Tijdens de behandeling Wat kunt u verwachten?

In het ziekenhuis

Op het afgesproken tijdstip meldt u zich bij de balie van Ingang A van het UCCZ Dekkerswald. De medewerker van het meldpunt geeft aan waar u kunt wachten. De doktersassistente van de Pijnkliniek  haalt u op zodra er een bed vrij is en neemt een aantal vragen met u door. Daarna kunt u zich omkleden. U moet zich kunnen identificeren. Zorg er daarom voor dat u uw identificatiebewijs mee heeft.

Om de behandelende plaats makkelijker te bereiken, krijgt u een operatiejasje aan en komt u in een bed te liggen. De zijde die behandeld wordt, tekenen we met een kruisje af. Vervolgens brengen we u met het bed naar de behandelkamer. Daar stapt u over op een behandeltafel. We vragen hierbij voor uw veiligheid een aantal keer uw naam en geboorte datum. Ook wordt aan u gevraagd aan welke kant de behandeling is afgesproken.

De behandeling

Afhankelijk van waar de klachten aanwezig zijn, wordt de behandeling uitgevoerd bij de lendenwervels, laag in uw rug. Bij de behandeling bij uw lendenwervels ligt u op uw buik.

Allereerst bepalen we de plaats van de behandeling door middel van röntgendoorlichting. Dit tekenen we af op uw huid. Na ontsmetting met een desinfecterende vloeistof dekken we uw rug met steriele doeken af. Daarna geven we u een plaatselijke verdoving. Dit kan kort een branderig gevoel geven. Vervolgens plaatsen we een dunne naald in de buurt van de zenuw. Er wordt hierbij een aantal malen en in verschillende richtingen met de röntgenbuis bepaald of de naald op juiste plaats zit. Op dat moment kunt u tintelingen of kortdurende uitstralende pijn in het gebied van de naald ervaren. Vervolgens wordt via de naald een plaatselijke verdoving en/of een ontstekingsremmende vloeistof (corticosteroïd) ingespoten, óf een elektrische stroom (PRF=gepulseerde radiofrequente behandeling). Hiermee wordt de behandeling aan uw zenuw verricht. Dit leidt voor een langdurige vermindering van de prikkelgeleiding door deze zenuw, waardoor u minder pijn ervaart.
Patiëntenzorg Behandelingen Blokkade van een lumbale zenuwwortel (laag in de rug)

Over een verdoving van een lumbale zenuw

De lumbale zenuw (-wortel) bevindt zich buiten het ruggenmerg en loopt naar uw benen en voeten. Door een verdikking in deze zenuw worden (pijn)prikkels doorgegeven. Een verdoving van dit gedeelte van de zenuw kan dus tot (kortdurende) pijnvermindering leiden. lees meer

Over een verdoving van een lumbale zenuw

De lumbale zenuw (-wortel) bevindt zich buiten het ruggenmerg en loopt naar uw benen en voeten. Deze zenuw is ervoor verantwoordelijk dat u uw been/ voet kunt bewegen en gevoel en pijn kunt waarnemen. In deze zenuw bevindt zich een kleine verdikking, dit is het ganglion dorsale. Hier doorheen worden de (pijn-)prikkels van een gedeelte van het lichaam doorgegeven. Een verdoving van dit gedeelte van de zenuw kan dus tot (kortdurende) pijnvermindering leiden. Deze zenuwen (-wortels) bevinden zich zowel links als rechts vlak naast uw wervelkolom.

Meestal worden deze verdovingen uitgevoerd als de klachten niet verminderen door andere behandelingen. Pijnklachten die met een blokkade behandeld kunnen worden zijn:
  • Uitstralende pijn in het been of de romp. Bijvoorbeeld bij een hernia in de rug waarbij er druk op een zenuw wordt uitgeoefend met bijkomende eenzijdige pijn in uw rug/bil/been.
  • (Langdurige) rugpijn.
  • Pijn aan het staartbotje.

Rughernia

De wervelkolom bestaat uit meerdere wervels. Tussen de wervels zit een tussenwervelschijf. Deze bestaat uit een stevig omhulsel met daarin een elastische kern die van vorm kan veranderen en die voor grote veerkracht zorgt. lees meer

Veranderingen in medicatie

Als tussen uw bezoek aan de polikliniek en de behandeling veranderingen zijn in uw medicijn gebruik, voornamelijk als u met bloedverdunnende medicijn start, geef dit dan zo snel mogelijk aan ons door. In overleg met de arts bekijken we dan hoelang u met de medicatie moet stoppen.

Voor de behandeling

Er is geen speciale voorbereiding nodig. Als u bloedverdunners gebruikt, moet u hier in overleg met de anesthesioloog-pijnspecialist, eventueel mee stoppen. lees meer

Voor de behandeling

Er is geen speciale voorbereiding nodig. U mag op de dag van het onderzoek gewoon eten en drinken. Als u medicijnen gebruikt, kunt u deze gewoon innemen. Als u bloedverdunners gebruikt, moet u hier in overleg met de anesthesioloog-pijnspecialist, eventueel mee stoppen. Dit is tijdens het polikliniekbezoek met u afgesproken. Als u overgevoelig bent voor jodium of contrastvloeistof en/of voor een bepaald medicijn, geef dit dan aan bij de arts die de behandeling uitvoert.
 

Tijdens de behandeling Wat kunt u verwachten?

