Na de operatie

Na de operatie meten we u een draagband (collar ’n cuff) aan waarin uw arm kan rusten.

Fysiotherapie

De eerste dag na de operatie begint u met het oefenen van uw schouder en arm onder begeleiding van de fysiotherapeut. De oefeningen richten zich op het vergroten van de beweeglijkheid van uw schouder en het verminderen van pijn en zwelling.

De oefeningen voert u uit op geleide van de pijn. Dat wil zeggen dat u bij de oefeningen een rekkend gevoel aan de wond mag hebben, maar dit mag niet pijnlijk zijn. Na het oefenen mag u niet meer pijn hebben dan voor het oefenen. De oefeningen die u krijgt, kunt u op verschillende manieren uitvoeren:
  • Actief: dit houdt in dat uw geopereerde arm de beweging zelf maakt.
  • Geleid actief: dit houdt in dat u uw geopereerde arm helpt met uw andere arm.
  • Passief: dit houdt in dat u uw geopereerde arm beweegt door uw andere arm, de zwaartekracht of een derde persoon. Hierbij doet uw geopereerde arm niets.
Uw fysiotherapeut bespreekt welke van de onderstaande oefeningen u moet uitvoeren en of u deze actief, geleid actief of passief uitvoert. Daarnaast is het belangrijk in welke mate (de grote van de bewegingsuitslag) u de beweging maakt. De manier van oefenen en de maximale bewegingsuitslagen die u mag maken licht de fysiotherapeut toe. Ook oefent hij of zij samen met u de oefeningen. Als het nodig is krijgt u ook oefeningen voor uw elleboog en/of hand. We raden aan om meerdere keren per dag kort te oefenen. Het liefst 4 á 5 keer per dag, maximaal 5 minuten in de eerste 6 weken.

Oefening 1

U zit in een stoel. Ondersteun uw geopereerde arm met behulp van uw andere arm. Wieg uw geopereerde arm van links naar rechts.

Oefening 2

U zit in een stoel. Ondersteun uw geopereerde arm met behulp van uw andere arm. Buig met uw romp een beetje naar voren en draai rondjes met uw geopereerde arm. Dit doet u zowel linksom als rechtsom.

Oefening 3

U zit in aan een tafel met uw geopereerde arm op een handdoek. Schuif uw geopereerde arm van u af en naar de zijkant. Daarbij houdt u contact met de tafel. Eventueel kunt u uw geopereerde arm helpen met uw andere hand.

Oefening 4

Deze oefening kunt u zittend uitvoeren op een krukje of staand. Daarbij steunt u met uw andere arm op bijvoorbeeld een tafel. Buig voorover met uw romp en draai rondjes met uw geopereerde arm. Dit doet u zowel linksom als rechtsom. Begin met kleine rondjes. Door de rondjes steeds groter te maken en door meer voorover te buigen met uw romp kunt u de beweging vergroten.

Oefening 5

Deze oefening kan zittend op een krukje of staand waarbij u met uw andere arm steunt op bijvoorbeeld een tafel. Buig voorover met uw romp en zwaai de geopereerde arm naar voren en naar achteren. Door meer voorover te buigen met uw romp kunt u de bewegingsuitslag vergroten.

Oefening 6

Deze oefening kan zittend op een krukje of staand waarbij u met uw gezonde arm steunt op bijvoorbeeld een tafel. Buig een beetje voorover met uw romp en zwaai de geopereerde arm van links naar rechts.

Oefening 7

Deze oefening voert u liggend op uw rug uit. Pak met uw gezonde hand de hand van uw geopereerde arm. Breng beide armen naar achteren, over uw hoofd.

Oefening 8

U zit op een stoel. Pak met uw gezonde hand de pols van uw geopereerde arm. Plaats de elleboog van uw geopereerde arm in uw zij en buig de elleboog tot 90° (een haakse hoek). Draai de onderarm van uw geopereerde arm naar buiten.

Oefening 9

Bij deze oefening gebruikt u een katrol. Ga met uw gezicht naar de katrol staan en pak in iedere hand een touw. Trek met de gezonde hand het touw naar beneden. Hierdoor beweegt de hand van uw geopereerde arm voorwaarts omhoog. Blijf tijdens de oefening goed rechtop staan.

Oefening 10

Bij deze oefening gebruikt u een katrol. Ga met uw geopereerde arm naar de katrol staan en pak in iedere hand één touw. Trek met uw gezonde arm het touw naar beneden. Hierdoor beweegt de hand van uw geopereerde arm zijwaarts. Blijf tijdens de oefening goed rechtop staan.

