Na de operatieve behandeling

Na een vaatoperatie is een gezonde leefstijl belangrijk, waarin u moet letten op voeding, niet roken en beweging. Na ontslag uit het ziekenhuis kunt u uw dagelijkse activiteiten weer langzaam opbouwen. Het herstel na een vaatoperatie is afhankelijk van het type operatie en kan enkele weken tot maanden in beslag nemen. Dit is ook afhankelijk van uw leeftijd en algehele conditie.

U komt 6 weken na de opname terug voor een poliafspraak bij de hoofdbehandelend chirurg om te controleren hoe uw herstel verloopt. Ook krijgt u dan een vaatfunctieonderzoek (duplex) om te bekijken of de operatie goed geslaagd is. Afhankelijk van het type operatie volgen meer afspraken op de polikliniek.
Patiëntenzorg Behandelingen Behandeling etalagebenen

Behandelmogelijkheden

Etalagebenen kunnen we op 3 manieren behandelen.
  • Het is belangrijk om uw benen zoveel mogelijk te blijven gebruiken. Dit kan door middel van looptraining onder begeleiding van een gespecialiseerde fysiotherapeut.

    lees meer


    Niet-operatieve behandeling

    Het is belangrijk om uw benen zoveel mogelijk te blijven gebruiken. Dit kan door middel van looptraining onder begeleiding van een gespecialiseerde fysiotherapeut. Daarnaast behandelen we u met medicijnen en richten we ons op het verminderen van de risicofactoren.
     

  • Dotteren

    • Percutane Transluminale Angioplastiek (PTA): hierbij wordt met behulp van een ballon een vernauwd of afgesloten bloedvat opgerekt. Eventueel wordt een stent geplaatst.
    • Percutane Intentionele Extraluminale Revascularisatie (PIER): bij de PIER-procedure wordt een ‘omleiding’ aangelegd voor het bloed. Dit wordt gedaan bij patiënten met een volledig afgesloten vat.
    • Trombolyse: bij deze behandeling wordt een katheter in het bloedstolsel (trombusmassa) gelegd. Door deze katheter wordt een medicijn toegediend (urokinase) dat het bloedstolsel oplost. Deze behandeling wordt gedaan bij patiënten met een acute afsluiting van een beenvat of bypass op basis van een stolsel.

  • Operatieve behandeling

    Als de looptraining niet voldoende verbetering geeft en een dotterbehandeling niet mogelijk is, kijken we met u naar operatieve mogelijkheden. De meest voorkomende vaatoperaties zijn:
    • Trombectomie of embolectomie: het verwijderen van een stolsel uit een bloedvat.
    • Endarteriectomie: hierbij wordt het binnenste van de slagader schoongemaakt. Dit doen we door het zieke deel te verwijderen aan de binnenkant van de vaatwand. Om het bloedvat weer te sluiten kan de chirurg een stukje van uw eigen ader of een stukje kunststof gebruiken. Dit noemen we een patch.
    • Bypass: een bypass is een omleiding langs de vernauwing of verstopping heen. De vaatchirurg kan een omleiding maken van kunststof (vaatprothese) of van een ader uit uw eigen been. In uw been zitten voldoende aders die de functie van de verwijderde ader kunnen overnemen.

Contact

Afdeling Heelkunde
Op werkdagen van 08:00-17:00 uur

(024) 361 38 08

Naar uw afspraak adres en route

Ingang: Hoofdingang
Gebouw: C
Verdieping: 0
Route: 725

bekijk route

Naar uw afspraak adres en route

Bezoekadres

Radboudumc hoofdingang
Geert Grooteplein Zuid 10
6525 GA Nijmegen

Routebeschrijving

Reis naar Geert Grooteplein Zuid 10
Ga naar binnen bij: Hoofdingang
Ga naar Gebouw C, Verdieping 0 en volg route 725

Zorgverleners rondom de operatie

De zorg voor patiënten rondom een vaatoperatie wordt door een multidisciplinair team van zorgverleners uitgevoerd. Samen zorgen zij ervoor dat u de beste behandeling rondom uw operatie krijgt. lees meer

Zorgverleners rondom de operatie

De zorg voor patiënten rondom een vaatoperatie wordt door een multidisciplinair team van zorgverleners uitgevoerd. Samen zorgen zij ervoor dat u de beste behandeling rondom uw operatie krijgt. De rol die elke zorgverlener heeft, staat hieronder kort uitgelegd.

