De behandeling

De ingreep vindt plaats onder anesthesie (algehele narcose). Een hoofd-hals chirurg voert de operatie uit. Hiervoor maakt de chirurg een snee in uw hals. We zorgen dat deze snee zo veel mogelijk met een huidplooi samenvalt, zodat het litteken minder opvalt. Tijdens de operatie krijgt u twee slangetjes in uw hals: drains. Via de drains zuigen we het wondvocht weg.

Afhankelijk van de tumor haalt de arts in een bepaald gebied halsklieren weg. Een halsklierdissectie kan aan één kant of aan beide kanten van uw hals nodig zijn. Soms verwijderen we tegelijk de oorspronkelijke tumor. Tijdens de operatie verwijderen we de lymfeklieren en het vetweefsel. Verder kan het nodig zijn dat we enkele grote bloedvaten, zenuwen en/of spieren weghalen. De snede voor de halsklierdissectie hechten we dicht. De verpleegkundige verwijdert de hechtingen na 7 tot 10 dagen.

De operatie duurt ongeveer 5 uur. 

Structuren in de hals

In uw hals zitten veel belangrijke structuren. De structuren die voor complicaties kunnen zorgen bij een uitgebreide halsklierdissectie zijn:
  • De halsader (vena jugularis interna): dit is een groot bloedvat waardoor het bloed vanuit uw hoofd terugstroomt naar uw hart. Als we dit bloedvat aan één kant van uw hals verwijderen, merkt u daar meestal niets van.
  • De elfde hersenzenuw (nervus accessorius): dit is de zenuw die de werking van één van de grote spieren van uw schouder verzorgt. Bij schade aan deze zenuw merkt u dat u uw schouder minder goed naar boven kan bewegen. Uw arm kunt u nog wel gewoon gebruiken.
  • De grote langgerekte spier in de hals (sternocleidomastoideus): dit is een spier die meehelpt met de beweging van uw hoofd en hals. Als deze spier betrokken is bij de dissectie, dan kunt u uw hoofd minder goed bewegen,
  • Het onderste takje van uw aangezichtszenuw (ramus mandibularis van de nervus facialis): dit is een klein zenuwtakje dat de spieren van uw onderlip aanstuurt. Dit zenuwtakje is erg gevoelig. Het zenuwtakje werkt vaak minder goed na een halsklierdissectie. Hierdoor kunt u een scheve onderlip in rust krijgen. Uw onderlip beweegt dan niet goed mee bij het lachen. Dit kan ook lekkage uit uw mond geven tijdens het drinken. Meestal is beschadiging aan dit zenuwtakje tijdelijk en herstelt het weer helemaal.
Daarnaast lopen ook uw tongzenuw (nervus lingualis en hypoglossus), middenrifzenuw (nervus frenicus) en stembandzenuw (nervus vagus) door uw hals. Het komt niet vaak voor dat deze zenuwen beschadigd raken door een halsklierdissectie.
Patiëntenzorg Behandelingen Halsklierdissectie

Wat is een halsklierdissectie?

Bij een halsklierdissectie verwijderen we de lymfeklieren uit uw hals. We voeren deze operatie uit als u kanker in het hoofd-hals gebied heeft en als er uitzaaiingen in uw hals zijn of als de kans hierop groot is. Soms voeren we deze ingreep ook uit tijdens het verwijderen van een tumor in de hals.

Contact

Centrum voor Hoofd-Halsoncologie

(024) 361 51 24

Voor de behandeling

U mag voor de operatie niets meer eten of drinken. Als u rookt adviseren we u minimaal 7 dagen voor de operatie te stoppen met roken. Daarnaast zijn er nog een aantal voorbereidingen waar u zich aan moet houden. lees meer

Voor de behandeling

Eten en drinken

Op de dag van de operatie wordt u opgenomen op de verpleegafdeling voor Hoofd Hals chirurgie. Soms is het nodig dat we u 1 dag van tevoren opnemen. De anesthesist heeft met u afgesproken dat u voor de operatie nuchter moet zijn. Dat betekent dat u voor de operatie niets mag eten en drinken. Alleen een slokje water om uw medicijnen in te nemen is toegestaan.

Alcohol

Als u meer dan 3 glazen alcohol per dag drinkt, is het belangrijk dat u dit meldt bij uw arts of verpleegkundige. Als uw lichaam gewend is aan alcohol, kunt u tijdens uw opname ontwenningsverschijnselen krijgen zoals trillen en onrust. Uw arts kan u hiertegen medicatie geven.

Roken

Wij adviseren u om minimaal 7 dagen voor de operatie te stoppen met roken. Roken kan de wondgenezing ernstig verstoren. Door te stoppen met roken vermindert het risico op complicaties tijdens en na de operatie.

Medicijnen

Als u medicijnen gebruikt, neem deze dan mee naar onze afdeling. Uw arts bekijkt of gebruik van deze medicijnen tijdens uw opname nodig is. Bij ontslag krijgt u uw medicatie terug, eventueel met een voorschrift voor verder gebruik.

