Opname

Tijdens een opname op onze verpleegafdeling krijgt u te maken met verschillende medewerkers. De verpleegkundige is uw centrale aanspreekpunt. Naast de artsen en (senior)verpleegkundigen zijn er verpleegassistenten, stagiaires en secretaresses. Ook ziet u voedingsassistenten en – als het nodig is – een fysiotherapeut, diëtiste, psycholoog of geestelijk verzorger.

Voorbereiding

Voordat wij u op de wachtlijst plaatsen voor opname op een van de verpleegafdelingen bent u al bij de uroloog en de anesthesist geweest. Zijn bij de opname nog diagnostische onderzoeken of preventief medische behandelingen nodig? Dan stellen wij u hiervan op de hoogte. U kunt zelf ook informeren naar de wachttijd voor de ingreep. Bel dan op dinsdag, donderdag of vrijdag, tussen 13.30 en 14.30 uur naar (024) 361 08 55.

Van opname tot ontslag

Opnamedag   
U hebt bericht gehad voor opname (onder andere waar en wanneer u zich moet melden).

Gynaecologische patiënten

Vrouwen die voor een gynaecologische ingreep worden opgenomen, komen niet bij mannen op de kamer te liggen. 

Operatiedag
U mag vanaf 24.00 uur niet meer eten. Tot twee uur voor de operatie mag u nog wel water, thee zonder suiker en bouillon drinken, tenzij de anesthesioloog of uroloog anders doorgeeft. De eerstverantwoordelijke verpleegkundige bereidt u verder voor. Zij verzorgt ook de communicatie naar uw naaste familie over hoe het met u gaat. De zaalarts is het aanspreekpunt over het medisch deel van uw zorg.

Verpleegdagen
Uitgangspunt: dat u zo snel mogelijk herstelt van de operatie. Wij kijken daarbij naar:

  • Mobiliteit
  • Terugkeren naar een normaal eet- en drinkpatroon
  • Verminderen van fysieke klachten tot een minimum

Ontslagdag
Nog tijdens de opname bespreken we met u welke nazorg u nodig hebt. Om die nazorg goed te regelen, houden we ook een ontslaggesprek. De verpleegkundige kan u (na ontslag) nog thuis opbellen.

Een ongeplande opname

De dienstdoende assistent van de afdeling Urologie meldt de ongeplande opname aan. U bent dan waarschijnlijk al gezien door een arts op de polikliniek of de eerste hulp. Uw naaste begeleider(s) zorgen voor uw nachtkleding en toiletspullen.

Patiëntenzorg Verpleegafdelingen Verpleegafdeling Urologie en Gynaecologie

Over de verpleeg­afdeling

De meeste patiënten komen voor een geplande operatie en verblijven maximaal 5 nachten op de verpleegafdeling.

lees meer

Over de verpleeg­afdeling

Alle patiënten krijgen van ons 2 weken voor opname een opnamebrief thuisgestuurd (deze brief komt ook in mijnRadboud te staan). De verpleegafdeling van Urologie (36 bedden) is een gecombineerde afdeling met Gynaecologie. 

Kortdurende operaties

De meeste patiënten komen voor een geplande operatie en verblijven maximaal 5 nachten. De precieze duur bespreekt de behandelend arts met u. 


Uw opname bij het Radboudumc

Wordt u binnenkort opgenomen op een van onze verpleegafdelingen? Of bent u met spoed bij ons opgenomen? Dan komt er veel op u af. Hier vindt u informatie over het voorbereiden op een opname, de opnamedag, uw verblijf en uw ontslag.


Contact

Polikliniek Urologie

Bereikbaar van 8.00 tot 17.00 uur.
(024) 361 38 03

Naar uw afspraak op de verpleegafdeling

Ingang: Hoofdingang
Gebouw: C
Verdieping: 5
Route: 751

bekijk route

Naar uw afspraak op de verpleegafdeling

Bezoekadres

Radboudumc hoofdingang
Geert Grooteplein Zuid 10
6525 GA Nijmegen

Routebeschrijving

Reis naar Geert Grooteplein Zuid 10
Ga naar binnen bij: Hoofdingang
Ga naar Gebouw C, Verdieping 5 en volg route 751

Op de afdeling


Opname en ontslag

  • Tijdens een opname op onze verpleegafdeling krijgt u te maken met verschillende medewerkers. De verpleegkundige is uw centrale aanspreekpunt.

    lees meer


  • Nazorg

    Hebt u nazorg nodig? Wij regelen die voor u. Op maat. Bijvoorbeeld bij een thuiszorg-indicatie. Ook een overname door een andere zorginstelling is mogelijk. Een goede informatieoverdracht naar de disciplines die uw zorg na ontslag overnemen is heel belangrijk. Dit gebeurt schriftelijk.
     


