Oog volgbewegingen

Het doel van deze oefening is het oefenen van oogbewegingen die nodig zijn om een bewegend voorwerp te volgen. Deze oogbewegingen gebruikt u bijvoorbeeld om een auto te kunnen volgen die voor u over een kruising rijdt of om een bal tijdens het sporten te volgen.
  1. Ga in een makkelijke houding zitten en houd een speelkaart (heer of dame) op ongeveer 30 cm afstand en op ooghoogte voor u.
  2. Beweeg de kaart langzaam naar rechts, dan naar links en vervolgens terug naar het midden. Houd uw hoofd steeds goed stil en volg de kaart alleen met de ogen. Herhaal deze oefening dan verticaal, omhoog, omlaag en terug naar het midden en vervolgens in beide diagonale richtingen;van rechtsboven naar linksonder en van rechtsonder naar linksboven.
  3. Beweeg uw arm steeds sneller om uw oogbewegingen te trainen. Blijf uw hoofd steeds goed stilhouden en volg de kaart alleen met de ogen.
  4. Herhaal deze oefening steeds 15 tot 20 keer in alle richtingen en het geheel 2 tot 3 keer per dag.
Patiëntenzorg Behandelingen Evenwichtsoefeningen

Over evenwichtsoefeningen

De evenwichtsoefeningen zijn ontwikkeld om uw hersenen te trainen, zodat u de balans weer terugvindt. Voer de oefeningen voorzichtig uit, zeker de staande oefeningen. Zorg dat er iemand bij u staat die u kan opvangen, mocht u dreigen te vallen.

De oefeningen

  • Het doel van deze oefening is het bevorderen van uw balans tijdens het staan.

    lees meer


    Circulair zwaaien

    Het doel van deze oefening is het bevorderen van uw balans tijdens het staan.
    1. Zet uw voeten zo ver uit elkaar dat ze ongeveer onder uw schouders staan. Verdeel uw gewicht zo gelijk mogelijk en laat uw armen ontspannen hangen.
    2. Adem diep in en ontspan. Concentreer u op het gevoel in uw voeten en het contact met de vloer.
    3. Kijk recht vooruit en richt uw ogen op een bepaald punt. Begin nu, vanuit uw enkels, kleine cirkelvormige zwaaibewegingen te maken.
    4. Maak de zwaaibewegingen langzaam groter zonder uw heup te buigen of een stap te zetten.
    5. Doe deze oefening dichtbij een wand of steunpunt en onder toezicht van iemand.
    6. Wanneer deze oefening goed lukt, probeer het dan met gesloten ogen.
    7. Maak 15 tot 20 cirkels in beide draairichtingen. Doe deze oefening in beide richtingen 2 tot 3 keer per dag.

  • Cirkels draaien met bal

    Het doel van deze oefening is leren balanceren tijdens het staan.
    1. Zet uw voeten zo ver mogelijk uit elkaar zodat ze ongeveer onder uw schouders staan. Verdeel uw gewicht zo gelijk mogelijk. Houd met gestrekte armen een grote bal/kussen in uw handen en houd uw ogen hierop gericht.
    2. Beweeg de bal nu met gestrekte armen in een cirkelbeweging naar beneden en weer omhoog met de wijzers van de klok mee. Volg de bal met uw hoofd en ogen.
    3. Maak de cirkel zo groot mogelijk door helemaal uit te strekken en door de knieën te zakken om met de bal of het kussen de grond aan te raken. Probeer zo constant en gelijkmatig mogelijk te bewegen.
    4. Als u duizeligheid bent, of als de aanwezige duizeligheid erger wordt, onderbreek dan de oefening totdat het weer gaat. Begin daarna opnieuw.
    5. Herhaal de oefening 15 tot 20 keer en verander vervolgens de draairichting. Doe dan opnieuw vijftien tot twintig bewegingen. Herhaal beide draairichtingen 2 tot 3 keer per dag.

  • Doelfixatie

    Het doel van deze oefening is het verbeteren van uw blikstabilisatie bij grote hoofdbewegingen. Deze hoofdbewegingen zijn vaak nodig bij het wisselen van weghelft en invoegen tijdens autorijden.
    1. Ga op een makkelijke stoel zitten en zoek in de kamer 3 voorwerpen op ooghoogte. Een voorwerp links, een voorwerp recht voor u en een voorwerp volledig rechts.
    2. Draai uw hoofd in het midden en vervolgens naar het doel rechts, om dan via het midden weer terug te gaan naar links. Dit is een volledige beweging.
    3. Oefen deze beweging 10 tot 15 keer zonder bij een voorwerp te stoppen.
    4. Doe daarna de oefening wederom 10 tot 15 keer, maar stop dan bij ieder doel een seconde. Doe de hele oefening 2 tot 3 keer per dag.

