Patiƫntenzorg Behandelingen Ademhalingsondersteuning bij pasgeboren kinderen

Ademhaling van pasgeboren baby's

Als uw baby ernstig ziek of te vroeg geboren is, heeft hij of zij soms hulp nodig bij de ademhaling. Of dit nodig is, bepalen we aan de hand van een aantal aspecten. lees meer

Afdeling Neonatologie

Op de afdeling neonatologie behandelen we te vroeg geboren kinderen, kinderen die tijdens de bevalling in moeilijkheden zijn geraakt of aangeboren afwijkingen hebben.

lees meer

Over beademing

Als de ademhalingsproblemen toenemen en uw kind onvoldoende in staat is om de ademhaling zelf te regelen kunnen we de ademhaling volledig overnemen. Dit noemen we beademing. Uw behandelteam bespreekt met u welke beademingsvorm het beste is voor uw kind. lees meer

Over beademing

Als de ademhalingsproblemen toenemen en uw kind onvoldoende in staat is om de ademhaling zelf te regelen kunnen we de ademhaling volledig overnemen. Dit noemen we beademing. Uw behandelteam bespreekt met u welke beademingsvorm het beste is voor uw kind.

Beademing imiteert de normale ademhaling door actief lucht in te blazen als een inademing en de longen open te houden door druk achter te laten bij de uitademing. Wij kunnen instellen hoe vaak per minuut de beademingsmachine dit doet . Dit is afhankelijk van uw kind.
 
Doordat we uw kind beademen, kan er longschade optreden. We brengen namelijk vanuit de buitenkant een zieke of te vroeg geboren long continu in beweging met behulp van druk. Ook is het risico op een longontsteking hoger als uw kind aan de beademing ligt. Daarom proberen we vaak eerst andere vormen van ademhalingsondersteuning voordat we overgaan op beademing. Ook streven we er altijd naar zo kort mogelijk te beademen. Als uw kind aan de beademing ligt overwegen we dus continu of deze vorm van beademing nog nodig is. Het kan dan ook voorkomen dat we tijdens uw afwezigheid zijn gestopt met de beademing omdat dit beter is voor uw kind.


Intubatie

Voordat we kunnen starten met beademing is het nodig om een buisje (een tube) in de luchtpijp te plaatsen. lees meer

Intubatie

Voordat we kunnen starten met beademing is het nodig om een buisje (een tube) in de luchtpijp te plaatsen. Dit noemen we intubatie. Het buisje zorgt ervoor dat de lucht die we geven door het beademingsapparaat alleen naar de longen kan. Dit is nodig omdat bovenin de keel de luchtweg gelijk verloopt met de slokdarm. Omdat de neus en mond samenkomen in de keel kan dit buisje zowel via de neus als de mond ingebracht worden.
 
Door het buisje huilt uw kind zonder geluid. Dit komt doordat het buisje tussen de stembanden door gaat. Tijdens het huilen zorgt het sluiten van de stembanden voor het geluid wat we horen, maar omdat daar nu een buisje doorheen loopt kunnen de stembanden niet meer volledig sluiten. Uiteraard houden we uw kind continu goed in de gaten zodat we zien wanneer het huilt.

HFO-beademing

HFO-beademing is een speciale vorm van beademing die werkt met trillingen. lees meer

HFO-beademing

HFO-beademing is een speciale vorm van beademing die werkt met trillingen. In plaats van een slag als inademing en een achtergelaten druk als uitademing werkt deze beademingsvorm door het continu geven van trillingen. Door de trillingen ontstaan er verschillende stromingen waardoor de lucht in de longen langzaam ververst wordt. Bij deze vorm van beademing wordt er dus geen in- en uitademing gecreƫerd, maar blijven de longen continu in dezelfde mate open staan.
  • Medewerkers
  • Intranet