Na een urologische operatie

U heeft in het Radboudumc een urologische operatie ondergaan waarbij een snede in de buik of in de zijkant van uw buik is gemaakt. Zodra het medische verantwoord is, mag u naar huis. Thuis herstelt u sneller en beter dan in het ziekenhuis omdat de kans op infecties minder groot is. lees meer

Na een urologische operatie

U heeft in het Radboudumc een urologische operatie ondergaan waarbij een snede in de buik of in de zijkant van uw buik is gemaakt. Zodra het medisch verantwoord is, mag u naar huis. Thuis herstelt u sneller en beter dan in het ziekenhuis omdat de kans op infecties minder groot is.

De eerste periode

Als u uit het ziekenhuis komt, moet u het een tijd rustig aan doen. Ook al gaat het goed, dan nog kunt u niet meteen alles weer doen. Verdeel wat u wilt doen over de dag en rust tussendoor genoeg. Heeft u pijn of bent u moe? Dan heeft u meestal te veel gedaan. Om de wond goed te laten genezen, is het belangrijk dat u genoeg eet en drinkt. Varieer uw voeding. Volg meteen na de operatie géén calorie-arm dieet. U heeft energie nodig om beter te kunnen worden. De hechtingen lossen meestal vanzelf op. Moeten ze worden verwijderd? Dan kan de huisarts of een arts in het ziekenhuis dit zweven tot tien dagen na de operatie doen. Kiest u voor het ziekenhuis? Dan maken we hiervoor wanneer u na de operatie weer naar huis mag een afspraak.

Beweging en sport

Tillen, bukken, rekken en strekken geeft druk op de wond(en). Doe dat de eerste zes weken niet. Moet u tillen? Zet dan allebei uw voeten goed op de grond, ga goed door uw knieën, houdt uw rug recht en ondersteunt de operatiewond zoveel mogelijk. Moet u hoesten of persen? Druk dan met uw handen of een kussentje een beetje tegen de wond. In de eerste zes weken na de operatie mag u alleen lichte sporten doen, zoals wandelen. Twijfelt u of u een sport mag doen, vraag het uw arts.

Werk

U kunt licht huishoudelijk werk doen. Het hangt af van uw werk wanneer u daarmee weer kunt beginnen. Meestal kunt u na ongeveer vier tot zes weken voorzichtig beginnen. Begin een paar uur per dag en neem genoeg pauze. Heeft u zwaar lichamelijk werk? Wacht dan langer voordat u begint met werken.

Autorijden

Afhankelijk van de bepalingen van uw verzekering mag u na een laparoscopische/kijkoperatie (kleine sneetjes) na 2 weken weer autorijden. Na een grote buik operatie (grote snede) mag u afhankelijk van de bepalingen na 4 weken weer autorijden. Heeft u een operatie in het bekken gehad? Rij dan in het begin niet langer dan een uur auto. 

In bad gaan

De eerste 2 weken na de operatie mag u thuis gewoon douchen. Als alle wondjes dicht zijn mag u 2 weken na de operatie weer in bad, zwemmen of de sauna bezoeken. 

Problemen

Na elke operatie kunnen er problemen komen. Operatienaden kunnen lekken of u kunt infecties krijgen. Neem contact op met uw arts als u thuis:

  • ernstige buikpijn of pijn in uw zij heeft
  • een bolle of gespannen buik heeft
  • misselijk bent of moet overgeven
  • meer dan 38 graden Celsius koorts heeft
  • bloed verliest
  • een rode wond heeft of er pus uit komt
  • niet kunt plassen

De langere termijn

Als het herstel goed gaat en u zich goed voelt kunt u na ongeveer 6 weken voorzichtig weer dingen gaan doen. Begin rustig en bouw het langzaam op. Neem genoeg rust en luister naar uw lichaam. Uw lichaam heeft zeker een paar maanden nodig om helemaal te herstellen. Na een operatie met een volledige verdoving kunt u zich ziek voelen. Het kan wel een half jaar duren voordat uw conditie weer is zoals voor de operatie.

