Mogelijke complicaties bij katheters

Nabloeden uit de katheterpoort.

Wat te doen?
Druk de huid dicht met een gaasje. Neem bij ernstige bloedlekkage die niet vermindert/stopt door middel van afdrukken contact op met de dialyseafdeling (buiten dialyse-uren dienstdoende nefroloog via verpleegafdeling nierziekten) .

Losraken van de hechting of het gedeeltelijk of helemaal uit het bloedvat vallen van de dialysekatheter.

Wat te doen?
Druk de huid dicht met een gaasje en neem contact op met de dialyseafdeling (buiten dialyse-uren dienstdoende nefroloog via verpleegafdeling nierziekten).

Irritatie, roodheid of pijn van de opening van de katheter, koortsgevoel of koude rillingen.

Wat te doen?
Meet uw temperatuur op. Bij 38 graden of hoger contact opnemen met de dialyseafdeling (buiten dialyse-uren dienstdoende nefroloog via verpleegafdeling nierziekten).

Stijf gevoel en (spier)pijn aan de kant waar de katheter is ingebracht.

Er kan ook een blauwe plek (hematoom) ontstaan die soms pijnlijk is.
 
Wat te doen?
Het stijve  gevoel en de (spier)pijn verdwijnt normaal spontaan binnen enkele dagen. Als het nodig is, mag u hiervoor enkele dagen paracetamol gebruiken (maximaal 1000mg, driemaal per dag).

Patiëntenzorg Behandelingen Hemodialysekatheter

Wat is een hemodialysekatheter?

In overleg met uw behandelend arts heeft u besloten om een hemodialysekatheter te laten plaatsen. Deze is noodzakelijk om te kunnen dialyseren. lees meer

Wat is een hemodialysekatheter?

In overleg met uw behandelend arts heeft u besloten om een hemodialysekatheter te laten plaatsen. Deze is noodzakelijk om te kunnen dialyseren.
Deze informatie in is bedoeld om u een beeld te geven van het inbrengen van een hemodialysekatheter, de verzorging ervan en mogelijke complicaties die u kunt verwachten. Als u nog vragen heeft na het lezen van deze informatie, dan kunt u deze stellen aan uw behandelaar en aan de dialyseverpleegkundige.

Hemodialysekatheter

Bij hemodialyse worden afvalstoffen en overtollig vocht verwijderd uit het bloed met behulp van een kunstnier. Om voldoende bloed naar de kunstnier te leiden is een goede toegang tot de bloedbaan nodig. Dit kan zijn:
  • Een shunt: dit is een verbinding tussen een slagader en een ader in de arm, die via een operatie door de vaatchirurg moet worden aangelegd. Bij elke dialyse moet deze verbinding met 2 naalden worden aangeprikt. Na het aanleggen van een shunt duurt het meestal 6-12 weken voordat de shunt bruikbaar is voor dialyse.
  • Een hemodialysekatheter: dit is een kunststof buisje in een groot bloedvat.
Als u acuut moet gaan dialyseren of als er geen shunt kan worden aangelegd, wordt er een hemodialysekatheter geplaatst.

Het is afhankelijk van verschillende factoren welke hemodialysekatheter wordt ingebracht.
  • De ongetunnelde hemodialysekatheter
  • De getunnelde hemodialysekatheter
Op een aantal plaatsen in het lichaam kan direct voldoende bloed uit de ader gehaald worden zodat u gedialyseerd kan worden via een hemodialysekatheter. Het gaat hier om de grote aders in de lies, in de hals en onder het sleutelbeen. Deze dialysekatheters zijn direct na het inbrengen te gebruiken. Vanwege het infectierisico plaatsen we bij voorkeur de katheter in hals.

Contact

Dialyseafdeling

(024) 361 54 10

Naar uw afspraak

Ingang: Ingang Dialyse
Route: 605

bekijk route

Naar uw afspraak

Bezoekadres

René Descartesdreef 7
6525 GL Nijmegen

Parkeerplaats dialysepatiënten

Bij de dialyseafdeling is een parkeerplaats beschikbaar voor dialysepatiënten die komen voor:

  • een dialyse- of hemaferesebehandeling
  • intraveneuze toediening van medicijnen
  • polibezoek bij thuisdialyse of peritoneaal dialyse 
  • onderzoeken bij dialysepatiënten die gerelateerd aan dialyse zijn of gecombineerd met dialyse zijn

De parkeerplaats bevindt zich aan de René Descartesdreef, bij de ingang van de Dialyse-afdeling. U ontvangt een parkeerkaart van de secretaresse van de afdeling als u zich aanmeldt voor de behandeling.

In alle andere situaties kunt u gebruikmaken van de parkeergarage.

