Behandeling Na een epileptische aanval

Soorten aanvallen

Er zijn verschillende soorten aanvallen. Iemand kan:

• Afwezig zijn of niet reageren.
• Doelloos rondlopen of vreemd gedrag vertonen.
• Bewusteloos raken en schokkende bewegingen maken.

De meeste aanvallen gaan vanzelf weer over. Ze duren vaak maar een paar minuten.

Wat moeten mensen in uw omgeving doen als u een aanval krijgt?

• Eerste hulp bij een kleine aanval

  • Pak de persoon niet vast.
  • Haal spullen waar iemand zich pijn aan kan doen of aan kan verwonden uit de buurt.
  • Leid de persoon voorzichtig weg van gevaar (zoals een drukke straat of water).
  • Blijf bij de persoon tot de aanval over is en stel de persoon gerust.
  • Leg uit aan anderen dat de persoon na de aanval even in de war kan zijn.

• Eerste hulp bij een grote aanval

  Bij een grote aanval raakt iemand bewusteloos en schokt met het lichaam.

  • Probeer de bewegingen niet tegen te houden. Dit kan letsel veroorzaken.
  • Probeer het hoofd te beschermen, bijvoorbeeld met uw handen of door er een jas onder te leggen.
  • Stop niets tussen de tanden. Een aanval gebeurt vaak zo onverwacht dat u te laat bent om een tongbeet te voorkomen.
  • Als de aanval voorbij is, kunt u de persoon op de zij (stabiele zijligging) leggen. Zo blijven de luchtwegen vrij en kan speeksel of bloed uit de mond lopen.
  • Maak na de aanval strakke kleding los.
  • Geef de persoon de tijd om rustig bij te komen. Houd omstanders op afstand.
  • Geef geen water. Door de sufheid kan de persoon zich verslikken.

• Wanneer een arts bellen?

  De hulp van een arts is alleen nodig:

  • Als de aanval langer duurt dan 5 minuten.
  • Als er meerdere aanvallen kort na elkaar komen.
  • Als de persoon gewond is geraakt of water heeft binnengekregen, bijvoorbeeld in een bad of zwembad.