-PET-CT-scan ook contrast toegediend. 

Drinkprotocol

De bestraling vindt plaats met een volle blaas, omdat we daarmee de bijwerkingen kunnen verminderen. Om de blaas iedere keer evenveel gevuld te hebben, is er een drinkprotocol opgesteld:

Instructies lege blaas

  • Voordat u gescand wordt, vragen we u de blaas leeg te maken.

Instructies met volle blaas

  • Na de eerste scan instrueert de laborant u voor de scan van de volle blaas:

- U krijgt 3 bekers water te drinken (0,5 L).
- Deze moeten meteen na de eerste scan gedronken worden en binnen 15 minuten gedronken worden. De resterende tijd is nodig om het opgedronken water in de blaas te krijgen.

  • Nadat de tweede scan gemaakt is, mag u pas weer uitplassen.

Vaginale marker

Bij beide CT-scans brengen we een vaginale marker in. Dit is een dun plastic buisje waarmee we op de scan de vaginatop en de lengte van de vagina beter kunnen bepalen. 


Tijdens de behandeling

De behandeling bestaat uit 23 tot 25 uitwendige bestralingen, die u eenmaal per dag, op werkdagen achter elkaar krijgt. Wanneer u ook chemotherapie krijgt, is dit wekelijks op één van de bestralingsdagen.

lees meer

Tijdens de behandeling

De behandeling bestaat uit 23 tot 25 uitwendige bestralingen, die u eenmaal per dag, op werkdagen achter elkaar krijgt. Wanneer u ook chemotherapie krijgt, is dit wekelijks op één van de bestralingsdagen. Vooraf aan elke bestraling maken we foto’s om te controleren of u goed op de bestralingstafel ligt. Elke behandeling duurt 10 tot 15 minuten. Het is belangrijk dat u zo stil mogelijk blijft liggen.

Vervolgbehandeling

Als u ook inwendige bestraling krijgt, start deze behandeling aansluitend op de uitwendige bestraling. De radiotherapeut bespreekt met u tijdens het consult of deze inwendige bestraling noodzakelijk is.

Bijwerkingen tijdens de behandeling

Tijdens de bestralingen kunnen bijwerkingen optreden. Deze zijn meestal tijdelijk. Wanneer u hier last van heeft, kunt u dit met uw arts bespreken. De meest voorkomende zijn:

  • Uitval van een deel van uw schaamhaar.
  • Vermoeidheid en misselijkheid.
  • Pijn en moeite met plassen
  • Diarree of krampen in de buik.
  • Het slijmvlies van de vagina kan irriteren, waardoor u meer vaginale afscheiding heeft.
  • Als de liezen mee worden bestraald, kan de huid in uw schaamstreek geïrriteerd raken

Als u last krijgt van bijwerkingen, bespreek deze dan met uw behandelend arts. Vaak is er iets aan de klachten te doen.


Na de behandeling

Als u nog niet in de overgang bent, raakt u door de behandeling in de overgang en wordt u onvruchtbaar. Na de behandeling blijft u onder controle in het ziekenhuis.

lees meer

Na de behandeling

De reactie van de kankercellen en het gezonde weefsel op de bestraling is bij iedere patiënt anders. Daarom blijft u na behandeling onder controle.

Gevolgen van de behandeling

  • Wisselende diarreeklachten.
  • Verlies van kleine beetjes (bloederige) ontlasting en/of urine. Buikkrampen.
  • Een toename van bindweefsel in het bestraalde gebied waardoor het weefsel vaster aanvoelt (fibrose).
  • Verandering van seksueel functioneren. Zo kan de behandeling zorgen voor een blijvende vernauwing en verkorting van de vagina met verklevingen en vaginale droogheid. Het gebruik van pelottes (kunststof staafjes) na het afronden van de behandeling kan hierbij van nut zijn. De verpleegkundigen zullen dit met u bespreken.
  • Als u nog niet in de overgang bent, zult u door de behandeling vervroegd in de overgang komen. Als u jonger bent dan +/- 50 jaar, dan krijgt u hormoonvervangende therapie voorgeschreven. Dit is in de vorm van pleisters of pillen. 
  • Door de behandeling wordt u onvruchtbaar. Bespreek uw gedachten en wensen hierover met uw arts.
  • Pijnklachten in het bekken.

