Behandeling Toedienen van oogdruppels en oogzalf

Oogdruppels

1. Was uw handen met zeep en droog ze goed af.
2. Maak altijd uw oogleden en wimpers schoon.
   • Bevochtig een tissue of gaasje met kraanwater.
   • Strijk hiermee voorzichtig over de gesloten oogleden en wimpers richting de neus. Doe dit net zo vaak tot de oogleden en wimpers schoon zijn.
3. Ga rechtop zitten, buig uw hoofd naar achteren en kijk naar boven richting uw wenkbrauwen.
   • 
4. Neem het flesje in uw schrijfhand, alsof u een pen vasthoudt.
5. Trek met uw andere hand voorzichtig het onderste ooglid naar beneden, zodat er een ‘gootje’ ontstaat.
   • 
6. Zet de hand met het flesje op de hand die het gootje maakt.
7. Houd het flesje boven uw oog. Raak het oog, de oogleden en de wimpers niet aan met het flesje.
   • 
8. Knijp voorzichtig in het flesje en laat één druppel in het gootje vallen.
9. U kunt uw hoofd nu weer terug buigen.
10. Sluit uw oog, maar knijp niet.
11. Druk 1 tot 3 minuten zachtjes op het kleine harde bobbeltje in de binnenhoek van uw oog. Hiermee houdt u de traanbuis dicht.
    • 

• Bij het gebruik van contactlenzen druppelt u uw ogen ’s ochtends vóór het in doen van de lenzen en/of ’s avonds na het uit doen van de lenzen. Als u vaker moet druppelen, doet u hiervoor uw lenzen uit.
• Harde lenzen mag u direct na het druppelen weer in doen.
• Zachte lenzen mag u 30 minuten na het druppelen weer in doen. Het conserveermiddel is niet goed voor zachte lenzen.