Verwerking

Een (buik)operatie kan zwaar zijn voor uw lichaam, maar kan ook emotioneel zwaar zijn. Sommige patiënten vinden een litteken niet mooi. Anderen voelen zich niet meer compleet, omdat ze een orgaan missen. Ontken deze gevoelens niet en stop ze niet weg. Probeer over uw gevoelens te praten met uw partner of andere mensen die u vertrouwd. Zij kunnen u steunen. U kunt er ook over praten met uw (huis)arts.

Seks

Als u geestelijk en lichamelijk genoeg bent hersteld van de operatie kunt u weer seks hebben. Door de operatie kunnen zenuwen zijn geraakt. Dit kan invloed hebben op uw seksleven. Bespreek dit met uw arts. Probeer rustig uit wat u fijn vindt en wat kan. Bespreek uw verwachtingen en waar u onzeker over bent met uw partner. U kunt ook over uw ervaringen praten met uw (huis)arts.


Op de verpleeg­afdeling

De verpleegafdeling werkt met de volgende regels.
  • Hoewel niet elke dag hetzelfde is, zijn er toch dagelijks terugkerende zaken.

    lees meer


    Dagindeling

    7.30 uur Ontbijt
    8.00 - 9.00 uur  Artsenvisite Urologie
    9.00 - 10.00 uur  Artsenvisite Gynaecologie
    12.15 uur  Warme maaltijd
    17.00 uur  Broodmaaltijd
    In de loop van de ochtend, ’s middags en ’s avonds serveren de voedingsassistenten onder meer koffie, thee, limonade en melk.

  • Bezoek en mee-eten

    Bezoek is op onze afdeling altijd welkom.
    Uiteraard heeft u te maken met medische en verpleegkundige handelingen en deelt u soms de kamer met andere patiënten. Om er voor te zorgen dat iedereen van bezoek kan genieten, vragen wij u met het volgende rekening te houden:

    • Medische zorg gaat altijd voor. Stemt u met uw bezoek en de verpleging af op welk moment bezoek het beste schikt.
    • Vanwege privacy kunnen we uw bezoek vragen de kamer even te verlaten.
    • Houd er rekening mee dat u en uw kamergenoten voldoende rust nodig hebben.
    • Eventueel kunt u de kamer met uw bezoek verlaten. Als u de afdeling wilt verlaten, meldt u het dan even bij de verpleging?

    Mee-eten

    Uw bezoek kan mee-eten op de afdeling. Ze kunnen een maaltijd of lunch bestellen bij de voedingsassistent. De lunch kost € 2,50, de warme maaltijd € 6,-.

    Bloemen

    Er zijn geen vazen aanwezig op de afdeling, dus voor bloemen vragen wij het bezoek om zelf een vaas mee te nemen. 

     


  • Voorzieningen

    • Op de afdeling is een dagverblijf.
    • De afdeling beschikt over een koelkast voor patiënten. Zet wel duidelijk uw naam op de pakken en flessen die u hierin zet.
    • Tijdens uw opname in het Radboudumc kunt u bij uw bed gratis gebruik maken van radio, televisie en internet.
    • Boeken kunt u lenen bij de bibliotheek. De medewerkers van de patiëntenbibliotheek bezoeken regelmatig de verpleegafdelingen om boeken aan de patiënten uit te lenen. Vanuit de patiëntenbibliotheek worden door een groep vrijwilligers wekelijks leesportefeuilles verspreid. Afdelingen kunnen ten behoeve van wachtkamers of dagverblijven van deze service gebruik maken.
    • U kunt uw mobiele telefoon gebruiken op de verpleegafdeling. Bezoekers echter niet. Dit voor de rust op de afdeling.
    • U kunt Omroep Organisatie Radboud (radio) beluisteren via lijn 1 van de radioaansluiting aan uw bed.
    • De rijdende winkel komt op woensdag op onze afdeling. Hier kunt u onder andere snoep, ansichtkaarten en toiletartikelen kopen.