Routebeschrijving

Reis naar René Descartesdreef 7
Ga naar binnen bij: Ingang Dialyse
Volg route 605

Verzorging katheters

Om infecties van de plaats waar de hemodialysekatheter het lichaam verlaat te voorkomen, moet deze verzorgd worden. Dit doet de dialyseverpleegkundige tijdens de dialysebehandeling. Daarnaast is persoonlijke hygiëne erg belangrijk. lees meer

Verzorging katheters

Om infecties van de plaats waar de hemodialysekatheter het lichaam verlaat te voorkomen, moet deze verzorgd worden. Dit doet de dialyseverpleegkundige tijdens de dialysebehandeling. Hij of zij controleert dan op tekenen van infectie of irritatie van de huid.
Om infecties te voorkomen is persoonlijke hygiëne erg belangrijk. U mag met een ongetunnelde hemodialysekatheter niet douchen, zwemmen of baden. Als u een getunnelde hemodialysekatheter heeft gekregen, dan controleert uw behandelaar 10 dagen na het inbrengen de conditie van de katheter. Met goedkeuring van uw behandelaar krijgt u instructies van de dialyseverpleegkundige over het douchen. Let erop dat de klemmetjes altijd dicht zitten (behalve tijdens gebruik van de katheter). Vermijd dat aan de hemodialysekatheter wordt getrokken.
Voor plaatsing van de hemodialysekatheter wordt onderzocht of u drager bent van een bepaalde bacterie:staphylococcus aureus. Deze bacterie veroorzaakt normaal gesproken geen ziekte. Bij een open wond, zoals de katheterpoort, kunnen echter door deze bacterie infecties ontstaan. In dit geval moet u Bactorban zalf gaan gebruiken in uw neus en op de katheterpoort om katheterinfectie te voorkomen. Uw dialyseverpleegkundige geeft u verder instructie van het gebruiken van deze zalf.

Typen katheters


Ongetunnelde tijdelijke hemodialyse­katheter

Deze wordt meestal ingebracht in de hals en alleen bij uitzondering onder het sleutelbeen of in de lies. Deze katheter is een lang hol plastic buisje van ongeveer 20 centimeter. Deze hemodialysekatheter kan enkele weken blijven zitten lees meer

Ongetunnelde tijdelijke hemodialyse­katheter

Deze wordt meestal ingebracht in de hals en alleen bij uitzondering onder het sleutelbeen of in de lies. Deze katheter is een lang hol plastic buisje van ongeveer 20 centimeter.
Het inbrengen van een ongetunnelde hemodialysekatheter gebeurt meestal op de dialyseafdeling door de nefroloog. Tijdens het inbrengen van de hemodialysekatheter ligt u plat in een bed. Bij het inbrengen van een ongetunnelde dialysekatheter in de hals of onder het sleutelbeen wordt u aangesloten op een monitor die uw bloeddruk en hartslag in de gaten houdt. Omdat het inbrengen steriel moet gebeuren, dekken we de plaats waar de katheter komt ruim af met steriele doeken. De aanprikplaats wordt plaatselijk verdoofd waarna een klein sneetje wordt gemaakt zodat de katheter kan worden ingebracht.
De plaats waar de katheter door de huid weer naar buiten komt heet de katheterpoort. Het inbrengen kan een vervelend of pijnlijk gevoel geven. Twee hechtingen houden de katheter op zijn plaats zodat deze vastzit en niet meer naar buiten kan schuiven. Het inbrengen van de katheter duurt ongeveer een half uur.
Na het inbrengen bevindt zich een deel van de katheter buiten het lichaam. Aan dit deel zitten 2 uiteinden, ook wel lumen of lumina (meervoud) genoemd. Eén lumen wordt gebruikt voor de aanvoer van bloed naar de dialysemachine en één lumen voor de terugvoer van het bloed naar het lichaam. Om te controleren of de katheter op de juiste plaats ligt, maken we na het inbrengen een röntgenfoto.
Deze ongetunnelde hemodialysekatheter kan enkele weken blijven zitten. Daarna moeten we kijken wat de beste permanente toegang tot de bloedbaan is.

Getunnelde hemodialyse­katheter

De getunnelde dialysekatheters worden gebruikt voor een langere periode. Hiervoor wordt op de dialyseafdeling de Tesiokatheter gebruikt. De Tesiokatheter bestaat uit 2 katheters die in de halsader worden ingebracht. lees meer