Vaatchirurg

De vaatchirurg is een specialist die zich vooral richt op aandoeningen van de bloedvaten. De vaatchirurg behandelt bijvoorbeeld patiënten met:
  • een verwijding van de slagader in de borstkas en de buikslagader (aneurysma van de aorta)
  • etalagebenen (claudicatio intermittens) of weefselversterf aan de benen (ischemie)
  • vernauwing van de halsslagaders
  • nierziekten waarvoor dialyse of een niertransplantatie nodig is

Hoofdbehandelaar

Dit is de (vaat)chirurg die u op de polikliniek ziet en uw eerste aanspreekpunt is voor uw behandeling. Bij afwezigheid van de hoofdbehandelaar nemen andere chirurgen deze taak waar.

Zaalarts

De zaalarts regelt voor u de lopende zaken tijdens uw verblijf op de verpleegafdeling Heelkunde. Hij of zij komt dagelijks bij u langs en is uw eerste aanspreekpunt voor vragen over uw behandeling. Omdat de zaalarts niet altijd over alle aspecten van uw behandeling voldoende kennis heeft, wordt hij of zij altijd geholpen door een supervisor. Een supervisor is een chirurg die, daar waar nodig, de zaalarts helpt bij de dagelijkse gang van zaken. Het gaat dan met name om zaken waarvan de zaalarts nog niet voldoende kennis heeft.

Interventieradioloog

Radiologen zijn artsen die met behulp van beeldvormende technieken (echografie, röntgen, CT of MRI) in het lichaam ‘kijken’ en zo kunnen vaststellen wat iemand mankeert. Interventieradiologen zijn radiologen met een bijzondere specialisatie: zij voeren behandelingen (interventies) binnen in het lichaam uit. Het gaat om minimaalinvasieve ingrepen. Dit betekent dat er bij de patiënt slechts een klein sneetje van zo’n 3 millimeter wordt gemaakt om toegang te krijgen tot een orgaan of vaatstelsel. De interventieradiologen gebruiken hun beeldvormende technieken om tijdens de behandeling in het lichaam te zien wat ze doen. Het voordeel van deze manier van behandelen is dat de patiënt alleen lokaal verdoofd hoeft te worden en dat er maar een heel klein wondje is. De ingreep is dus veel minder belastend voor een patiënt. Het verblijf in het ziekenhuis is minder lang en het herstel gaat sneller.

Verpleegkundig specialist Vaatchirurgie

Een verpleegkundig specialist is een academisch geschoolde specialistische verpleegkundige. Hij of zij is verantwoordelijk voor de zorgverlening aan een geselecteerde groep patiënten. De verpleegkundig specialist heeft zowel medische als verpleegkundige kennis en is in staat om besluiten te nemen op het gebied van diagnose en behandeling. De verpleegkundig specialist brengt uw klachten in kaart, verricht lichamelijk onderzoek, vraagt onderzoeken aan en bespreekt met u de uitslag. Dit alles vindt plaats volgens vaste richtlijnen die zijn opgesteld door het vaatchirurgisch team. De vaatchirurgen vormen samen met de verpleegkundig specialist uw behandelteam. In dit behandelteam wordt nauw samengewerkt waardoor behandeling en informatie zorgvuldig op elkaar worden afgestemd. Daarnaast inventariseert de verpleegkundig specialist samen met u de risicofactoren die van invloed zijn op uw vaatziekte. Hiervoor wordt een aparte afspraak ingepland.
 
