Informatie voor kinderen

Tips voor op school

Spreek met je leraar af dat je, bijvoorbeeld 5 minuten voor het wisselen van lokaal of einde van de schooltijd, de les uit mag om drukke gangen, trappen of speelplaatsen te vermijden. Vraag of er een lift is in het gebouw en of je daar gebruik van mag maken. Eventueel kan een klasgenoot je helpen met het duwen van de rolstoel of het dragen van je boekentas.

Als je been hoog moet liggen, zorg dan voor een krukje met eventueel een kussentje erop voor de juiste hoogte. Wanneer je in de rolstoel moet blijven zitten, zorg dan voor een goede plaats in de klas en eventueel ook voor een aangepast bureau.

Maak afspraken over hoe je naar de wc gaat en of je daar hulp of meer ruimte bij nodig hebt.

10% belast lopen met krukken

• Je mag met je aangedane been de normale loopbeweging maken. Ook mag je dit been losjes aan de grond zetten. Je mag er niet op steunen.
• Neem de krukken in je handen, één linksen en één rechts.
• Ga rechtop staan en steun op je goede been.
• Zet de krukken tegelijkertijd naar voren en zet je aangedane been tussen de krukken in.
• Zet nu je goede been 1 stap voorbij je aangedane been en steun daarbij helemaal op de krukken.
• Doe hetzelfde nog een keer.

Traplopen met krukken

Trap op:

• Ga zo dicht mogelijk bij de trapleuning staan.
• Houd met 1 hand de trapleuning vast en geef die kruk aan iemand anders, zodat je de kruk zelf niet mee hoeft te nemen.
• Steun volledig op de kruk en de trapleuning en zet eerst het goede been op de volgende trede.
• Plaats dan het aangedane been en de kruk erbij.

Trap af:

• Houd met 1 hand de trapleuning vast en geef die kruk aan iemand anders, zodat je de kruk zelf niet mee hoeft te nemen.
• Plaats de kruk op de volgende trede.
• Zet ook het aangedane been op die trede.
• Steun nu volledig op de kruk en de trapleuning en zet het goede been erbij.

Halfbelast lopen met krukken

• Je mag met het aangedane been de normale loopbeweging maken, maar je mag er niet helemaal op staan.
• Neem de krukken in je handen, één linksen en één rechts.
• Ga rechtop staan en steun op beide benen.
• Zet de krukken tegelijkertijd naar voren en zet je aangedane been tussen de krukken in.
• Daarna zet je het goede been 1 stap voorbij je aangedane been en steun daarbij op allebei de krukken en op je aangedane been.
• Doe hetzelfde nog een keer.

Traplopen met krukken

Trap op:

• Ga zo dicht mogelijk tegen de trapleuning aan staan.
• Houd met 1 hand de trapleuning vast en geef die kruk aan iemand anders, zodat je de kruk niet zelf mee hoeft te nemen.
• Steun goed op de kruk en de trapleuning en zet eerst het goede been op de volgende trede.
•  Plaats dan het aangedane been en de kruk erbij.

Trap af:

• Houd met 1 hand de trapleuning vast en geef die kruk aan iemand anders, zodat je de kruk niet zelf mee hoeft te nemen.
• Zet als eerste het aangedane been samen met de kruk 1 trede lager.
• Steun op de kruk en de trapleuning en zet er nu je andere been erbij.

Belast lopen met krukken

• Neem de krukken in je handen, één links en één rechts.
• Ga rechtop staan en steun daarbij op beide benen.
• Zet de kruk aan je linkerarm tegelijk met je rechterbeen naar voren. Ze komen nu op dezelfde lijn te staan.
• Hierna zet je de kruk aan de rechterarm naar voren tegelijk met het linkerbeen, 1 staplengte voorbij het andere been.
• Doe hetzelfde nog een keer.
• Let op! Je kunt het best beginnen met je aangedane been en je arm aan de andere kant. Tijdens het aanleren van deze manier van lopen moet je vooral je aandacht bij de krukken houden.

Traplopen met krukken

Trap op:

• Ga zo dicht mogelijk bij de trapleuning staan.
• Houd met 1 hand de trapleuning vast en geef die kruk aan iemand anders, zodat je de kruk niet zelf mee hoeft te nemen.
• Zet eerst het goede been op de volgende trede.
• Plaats dan het aangedane been en de kruk erbij.

Trap af:

• Houd met 1 hand de trapleuning vast en geef die kruk aan iemand anders, zodat je de kruk niet zelf mee hoeft te nemen.
• Zet eerst je aangedane been samen met de kruk 1 trede lager.