De plaats van de behandeling wordt door middel van röntgendoorlichting bepaald. U krijgt een plaatselijke verdoving. Vervolgens plaatsen we een dunne naald in de buurt van de zenuw. Waarna een plaatselijke verdoving en/of een ontstekingsremmende vloeistof wordt ingespoten. lees meer

Lokale anesthesie Plaatselijke verdoving

Bij lokale anesthesie wordt een klein stukje huid plaatselijk verdoofd, bijvoorbeeld om een wond te hechten. lees meer

Lokale anesthesie Plaatselijke verdoving

Bij lokale anesthesie wordt een klein stukje huid plaatselijk verdoofd. De plek waar u geopereerd wordt, wordt verdoofd door middel van meerdere prikken (vergelijkbaar met tandarts verdoving). Tijdens de ingreep bent u bij bewustzijn.

Soms wordt deze vorm van anesthesie gecombineerd met sedatie. Om een gedeelte van uw lichaam te verdoven, injecteert de anesthesioloog een verdovend middel rond de zenuwen die op pijn reageren. Meestal zijn de zenuwen die ander gevoel en bewegen mogelijk maken ook tijdelijk uitgeschakeld.

Bijwerkingen

Onvoldoende pijnstilling
Het kan gebeuren dat de verdoving niet voldoende werkt. Als het mogelijk is, krijgt u dan extra verdoving. Helpt dat niet, dan kiest de anesthesioloog samen met u een andere vorm van anesthesie. Bijvoorbeeld extra pijnstillers of algehele anesthesie.

Na de operatie
Het is normaal dat u na de behandeling tintelingen voelt in uw arm of been. Dit komt meestal omdat de verdoving nog niet helemaal is uitgewerkt. Ook kan het zijn dat de zenuw door de verdoving wat geïrriteerd is geraakt.

Toxische reacties
Tijdens of na het aanbrengen van de verdovingsvloeistof kan een deel hiervan in uw bloed terechtkomen. Dit merkt u door een metaalachtige smaak, tintelingen rond de mond, oorsuizen of een onrustig gevoel.

Na de verdoving

Als de verdoving is uitgewerkt krijgt u langzaam weer gevoel terug. Uw wond gaat geleidelijk aan pijn doen. Hiervoor kunt u pijnstillers innemen.


Na de behandeling Waar moet u rekening mee houden?

Na de ingreep blijft u nog 30-60 minuten in de voorbereidingsruimte. Als u zich goed voelt en iets heeft gedronken mag u onder begeleiding weer naar huis. U mag niet zelf autorijden. Er is bij deze behandeling een kleine kans op bijwerkingen en complicaties. lees meer

Na de behandeling Waar moet u rekening mee houden?

Na de ingreep blijft u nog 30-60 minuten in de voorbereidingsruimte. We controleren hoe u zich voelt en of er geen problemen optreden. Ook maken we een controleafspraak met u.

Als u zich goed voelt en iets heeft gedronken mag u onder begeleiding weer naar huis. U mag niet zelf autorijden. Houdt u er rekening mee dat het kan voorkomen dat het gevoel en de kracht in uw been tijdelijk iets minder kan zijn door de toegediende verdoving. Na een aantal uur moet dit verdwenen zijn.

Bijwerkingen en complicaties

Ondanks dat de behandeling zorgvuldig wordt uitgevoerd, is het altijd mogelijk dat er bijwerkingen/complicaties kunnen optreden. Deze kunnen zijn:
  • Oppervlakkige bloeding of (plaatselijke) infectie. Beiden komen bij minder dan 0,1% voor. Heel zelden kan er zenuwschade optreden.
  • Tijdelijk een wat doof gevoel in rug/bil/been/voet. De verdoving is dan gedeeltelijk op een andere plaats gekomen.
  • Tijdelijke toename van de pijn na de behandeling. Dit kan bij een behandeling met elektrische stroom na 7 tot 10 dagen optreden en een aantal dagen aanhouden. Neem zo nodig een pijnstiller zoals paracetamol.

Contact opnemen

Heeft u last van één van de volgende complicaties, dan is het belangrijk dat u meteen contact opneemt met de huisarts of het ziekenhuis. Vraag dan naar de dienstdoende anesthesioloog.
  • Moeilijker kunnen bewegen van uw been, terwijl dit vooraf wel goed ging.
  • Ontstekingen op de plaats waar geprikt is.
  • Onverwachte temperatuursverhoging of koorts.

Poliklinische controle na het onderzoek

Ongeveer 6 tot 8 weken na de behandeling vindt er een poliklinische of telefonische controle plaats. Het is belangrijk dat u tijdens deze controle kunt vertellen wat het effect van de behandeling op uw klachten is, daarom houdt u een soort dagboek bij. lees meer

Poliklinische controle na het onderzoek

Ongeveer 6 tot 8 weken na de behandeling vindt er een poliklinische of telefonische controle met uw behandelend anesthesioloog-pijnspecialist plaats. Het is belangrijk dat u tijdens deze controle kunt vertellen wat het effect van de behandeling op uw klachten is. Na het onderzoek houdt u daarom een soort dagboek bij. Dit is een lijstje dat u van ons krijgt als u weer naar huis gaat na de behandeling. Hierin noteert u of de klachten verminderd zijn of verdwenen, op welk tijdstip dit is gebeurd, of dit verandert bij activiteiten of in rust en hoe lang dit heeft geduurd. Neem dit lijstje mee naar de poliklinische controle of houd dit lijstje bij de hand bij de telefonische controle.
  • Medewerkers
  • Intranet