De verpleegkundig specialist heeft een eigen poliklinisch spreekuur. Dit spreekuur vindt gelijktijdig plaats met het spreekuur van een van de vaatchirurgen. Als dit niet het geval is dan is een vaatchirurg direct (telefonisch) bereikbaar voor vragen of overleg. In de afsprakenbrief kunt u het juiste routenummer vinden. Wilt u een van de verpleegkundig specialisten telefonisch spreken kan dat via hetzelfde telefoonnummer. De polikliniekmedewerkers maken hiervoor een telefonische afspraak met u. Als het nodig is zorgen zij ervoor dat u zo spoedig mogelijk een van de verpleegkundig specialisten telefonisch te spreken krijgt.

Verpleegkundige verpleegafdeling Heelkunde

De verpleegkundige zorgt voor de uitvoering van uw behandelplan in goede samenwerking met uw chirurg en andere betrokken disciplines (multidisciplinair team). De verpleegkundige is er om u te helpen met de dagelijkse verzorging, bewegen, medicijnen, wondverzorging, bloeddrukcontrole, pols en ademhaling. Er is 24 uur per dag een verpleegkundige om u te ondersteunen bij het herstel in samenwerking met het multidisciplinaire team. Als de verpleegkundige uw vragen niet kan beantwoorden dan benadert hij of zij de juiste zorgverlener. Het team verpleegkundigen wordt ondersteund door meerdere verpleegassistenten, zij helpen u bijvoorbeeld bij de dagelijkse verzorging en het bewegen.

Fysiotherapie

De fysiotherapeut houdt zich bezig met het bewegingsapparaat van de mens. De fysiotherapeut besteed veel aandacht aan transfer- en looptraining. Volgens een vast revalidatieplan leert de fysiotherapeut u zo zelfstandig mogelijk functioneren na uw operatie. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van diverse hulpmiddelen zoals een looprekje en/of elleboogkrukken.

Voor de behandeling

  • De doktersassistent op de polikliniek ondersteunt de arts tijdens het spreekuur. De doktersassistent neemt met u de gang van zaken rondom de opname door.

    lees meer


    Gesprek doktersassistent polikliniek

    De doktersassistent op de polikliniek ondersteunt de arts tijdens het spreekuur. De doktersassistent neemt met u de gang van zaken rondom de opname door. Voor vragen kunt u terecht bij de doktersassistent van de polikliniek. Het team is aanwezig van maandag t/m vrijdag van 8.15 - 12.00 uur en te bereiken via het centrale nummer van de polikliniek.

  • Polikliniek Anesthesiologie

    Als u geopereerd gaat worden brengt u een bezoek aan de Polikliniek Anesthesiologie. Op de preoperatieve Polikliniek Anesthesiologie maakt u kennis met een gespecialiseerde medewerker. Meestal is dit een anesthesioloog. Deze medewerker is gespecialiseerd in:
    • verschillende vormen van anesthesie
    • pijnbestrijding
    • intensieve zorg rond de operatie

  • Uw opname

    Uiterlijk een week voor de opname krijgt u bericht van het opnamebureau Heelkunde. U krijgt te horen op welke datum en tijd u verwacht wordt op de verpleegafdeling Heelkunde of de Short Stay Unit (SSU). Afhankelijk van de aard van de ingreep en uw lichamelijke conditie, bepaalt de arts op welke afdeling u wordt opgenomen. Een medewerker van het opnamebureau vertelt u ook of en wanneer u moet stoppen of starten met bepaalde medicijnen, bijvoorbeeld met bloedverdunners.
     