De behandeling

De ingreep vindt plaats onder anesthesie. Om de operatie uit te voeren, maakt de arts een snee in uw hals. Afhankelijk van de tumor haalt de arts in een bepaald gebied halsklieren weg. De operatie duurt ongeveer 5 uur. lees meer

Behandeling Anesthesie

Als u naar het Radboudumc komt voor een operatie dan krijgt u te maken met anesthesie (verdoving of narcose). Ook voor andere ingrepen, zoals een behandeling of onderzoek, is anesthesie soms nodig. Anesthesie zorgt ervoor dat u tijdens de behandeling geen pijn heeft.

lees meer

Na de operatie

Meestal mag u na ongeveer 1 week naar huis. Na de operatie komt u meerdere jaren op controle op de polikliniek. De eerste polikliniekafspraak is meestal bij de verpleegkundige. De verpleegkundige voert de wondcontrole uit en bespreekt met u of er problemen zijn. lees meer

Na de operatie

Na de operatie wordt u naar de uitslaapkamer (verkoeverkamer) gebracht. Als u wakker bent gaat u weer naar de verpleegafdeling. Soms is het beter als u tijdelijk naar een afdeling gaat waar meer zorg mogelijk is. U gaat een nachtje naar de PACU (post-anesthesie-care unit), MC (medium care) of IC (intensive care), afhankelijk van waar plaats is. Meestal is dit voor de operatie al bekend en krijgt u informatie over deze afdeling.

We controleren regelmatig uw bloeddruk, temperatuur en pols. Na de operatie mag u rustig beginnen met water drinken. Als dit goed gaat kan dit worden uitgebreid. U mag dan weer gewoon eten. Zodra u voldoende kan eten en drinken en medicatie door het infuus niet meer nodig is, wordt het infuus gestopt. De eerste dagen na de operatie kunt u moe zijn door de ingreep en de narcose.

U mag de dag na de operatie al uit bed. Dit kan in het begin moeilijk zijn, maar het zal iedere dag beter gaan. Als de productie van vocht in de drains onder een bepaalde grens is, worden de drains verwijderd. Dit is meestal na 1 week. U mag dan ook naar huis. De hechtingen in het wondgebied verwijderen we na ongeveer 9 dagen. Na de operatie komt de fysiotherapeut bij u langs om met u te oefenen met bewegen. Uw nek kan na de operatie stijf aanvoelen. U mag na de operatie uw schouder en nek niet te zwaar belasten. Samen met u wordt dagelijks besproken welke lichamelijke inspanning u mag doen. Dit zal elke dag verder worden uitgebreid.

Naar huis

De meeste patiënten mogen na ongeveer 1 week naar huis. Dit is afhankelijk van de wondgenezing en vooral van de productie van wondvocht via de drains. Als u weer thuis bent heeft u misschien de eerste tijd huishoudelijke hulp of verzorging nodig. Vraag daarom al voor uw ontslag aan vrienden of familie of zij dit voor u kunnen doen. De verpleegkundige op de verpleegafdeling kan voor u de noodzakelijke thuiszorg of wijkverpleging inschakelen. De chirurg stuurt uw huisarts en de verwijzend specialist een brief om hen te informeren over de operatie en uw gezondheidstoestand.

Roken en alcohol

We adviseren u om definitief te stoppen met alcohol drinken en roken. U verkleint daarmee de kans op terugkeer van kanker of het ontstaan van een nieuwe tumor. Ook herstel en wondgenezing na de operatie gaan beter als u niet rookt. Op de polikliniek en de verpleegafdeling kunt u advies krijgen over hoe u kunt stoppen. Ook uw huisarts kan u hierbij helpen.

Verwerking en herstel

De periode rond de operatie is vaak moeilijk voor uzelf en voor de mensen om u heen. U kunt ongerust en bang zijn en zorgen of verdriet hebben. Ook wanneer u na de behandeling de draad weer wilt oppakken, zal dit niet altijd even makkelijk gaan. Wanneer uw uiterlijk is veranderd kan dit een extra belasting zijn. U, maar ook de mensen om u heen, kunnen het hier moeilijk mee hebben. Praten over deze problemen is soms lastig, maar toch belangrijk. Uw partner, familie of vrienden, maar ook uw huisarts, de chirurg, de verpleegkundigen kunnen hierin vaak veel voor u betekenen. Zij bieden u een luisterend oor en verwijzen u zo nodig door om de balans te hervinden.

Nacontroles

Na de operatie blijft u gedurende meerdere jaren onder controle op de polikliniek. Het eerste jaar om de 2 maanden, het tweede jaar om de 3 maanden, het derde jaar om de 4 maanden en het vierde jaar en vijfde jaar om de 6 maanden. De eerste polikliniekafspraak is meestal bij de verpleegkundige. De verpleegkundige voert de wondcontrole uit en bespreekt met u of er problemen zijn, bijvoorbeeld met slikken of pijn.