Huidverzorging tijdens de bestralings­periode

Door de bestraling kan uw huid geïrriteerd raken. Om irritatie van uw huid zoveel mogelijk te beperken is het belangrijk dat u een aantal adviezen opvolgt. lees meer

Huidverzorging tijdens de bestralings­periode

Door de bestraling kan uw huid geïrriteerd raken. Of u wel of geen huidreactie krijgt is van veel verschillende factoren afhankelijk. Huidreactie is een vaak voorkomende bijwerking op de behandeling. Huidreacties kunt u niet voorkomen met voorzorgsmaatregelen.
Hieronder vindt u de belangrijkste adviezen. Indien u vragen heeft kunt u altijd terecht bij uw verpleegkundig consulent op de radiotherapie.

  • Draag makkelijk zittende kleding. Voorkom schurende randen/naden.
  • Het gebruik van milde zeep is toegestaan.
  • U mag normaal douchen en baden.
  • Zwemmen (buiten, chloor) en sauna mag indien de huid geen reactie vertoont.
  • Eigen huidverzorgingsproducten mag u blijven gebruiken, tenzij u irritatie bemerkt.
  • Deodorant (liefst zonder alcohol) is toegestaan.
  • Scheer bij voorkeur elektrisch in het gezicht. Indien nooit wondjes, dan mag het ook met het mes.
  • Lichaamsbeharing in bestraald gebied bij voorkeur niet ontharen.
  • Bij het ontharen niet harsen en geen ontharingscrème gebruiken.
  • Gebruik alleen aftershave voor een gevoelige huid in bestraald gebied.
  • Zorg dat uw huid zo min mogelijk in de zon komt in verband met het risico op hypo- of hyperpigmentatie (huidverkleuringen). Zorg dat u niet verbrandt.
  • Voor advies over zonnebrandcremes zie de adviezen op KWF.nl.
  • Plak geen pleisters in het gebied dat bestraald wordt.
  • Gebruk bij voorkeur geen sterk geparfumeerde producten/haarverf.

Indien een reactie ontstaat van de bestraalde huid, hoeft dit niet altijd pijnlijk te zijn. De huid droog houden is in dat geval een goede optie.

In geval van pijn, jeuk of andere klachten kunt u in overleg met uw verpleegkundig consulent of arts een recept krijgen voor verzachtende crème. Ook kunnen zij u mogelijk andere praktische adviezen geven.

De acute huidreactie ontstaan door bestraling, kan na de behandeling nog toenemen. Zeg het de verpleegkundige als uw huid open gaat na de bestraling.

Gemiddeld duurt het 2-4 weken voordat de huidreactie weer genezen is.


Afdeling Radiotherapie

De afdeling Radiotherapie behandelt kanker door middel van bestraling (radiotherapie). Radiotherapie vernietigt kankercellen of remt deze in hun groei.

lees meer

Baarmoeder­halskanker (cervixcarcinoom)

Bij baarmoederhalskanker is er sprake van een kwaadaardig gezwel (een tumor) aan de baarmoederhals. Ieder jaar krijgen ongeveer 800 mensen in Nederland baarmoederhalskanker.

lees meer

Onze locaties


Radboudumc adres en route

Ingang: Ingang Radiotherapie
Gebouw: G
Verdieping: 0
Route: 875

bekijk route

Radboudumc adres en route

Bezoekadres

Ingang Radiotherapie
Geert Grooteplein 32
6525GA Nijmegen

Routebeschrijving

Reis naar Geert Grooteplein 32
Ga naar binnen bij: Ingang Radiotherapie
Ga naar Gebouw G, Verdieping 0 en volg route 875

CWZ Nijmegen adres en route

Ingang: Canisius Wilhelmina Ziekenhuis (CWZ)
Route: A53

bekijk route

CWZ Nijmegen adres en route

Bezoekadres

Canisius Wilhelmina Ziekenhuis
Weg door Jonkerbos 100
6532 SZ Nijmegen

U vindt de afdeling Radiotherapie onder het Spoedplein.

Routebeschrijving

Reis naar Weg door Jonkerbos 100
Ga naar binnen bij: Canisius Wilhelmina Ziekenhuis (CWZ)
Volg route A53
  • Medewerkers
  • Intranet