    U meldt zich op het afgesproken tijdstip op de verpleegafdeling Heelkunde C5H op route 751 bij de centrale balie. De secretaresse controleert uw gegevens. De voedingsassistente vraagt u of u een dieet volgt of bepaalde voedingsgewoontes heeft. Ook geeft hij of zij uitleg over de tijden waarop de maaltijden worden geserveerd en welke keuzes u heeft in het menu. U krijgt een rondleiding over de afdeling door de zorghulp. De verpleegkundige neemt nogmaals het verpleegkundig anamneseformulier met u door, er kan iets veranderd zijn sinds uw laatste polikliniekbezoek. Verder informeert hij of zij u over wat u kunt verwachten op de opnamedag, zoals bloedprikken, ECG maken, gesprek en lichamelijk onderzoek door afdelingsarts, gebruik van telefoon, televisie en internet. De verpleegkundige kan u vertellen hoe laat uw operatie de volgende dag is gepland.

Opname op de verpleegafdeling

U meldt zich op het afgesproken tijdstip bij de centrale balie van de verpleegafdeling Heelkunde, route 751. De secretaresse controleert uw gegevens. lees meer

Opname op de verpleegafdeling

U meldt zich op het afgesproken tijdstip bij de centrale balie van de verpleegafdeling Heelkunde, route 751. De secretaresse controleert uw gegevens. De voedingsassistente vraagt u of u een dieet volgt of bepaalde voedingsgewoonten heeft. Ook geeft zij uitleg over de tijden waarop de maaltijden worden geserveerd en welke keuzes u heeft in het menu. U krijgt een rondleiding over de afdeling door de zorghulp. De verpleegkundige neemt het verpleegkundig anamneseformulier met u door, er kan iets veranderd zijn sinds uw laatste polikliniekbezoek. Verder informeert hij of zij u over wat u kunt verwachten op de opnamedag, zoals bloedprikken, ECG maken, gesprek en lichamelijke onderzoek door afdelingsarts, gebruik van telefoon, televisie en internet. De verpleegkundige kan u vertellen hoe laat uw operatie de volgende dag is gepland.



Mogelijke complicaties

Een operatie brengt altijd mogelijke complicaties met zich mee. Er zijn verschillende complicaties die mogelijk zijn voor vrijwel elke vaatoperatie. lees meer

Mogelijke complicaties

Een operatie brengt altijd mogelijke complicaties met zich mee. Er zijn verschillende complicaties die mogelijk zijn voor vrijwel elke vaatoperatie. De specifieke complicaties van de verschillende behandelingen bespreken we op de poli met u.
  • ontsteking van de wond
  • lekkage van de geopereerde slagader met nabloedingen
  • verstopping van de bypass
  • longontsteking
  • trombosebeen
  • longembolie, dit houdt in dat een stolsel in de bloedvaten van de longen zit
  • hartproblemen
Na de operatie wordt u goed in de gaten gehouden worden, om de kans op complicaties te verminderen.

Leefregels en controle

  • De meeste mensen voelen zich al na een paar dagen weer fit. U heeft 6 weken na de opname een afspraak.

    lees meer


    Na de dotterbehandeling

    Ook na een dotterbehandeling is een gezonde leefstijl belangrijk. Na ontslag uit het ziekenhuis knapt u snel op. De meeste mensen voelen zich al na een paar dagen weer fit. Na een endovasculaire behandeling kunt u alles doen wat u gewend was te doen. Het kan zijn dat u bloeduitstortingen heeft in uw lies, deze verdwijnen vanzelf. Wees de eerste 2 weken na de operatie voorzichtig met tillen om niet teveel druk te geven op het wondje in de lies. Als er een zwelling in de lies ontstaat en eventuele verhoging van uw lichaamstemperatuur, bel dan naar de polikliniek Heelkunde.

    U heeft 6 weken na de opname een afspraak bij het vaatfunctieonderzoek (duplex) en bij de vaatchirurg of verpleegkundig specialist. Tijdens het polikliniekbezoek wordt het resultaat van de behandeling besproken en worden vervolgafspraken gemaakt.

Meest gestelde vragen

Lees hier het antwoord op de vragen die we het meest gesteld krijgen. lees meer

Meest gestelde vragen

Wanneer is de verdoving uitgewerkt?