Continu meten van vitale waarden ViSi Mobile

Op onze verpleegafdeling gebruiken we apparatuur om doorlopend uw belangrijke vitale waarden te meten, zoals uw bloeddruk, hartslag en ademhaling. 

lees meer

Continu meten van vitale waarden ViSi Mobile

Op onze verpleegafdeling gebruiken we apparatuur om doorlopend uw belangrijke vitale waarden te meten. Voorbeelden van vitale waarden zijn uw bloeddruk, hartslag en ademhaling. 

Het meten van vitale waarden 

Normaal gesproken meet de verpleegkundige uw vitale waarden een paar keer per dag. Tussen die metingen door kan het gebeuren dat u zieker bent geworden dan verwacht. Dat zien we dan pas bij een volgende meting. Zo’n achteruitgang kunnen we eerder ontdekken als we uw vitale waarden de hele dag doorlopend meten. Dit wordt ook wel continu monitoren genoemd. Dit kan met behulp van een polsmonitor die ViSi Mobile heet. 

Hoe werkt de ViSi Mobile? 

De ViSi Mobile is een kastje om uw pols. Vanuit het polskastje gaat een sensor naar uw duim, ook wel duimsensor of saturatiemeter genoemd. Aan de andere kant van het kastje gaat een kabel omhoog naar uw schouder en borst. Daarnaast draagt u 3 of 5 plakkers en kabels op uw borst en buik. 
Samen meten deze sensoren uw ademhaling, zuurstofgehalte in het bloed, bloeddruk, huidtemperatuur, hartslag en hartritme. 

Wat gebeurt er met de gemeten waarden? 

De gemeten vitale waarden worden vanaf de ViSi Mobile via WiFi naar een computer gestuurd die bij de verpleegpost staat. Als u zieker wordt en uw vitale waarden komen onder of boven een bepaalde grens, dan stuurt de ViSi Mobile een alarm door naar de computer van de verpleging. De verpleegkundige bekijkt het alarm en als het nodig is worden extra metingen bij u uitgevoerd. 
Naast de metingen van de ViSi Mobile komt de verpleegkundige nog steeds een paar keer per dag langs om uw vitale waarden te controleren en uw temperatuur te meten.

Belangrijk om te weten over continue monitoring

Het doorlopend meten van uw vitale waarden betekent niet dat uw vitale waarden doorlopend bewaakt worden. Bewaken betekent dat de vitale waarden 24 uur per dag in de gaten worden gehouden door de verpleging. Dat gebeurt bijvoorbeeld op de Intensive Care, maar niet op de verpleegafdelingen. Doordat de vitale waarden niet 24 uur per dag in de gaten worden gehouden, kan het soms voorkomen dat een alarm niet door een verpleegkundige wordt gezien. Als het nodig is dat u doorlopend bewaakt wordt, dan wordt u overgeplaatst naar een afdeling waar dit mogelijk is.  

Wat zijn mogelijk nadelen van de ViSi Mobile?

Het gebruik van ViSi Mobile veroorzaakt geen beperkingen. U kunt alles doen wat u zonder het polskastje ook zou doen. Het is wel mogelijk dat het polskastje wat zwaarder aanvoelt dan bijvoorbeeld een horloge om uw pols.

Wat gebeurt er met de gemeten gegevens?

De vitale waarden die de ViSi Mobile meet, worden rechtstreeks doorgestuurd naar uw beveiligde patiëntendossier. De verpleegkundige of arts bepaalt uiteindelijk welke data worden opgeslagen. De overige data worden verwijderd als u wordt afgekoppeld van het polskastje.

Heeft u vragen?

Heeft u nog vragen over deze informatie of over de ViSi Mobile? Dan kunt u die stellen aan uw verpleegkundige.


Medicijnen thuis

Na ontslag uit het ziekenhuis na een operatie krijgt u medicijnen mee. Hier vindt u informatie over medicijnen om pijn te bestrijden en informatie over doorgaan of stoppen met eigen medicijnen en starten met nieuwe medicijnen.
  • Het volgende is alleen voor u van toepassing als u bij ontslag uit het ziekenhuis nog pijnstillende medicijnen gebruikt.

    lees meer


    Over medicijngebruik

    Het volgende is alleen voor u van toepassing als u bij ontslag uit het ziekenhuis nog pijnstillende medicijnen gebruikt. We geven informatie over de pijnscore, de pijnmedicatie die u heeft meegekregen uit het ziekenhuis en het afbouwen van de pijnmedicatie. 