Oefening 11

Ga met uw gezicht naar een muur staan. Plaats beide handen met uw vingertoppen tegen de muur ter hoogte van uw heupen. ‘Loop’ met uw vingertoppen tegen de muur omhoog.

Controle

Na 6 weken komt u op de polikliniek. Hier hoort u of en hoe u de oefeningen en uw activiteiten mag uitbreiden. Voor vragen kunt u terecht bij uw behandelend fysiotherapeut of bij de arts op de polikliniek.
Patiëntenzorg Behandelingen Schouderoperatie (neerplastiek)

Over de operatie

Bij een schouderoperatie kijken we of we kalkvorming in uw schouder weg kunnen halen. lees meer

Over de operatie

Neerplastiek

Bij een schouderoperatie kijken we of we kalkvorming in uw schouder weg kunnen halen. In elk geval verwijderen we een stukje bot aan de onderkant van het schouderblad zodat er meer ruimte is voor de pezen. Als uw pezen gescheurd zijn, proberen we dit te herstellen. Hierdoor duren de operatie en de nabehandeling langer. De ingreep duurt tussen een half uur en een uur.
 

Contact met de verpleeg­afdeling

Verpleegafdeling Orthopedie

Luister het volledige keuzemenu af om doorverbonden te worden met de juiste afdeling.
(024) 361 40 14
contactformulier

Behandeling Anesthesie

Als u naar het Radboudumc komt voor een operatie dan krijgt u te maken met anesthesie (verdoving of narcose). Ook voor andere ingrepen, zoals een behandeling of onderzoek, is anesthesie soms nodig. Anesthesie zorgt ervoor dat u tijdens de behandeling geen pijn heeft.

lees meer

Na de operatie

Na de operatie meten we u een draagband (collar ’n cuff) aan waarin uw arm kan rusten. Ook start u met fysiotherapie. Na 6 weken komt u op de polikliniek. Hier hoort u of en hoe u de oefeningen en uw activiteiten mag uitbreiden. lees meer

Naar uw afspraak op de verpleegafdeling

Ingang: Hoofdingang
Gebouw: C
Verdieping: 2
Route: 737

bekijk route

Naar uw afspraak op de verpleegafdeling

Bezoekadres

Radboudumc hoofdingang
Geert Grooteplein Zuid 10
6525 GA Nijmegen

Routebeschrijving

Reis naar Geert Grooteplein Zuid 10
Ga naar binnen bij: Hoofdingang
Ga naar Gebouw C, Verdieping 2 en volg route 737

Praktische adviezen na de operatie

Na de operatie zijn er enkele adviezen om rekening mee te houden in uw leefstijl. lees meer

Praktische adviezen na de operatie

  • De eerste 24 uur na de operatie is het verstandig de collar ‘n cuff continue te dragen. Probeer uw schouder hierbij zo ontspannen mogelijk te laten rusten.
  • Zodra u merkt dat de pijn afneemt mag de collar ’n cuff wat vaker af.
  • Douchen is toegestaan zodra de wondjes dicht zijn; dit is meestal na drie tot vier dagen.
  • Meestal worden oplosbare hechtingen gebruikt voor het sluiten van de wond. Anders mag uw huisarts de hechtingen twee weken na de ingreep verwijderen.
  • Slaap eventueel de eerste zes weken met een kussen onder uw arm. Na zes weken mag u weer op de geopereerde schouder gaan liggen.
  • Hebt u de draagband niet meer nodig en hebt u voldoende controle over uw arm? Dan kunt u weer gaan autorijden en fietsen. Laat uw fysiotherapeut dit mee beoordelen.
  • Uw werk hervatten en sporten kunt u het best doen in overleg met de orthopeed of fysiotherapeut.

Ontslag uit ons ziekenhuis

In overleg met de fysiotherapeut en de arts wordt vastgesteld wanneer u naar huis kunt. lees meer

Ontslag uit ons ziekenhuis

In overleg met de fysiotherapeut en de arts wordt vastgesteld wanneer u naar huis kunt. Zij informeren een fysiotherapeut bij u in de buurt over de verdere behandeling. Krijgt u thuis plotseling meer pijn die niet verdwijnt wanneer u rust? Of ontstaat er plotseling een zwelling in het operatiegebied? Neem dan contact op met de verpleegafdeling. 
 
  • Medewerkers
  • Intranet