De uitslag

De patholoog onderzoekt het weefsel dat is weggenomen. Hij of zij kijkt naar het soort tumor en de manier waarop de tumor groeit. De uitslag krijgt u na 7 tot 14 dagen. U hoort dan of er wel of geen nabehandeling nodig is met bestraling (radiotherapie) en/of medicijnen (chemotherapie).

Lymfestelsel en uitzaaiingen

Het lymfestelsel vervoert lymfevocht van de weefsels naar steeds grotere lymfevaten. Llymfevocht ontstaat in de weefsels en neemt vocht en (afval)stoffen uit ons lichaam op. Als kankercellen losraken van een tumor gaan ze vaak via een lymfevat naar een lymfeklier. Zo kan een nieuwe tumor ontstaan. lees meer

Lymfestelsel en uitzaaiingen

In ons lichaam zit een bloedvatenstelsel en een lymfestelsel. Het bloedvatenstelsel vervoerd het bloed. Het lymfestelsel begint in de weefsels en vervoert lymfevocht van de weefsels naar steeds grotere lymfevaten. Llymfevocht ontstaat in de weefsels en neemt vocht en (afval)stoffen uit ons lichaam op. Het lymfevocht komt, na het passeren van minimaal één lymfeklier, uiteindelijk in de bloedbaan terecht. Op plaatsen waar meerdere lymfevaten elkaar kruisen, liggen de lymfklieren. De hals is één van de plaatsen waar veel lymfeklieren liggen. Andere plaatsen zijn: de liezen, de buikholte en de oksels.

lymfeklieruitzaaiing

Als kankercellen losraken van een tumor gaan ze vaak via een lymfevat naar een lymfeklier. Zo kan een nieuwe tumor ontstaan. Dit noemen we een  lymfeklieruitzaaiing of metastase. De lymfklieren van de hals vormen dus de eerste zeef voor uitzaaiingen vanuit het hoofd-hals gebied.

Gevolgen en mogelijke complicaties

Na een halsklierdissectie kunt u uw schouder vaak minder goed bewegen. Ook kan het zijn dat u uw tong of onderlip minder goed kunt bewegen, er een opeenhoping van vocht en eiwitten ontstaat of een nabloeding. Daarnaast zijn er nog een aantal complicaties mogelijk. lees meer

Gevolgen en mogelijke complicaties

Na een halsklierdissectie kunt u uw schouder vaak minder goed bewegen. Dit komt door verwijdering of beschadiging van enkele zenuwen en spieren. Uw nek en schouder kunnen pijnlijk en stijf aanvoelen en uw schouder kan wat afhangen. Daarom is het soms moeilijk om uw arm boven uw hoofd te brengen. Uw fysiotherapeut oefent dit samen met u. Dit kan meestal als de drains verwijderd zijn. Uw hals zal strakker en slanker worden en het gevoel in uw huid is verminderd. Als u door de operatie uw onderlip of tong minder goed kunt bewegen, dan gaat praten, lachen en fluiten minder makkelijk. Meestal herstelt zich dit weer, tenzij de zenuw tijdens de operatie is verwijderd of ernstig is beschadigd.

Chyluslekkage

Soms treedt er chyluslekkage op door beschadiging van de lymfevaten. Dit is te zien aan een overmatige drainproductie met een melkachtig uiterlijk. Hierdoor verliest u veel vocht en eiwitten en kan uw voedingstoestand verslechteren. Het chylus wordt afgevoerd door een drain. U krijgt dan tijdelijk een streng vet beperkend dieet. Dit is het MCT-dieet. De diëtist geeft u hier meer informatie over. Als de chyluslekkage niet stopt, dan verhelpen we de lekkage met een operatie.

Lymfoedeem

Na een halsklierdissectie kan lymfoedeem ontstaan. Dit is een opeenhoping van vocht en eiwitten ontstaan door een verstoorde afvoer van deze stoffen. De huidtherapeut kan u hiervoor behandelen.
 
Na iedere operatie bestaat er een kans op een nabloeding of een infectie. Daarnaast kunnen wondgenezingsproblemen ontstaan. Het risico daarop is verhoogd als u eerder bestraald bent in uw hals en als u in de weken voor de operatie heeft gerookt.

Radboudumc Expertise­centrum Hoofd-, Hals- en Speekselklier­tumoren

Het Radboudumc Expertisecentrum voor Hoofd-, Hals- en Speekselkliertumoren houdt zich bezig met patiënten met een tumor in het hoofd-halsgebied.

lees meer

Adviezen en oefeningen na een halsklierdissectie

Na de operatie is het belangrijk dat u regelmatig oefeningen voor uw nek en schouder doet. Als u veel last van uw schouder of nek heeft kunt u hulp van een fysiotherapeut krijgen. lees meer
  • Medewerkers
  • Intranet