Getunnelde hemodialyse­katheter

De getunnelde dialysekatheters worden gebruikt voor een langere periode. Hiervoor wordt op de dialyseafdeling de Tesiokatheter gebruikt. De Tesiokatheter bestaat uit 2 katheters die in de halsader worden ingebracht. De katheters worden vanuit de hals onder de huid geschoven en komen ongeveer 10 cm lager op de borst uit de huid
tevoorschijn. Dit wordt gedaan om de katheters vast te laten groeien en om infectie tegen te gaan. De Tesiokatheter kan langere tijd (meestal meerdere maanden) blijven zitten.
Het inbrengen van een getunnelde hemodialysekatheter gebeurt meestal op de dialyseafdeling. Soms moet het inbrengen van de dialysekatheter met behulp van röntgenstraling gebeuren. De ingreep vindt dan plaats op de röntgenafdeling of de operatiekamer.
Het inbrengen van de katheter kan een vervelend of pijnlijk gevoel geven. In overleg met uw behandelend arts krijgt u eventueel van tevoren rustgevende en/of pijnstillende medicatie. Bij een geplande procedure of op een medische indicatie, kan de procedure ook onder een roesje plaatsvinden. Vooraf beoordeelt een anesthesist of dit medisch gezien verantwoord is. Mocht de procedure onder een roesje plaatsvinden, dan moet u 6 uur van tevoren nuchter zijn.
Tijdens het inbrengen van de getunnelde hemodialysekatheter ligt u plat in bed. Omdat het inbrengen steriel moet gebeuren, wordt de inbrengplaats ruim afgedekt met steriele doeken. Bij het inbrengen van een getunnelde dialysekatheter in de hals of onder het sleutelbeen, wordt u aangesloten op een monitor die uw bloeddruk en hartslag in de gaten houdt. De plaats waar de dialysekatheter komt, wordt plaatselijk verdoofd. Hierna wordt een klein sneetje gemaakt, zodat de katheter kan worden ingebracht. Na het plaatsen van de Tesiokatheter heeft u een wondje in uw hals. De hechtingen in dit wondje mogen na ongeveer een week verwijderd worden op de afdeling Dialyse. De katheterpoort wordt bedekt met een pleister en de hemodialysekatheter wordt met een antistollingsmiddel opgevuld. Om te controleren of de katheter op de juiste plaats ligt, maken we na het inbrengen een röntgenfoto. Het inbrengen van een getunnelde hemodialysekatheter duurt ongeveer één uur. Na de ingreep kan uit het wondje in de hals of de katheterpoort nog wat bloed lekken. Dit is normaal. Als het nodig is, krijgt u pijnmedicatie na het inbrengen van de katheter.

Lokale anesthesie Plaatselijke verdoving

Bij lokale anesthesie wordt een klein stukje huid plaatselijk verdoofd, bijvoorbeeld om een wond te hechten. lees meer

Lokale anesthesie Plaatselijke verdoving

Bij lokale anesthesie wordt een klein stukje huid plaatselijk verdoofd. De plek waar u geopereerd wordt, wordt verdoofd door middel van meerdere prikken (vergelijkbaar met tandarts verdoving). Tijdens de ingreep bent u bij bewustzijn.

Soms wordt deze vorm van anesthesie gecombineerd met sedatie. Om een gedeelte van uw lichaam te verdoven, injecteert de anesthesioloog een verdovend middel rond de zenuwen die op pijn reageren. Meestal zijn de zenuwen die ander gevoel en bewegen mogelijk maken ook tijdelijk uitgeschakeld.

Bijwerkingen

Onvoldoende pijnstilling
Het kan gebeuren dat de verdoving niet voldoende werkt. Als het mogelijk is, krijgt u dan extra verdoving. Helpt dat niet, dan kiest de anesthesioloog samen met u een andere vorm van anesthesie. Bijvoorbeeld extra pijnstillers of algehele anesthesie.

Na de operatie
Het is normaal dat u na de behandeling tintelingen voelt in uw arm of been. Dit komt meestal omdat de verdoving nog niet helemaal is uitgewerkt. Ook kan het zijn dat de zenuw door de verdoving wat geïrriteerd is geraakt.

Toxische reacties
Tijdens of na het aanbrengen van de verdovingsvloeistof kan een deel hiervan in uw bloed terechtkomen. Dit merkt u door een metaalachtige smaak, tintelingen rond de mond, oorsuizen of een onrustig gevoel.

Na de verdoving

Als de verdoving is uitgewerkt krijgt u langzaam weer gevoel terug. Uw wond gaat geleidelijk aan pijn doen. Hiervoor kunt u pijnstillers innemen.


Mogelijke complicaties bij katheters

Er kunnen diverse complicaties ontstaan. Lees hier wat u dan moet doen. lees meer

Verwijderen dialysekatheter

De arts op de dialyseafdeling verwijdert de hemodialysekatheter. Bij de getunnelde dialysekatheter maakt de arts onder plaatselijke verdoving eerst een klein sneetje om vervolgens de hemodialysekatheter te verwijderen. lees meer

Verwijderen dialysekatheter

De arts op de dialyseafdeling verwijdert de hemodialysekatheter. Bij de getunnelde dialysekatheter maakt de arts onder plaatselijke verdoving eerst een klein sneetje om vervolgens de hemodialysekatheter te verwijderen.
Na het verwijderen wordt op de opening gedurende een half uur een zandzak gelegd om nabloedingen te voorkomen. Na dit half uur mag u rustig overeind komen en blijft u nogmaals 30 minuten op de afdeling voor nabewaking. Als de insteekopening niet meer heeft nagebloed en er geen complicaties opgetreden zijn mag u met toestemming van uw behandelaar naar huis.
 
  • Medewerkers
  • Intranet