  • Enkelzwaaien

    Het doel van deze oefening is leren balanceren tijdens het staan.
    1. Zet uw voeten zo ver uit elkaar dat ze ongeveer onder uw schouder staan. Verdeel uw gewicht zo goed mogelijk en laat uw armen ontspannen hangen. Kijk recht vooruit en sluit uw ogen.
    2. Beweeg langzaam voor- en achteruit. Beweeg niet te ver en voorkom beweging vanuit de heupen. De beweging moet beperkt blijven tot de enkels.
    3. Verdeel uw gewicht vervolgens van links naar rechts. Doe dit ook zonder beweging vanuit de heupen.
    4. Doe deze oefening dichtbij een wand of een ander steunpunt, of met iemand die op u let.
    5. Herhaal deze oefening 15 tot 20 keer en de voor/achterwaarts en links/rechts bewegingen 2 tot 3 keer per dag.

  • Hoofdcirkels

    Het doel van de oefening is het verbeteren van de fixatie bij kleinere hoofdbewegingen. Deze bewegingen kunt u vergelijken met de bewegingen die u maakt wanneer u in de supermarkt stilstaat om een artikel in de vakken te zoeken.
    1. Ga in een makkelijke stoel zitten en beweeg uw hoofd met open ogen in een cirkelbeweging. Kijk waar u naartoe beweegt.
    2. Herhaal de eerste oefening nu met gesloten ogen.
    3. Maak 15 tot 20 van deze volledige cirkels, zowel rechtsom als linksom. Doe de oefening 2 tot 3 keer per dag.

  • Horizontale hoofdbewegingen

    Het doel van deze oefening is het verbeteren van uw blikstabilisatie bij hoofdbewegingen. Deze oefening is vergelijkbaar met het kijken naar verkeer als u een straat wilt oversteken.
    1. Ga in een makkelijke stoel zitten met uw voeten plat op de vloer en uw handen op uw bovenbenen.
    2. Draai uw hoofd snel naar rechts, dan helemaal naar links en dan terug naar het midden (uw romp beweegt niet). Fixeer daar op een voorwerp gedurende 5 seconden. Dit geheel is één beweging.
    3. Voor het beste resultaat is het goed ook rechts en links heel kort op een voorwerp te fixeren.
    4. Herhaal deze oefening 15 tot 20 keer, 2 tot 3 keer per dag.

  • Lopen met hoofdbewegingen

    Het doel van deze oefening is gewend raken aan hoofdbewegingen tijdens het lopen. Dit soort hoofdbewegingen maakt u bijvoorbeeld tijdens het lopen door de supermarkt op zoek naar een bepaald artikel.
    1. Loop in een normaal tempo. Loop bij voorkeur dicht langs een wand zodat er zo nodig steun is. Een gangpad is bijvoorbeeld een geschikte plaats om te beginnen.
    2. Draai na 3 stappen uw hoofd naar rechts en blijf ondertussen rechtdoor lopen.
    3. Draai na nog 3 stappen uw hoofd naar links en blijf eveneens rechtdoor lopen.
    4. Om deze oefening moeilijker te maken, kunt u kiezen voor een andere ondergrond zoals tapijt, (lang) gras of een oneffen bospad.
    5. Herhaal dit 15 tot 20 keer en doe de oefening 2 tot 3 keer per dag.

  • Snelle oogbewegingen

    Het doel van deze oefening is wennen aan snelle oogbewegingen. Deze bewegingen maakt u bijvoorbeeld bij lezen en andere vormen van visuele fixatie.
    1. Ga in een makkelijke houding zitten en houd in elke hand een speelkaart (heer of dame) ongeveer op ooghoogte. Houdt ze op ongeveer 45 cm uit elkaar op een comfortabele afstand van uw ogen.
    2. Houd uw hoofd stil en kijk snel van de ene kaart naar de andere zonder tussenin te stoppen. Ga niet zo snel dat de kaarten onscherp worden gezien. Denk eraan dat u bij deze oefening het hoofd echt stil houdt en alleen de ogen beweegt.
    3. Gebruik in het begin de hele kaart als doel. Wanneer dit goed gaat, probeer dan kleinere details van de afbeelding op de kaart te fixeren, zoals een neus, oog of mond van de afbeelding op de kaart. Wanneer ook dat goed gaat, probeer dan de oogsnelheid nog wat op te voeren.
    4. Herhaal de oefening 15 tot 20 keer in horizontale richting en daarna in verticale richting. Doe dezelfde oefening in beide diagonale richtingen. Van rechtsboven naar linksonder en van rechtsonder naar linksboven.
    5. Herhaal deze oefening 2 tot 3 keer per dag.

  • Visuele fixatie bij hoofdbewegingen

    Het doel van deze oefening is uw blik fixeren bij snelle, korte hoofdbewegingen, zoals tijdens het autorijden of fietsen.
    1. Ga in een makkelijke stoel zitten en houd uw wijsvinger of een speelkaart op ongeveer 25 centimeter afstand.
    2. Fixeer uw ogen op uw vinger of de kaart, terwijl u uw hoofd afwisselend linksom en rechtsom draait. Probeer het doel scherp te blijven zien.
    3. Verhoog langzaam de snelheid van uw hoofdbewegingen.
    4. Maak 15 tot 20 draaibewegingen en oefen dat 2 tot 3 keer per dag.

Contact

Polikliniek Keel-, Neus- en Oorheelkunde

(024) 361 35 06
  • Medewerkers
  • Intranet