    Pijnscore

    In het ziekenhuis heeft u kennis gemaakt met de pijnscore van 0–10. Een cijfer 0 betekent geen pijn, een cijfer 10 betekent zeer ernstige pijn en een pijnscore lager dan 4 betekent acceptabele pijn. Teveel pijn heeft vervelende gevolgen en kan soms tot complicaties leiden. Aan de andere kant geeft teveel pijnmedicatie ook kans op bijwerkingen. Het is zaak de pijn na de operatie zo goed mogelijk te bestrijden. Daarvoor hoeft u niet langer dan noodzakelijk in het ziekenhuis te blijven. Pijnbeleving verschilt per persoon. Neem contact op met de afdeling als de voorgeschreven pijnmedicatie voor u onvoldoende is. 

    Pijnmedicatie

    Bij ontslag uit het ziekenhuis kunt u een recept voor één of meer van de volgende medicijnen mee naar huis krijgen. Dit recept kunt u inwisselen bij uw eigen apotheek of hier in het Radboudumc bij de Radboud apotheek. Deze is 24 uur per dag geopend. De (bij)werkingen van de verschillende medicijnen kunt u vinden in de bijsluiter.
    • Paracetamol: Paracetamol heeft een pijnstillende en koortsverlagende werking.
    • Diclofenac en pantoprazol: Diclofenac remt ontstekingen, werkt pijnstillend en koortsverlagend. Soms wordt hierbij ook pantoprazol voorgeschreven, omdat diclofenac zwaar op de maag kan liggen. Pantoprazol beschermt de maagwand.

    Het afbouwen van de pijnmedicatie

    Wij adviseren u te starten met het afbouwen van de pijnmedicatie als u 2 dagen acceptabele pijn heeft (pijnscore lager dan 4). Hieronder vindt u een schema voor het afbouwen. U start met afbouwen van het sterkste medicijn wat bovenaan het schema staat. Als laatste bouwt u de paracetamol af. De verpleegkundige of zaalarts kan u hierover meer informatie geven.
    Medicijn Wanneer Hoeveel Tijdstip van inname
    Diclofenac 50 mg Ontslagdag 3x per dag
    1 tablet
    7.00, 15.00 en 22.00 uur
      1e dag thuis bij acceptabele pijn 2x per dag
    1 tablet
    7.00 en 17.00 uur
      2e dag thuis bij acceptabele pijn 1x per dag
    1 tablet
    22.00 uur
     
    Pantoprazol 40 mg Ontslagdag t/m 2e dag thuis 1x per dag
    1 tablet
    7.00 uur
      Stoppen met gebruik als diclofenac is gestopt    
     
    Paracetamol 500 mg Ontslagdag t/m 2e dag thuis 4x per dag
    2 tabletten
    7.00, 12.00, 17.00 en 22.00 uur
      3e dag thuis bij acceptabele pijn 2x per dag
    2 tabletten
    7.00 en 17.00 uur
      4e dag thuis bij acceptabele pijn 1x per dag
    2 tabletten
    7.00

  • Doorgaan of stoppen met eigen medicijnen

    Het is mogelijk dat u voor opname in het ziekenhuis eigen medicijnen gebruikt voor andere klachten. Over het algemeen en voor zover mogelijk blijft u deze medicijnen innemen tijdens de opname en ook na ontslag. Medicijnen voor het regelen van de bloedstolling vormen hierop een uitzondering. Uw arts informeert u hierover. Soms kunt u stoppen met medicijnen die u voor opname gebruikte, omdat de klacht is verdwenen. In andere gevallen moet u tijdens of na de opname starten met nieuwe medicijnen, bijvoorbeeld antibiotica om ontstekingen te voorkomen of te behandelen. Vaak zijn deze medicijnen tijdelijk.
     

Betrokken specialismen


Afdeling Urologie

De specialisten van de afdeling Urologie onderzoeken en behandelen patiënten met aandoeningen aan de nieren, urinewegen of geslachtsorganen.

lees meer

Afdeling Verloskunde en Gynaecologie

De afdeling Verloskunde en Gynaecologie biedt een zeer breed zorgaanbod aan vrouwen in verschillende levensfasen. Wij behandelen patiënten met eenvoudige, veel voorkomende aandoeningen tot zeer complexe en zeldzame ziektebeelden en problematiek. lees meer
  • Medewerkers
  • Intranet