De verdoving is na een paar uur uitgewerkt, het gevoel in het geopereerde lichaamsdeel komt dan geleidelijk aan weer terug. Als u pijn heeft, kunt u daarvoor de eerste periode 4x per dag 1000 mg paracetamol gebruiken. Als er meerdere pijnstillers voorgeschreven zijn, heeft u van de verpleegkundige een inname- en afbouwadvies gekregen bij ontslag.

Wanneer mag ik weer lopen?

Na een vaatoperatie kunt u direct starten met mobiliseren (lopen). U gaat merken dat u de eerste dagen nog wat eerder vermoeid bent, dan voor de operatie. Voor de circulatie is het goed om regelmatig spierpomp bewegingen te maken door uw voet goed op en neer te bewegen, zodat u de kuitspier voelt aanspannen.

Wanneer mag het verband eraf?

De pleisters moet u dagelijks verwisselen en hoeft u niet meer opnieuw te plakken als de wond droog is. Het is normaal dat de wond nog een paar dagen na de operatie bloed of vocht lekt. Blauwe, harde plekken en verkleuringen (bloeduitstortingen) in het geopereerde gebied zijn heel normaal en verdwijnen na verloop van weken.

Wanneer mogen de hechtingen verwijderd worden?

De meeste wonden worden na een vaatoperatie onderhuids gehecht door middel van oplosbare hechtingen. Als er niet-oplosbare hechtingen gebruikt worden mogen die na 10 tot 14 dagen verwijderd worden. Hiervoor kunt u zelf een afspraak maken bij de assistente van uw eigen huisarts.

Wanneer mag ik mij weer gaan douchen?

U mag vanaf de 1e dag na de operatie weer douchen. Belangrijk hierbij is dat de wonden niet mogen weken en niet ingezeept mogen worden. Ook het gebruik van bodylotion op de wonden wordt afgeraden in verband met infectiegevaar. Na 1 week mag u weer in bad, op voorwaarde dat de wonden goed genezen.

Wanneer kan ik weer aan het werk en sporten?

Na de operatie kunt u gewoon weer lopen en traplopen, maar wel met mate. Wel moet u regelmatig rust nemen en uw been hoog leggen. Doe een kussen onder het voeteneinde van de matras zodat uw benen wat hoger komen te liggen tijdens het slapen. Vermijd zware inspanning en neem de tijd voor uzelf. Wanneer u weer kunt gaan werken is afhankelijk van het soort werk wat u doet en hoe het herstel na de operatie verloopt.

Wanneer mag ik weer in de sauna of onder de zonnebank?

Ons advies is om de eerste 6 weken na de behandeling niet in de sauna te gaan. Wij adviseren de eerste 6 weken na de behandeling de zonnebank niet te gebruiken in verband met ultravioletlicht/straling.

De wond ziet rood en gezwollen, wat nu?

Als er een aantal dagen na de operatie roodheid en zwelling van de wond begint te ontstaan is het belangrijk hierover contact op te nemen met een specialist. De eerste3 dagen na uw operatie kunt u contact opnemen met de verpleegafdeling Heelkunde: telefoonnummer (024) 361 34 38. Als u langer geleden met ontslag bent gegaan neemt u contact op met uw eigen huisarts of buiten kantooruren de Huisartsenpost.

Ik heb koorts, wat nu?

Als er een aantal dagen na de operatie koorts ontstaat boven de 38.5 is het belangrijk hierover contact op te nemen met een specialist. De eerste 3 dagen na uw operatie kunt u contact opnemen met de verpleegafdeling Heelkunde: telefoonnummer (024) 361 34 38. Als u langer geleden met ontslag bent gegaan neemt u contact op met uw eigen huisarts of buiten kantooruren de Huisartsenpost.

Etalagebenen claudicatio intermittens

Claudicatio intermittens is een inspanningsgebonden pijn, meestal in de kuiten, die vrij snel verdwijnt als men weer rust. In Nederland wordt deze aandoening “etalagebenen” genoemd. lees meer
  • Medewerkers
  • Intranet